Feature

De ondergrondse parkeerwerelden van Lyon

De Rotterdamse Architectuur Biënnale is het actuele podium, waarop het mondiale vraagstuk van mobiliteit en de rol daarin voor architectuur en stedenbouw worden geëtaleerd. Een concreet, maar daardoor niet minder artistiek voorbeeld is de transformatie die de stad Lyon in het laatste decennium heeft ondergaan.

Lyon – vooral bekend van langdurige verkeersopstoppingen – moest eind jaren tachtig dringend op zoek naar een oplossing voor het probleem van het sterk toenemende autoverkeer en de tanende van de aantrekkingskracht van de binnenstad. Het resultaat was het strategisch plan Lyon 2010. Dit was opgedeeld in een aantal deelplannen waaronder: het 'groene plan', het 'blauwe plan' het 'licht- en kleurenplan'.

Het 'groene plan' gaat over de herstructurering van de openbare ruimte en het teruggeven daarvan aan de voetgangers. Een ruim voetgangersgebied was ook de wens van de winkeliers in het centrum die hun omzet steeds verder zagen afnemen. Niemand gaat immers graag in het centrum winkelen wanneer men eerst in de file staat, vervolgens geen parkeerplaats kan vinden en daarna niet rustig kan lopen zonder omver gereden te worden.

Het 'blauwe plan' voorziet in de ontwikkeling van de oevers van Rhône en Saône. Onlangs is de beslissing genomen om de auto's die langs de kades geparkeerd staan naar ondergrondse garages te verbannen.

In het 'licht- en kleurenplan' wordt onder meer effectief gebruik gemaakt van de mogelijkheden die verlichting biedt; niet alleen functioneel, maar vooral ook als artistiek medium om het stadsgezicht 's nachts te belichten.

De belangrijkste onderdelen van het nieuwe beleid waren het weghalen uit de binnenstad van het wachtende verkeer, en het herinrichten van nieuwe openbare ruimtes op de hierdoor teruggewonnen oppervlaktes. Inmiddels zijn op talrijke plekken nieuwe ondergrondse parkeergarages gebouwd en heeft Lyon nu een enorme capaciteit van 12.000 parkeerplaatsen alleen al in de binnenstad (Kopenhagen, even groot als Lyon, heeft maar 3.100 parkeerplaatsen!). De verkeersoverlast in en om het centrum heen is dus niet veel minder geworden nu iedereen weet dat er voldoende parkeerplaatsen zijn. Maar door de herintroductie van een innovatief tramsysteem en een verdere uitbouw van de metrolijnen is de verkeerssituatie enigszins verbeterd omdat nu betere alternatieven geboden worden voor het woon-werkverkeer.

1 Place des Terreaux

2 de in hoogte aanpasbare fonteintjes zijn ’s avonds verlicht

3 ingang garage voor voetgangers met onder het glas replika’s van archeologische vondsten

4 interieur garage

Place des Terreaux (1994) is één van de belangrijkste openbare ruimtes op het schiereiland in de binnenstad, en wordt omringd door onder andere het stadhuis en het museum Palais Saint-Pierre. Samen met de architect Christian Drevet heeft de kunstenaar Daniel Buren dit orthogonale plein ingedeeld in 69 kwadranten met verlichte fonteintjes die kunnen worden veranderd in hoogte. De bestrating van graniet is geaccentueerd door witte streepjes, het handelsmerk van Buren. De grote fontein Bartholdi moest speciaal worden verplaatst en bevindt zich nu centraal in de as van de binnentuin van het Palais Saint-Pierre. Ook onder dit plein schuilt een enorme parkeergarage met 885 parkeerplaatsen verdeeld zeven lagen. De toegangen voor de auto’s zijn geraffineerd buiten het zicht gehouden en de entree voor voetgangers is discreet opgenomen in het paleis.

Het interieur van de door Pierre Favre ontworpen garage is ook hier van de hand van Jean-Michel Wilmotte verzorgd, als kunstenaar werd de Amerikaan Matt Mullican aangetrokken. Net als het bovengrondse gedeelte is de garage een geslaagde en sfeervolle combinatie van traditionele en moderne elementen en heeft weinig gemeen met de tristesse van de gemiddelde ondergrondse garage.

1 ‘Sens dessus dessous’ van Daniel Buren

2 tekening van Wilmotte suggereert een ondergrondse toren van Pisa

3 Place des Célestins met Theatre Célestins

4 periscoop behorend bij ‘Sens dessus dessous’

Place des Célestins en Place des Terreaux zijn exemplarisch voor een geslaagde ingreep in een historisch stadsweefsel. Beide zijn gelegen op ondergrondse parkeergarages. De inritten hiervoor zijn goed in het straatbeeld geïntegreerd en waar mogelijk weggewerkt. De toegangen voor voetgangers zijn bijna luxueus en met kwaliteit vormgegeven. Naast architecten, landschapsarchitecten en interieurarchitecten worden in Lyon bij dergelijke opgaven altijd kunstenaars (ook schrijvers!) bij het ontwerp betrokken.

Place des Célestins (1994) werd door Michel Desvignes en Christine Dalnoky ontworpen als getransformeerde binnenruimte. Het plein is door een coulisse van begroeiing (magnolia's en rododendrons) van het omringende verkeer afgeschermd en met (tropisch) hout bekleedt. Een kunstzinnige periscoop in het midden van het plein geeft een inkijk in de spectaculair te noemen ondergrondse garage. Als een soort ondergrondse toren van Pisa ontsluit een dubbele spiraal met arcadeachtige openingen de 435 parkeerplaatsen. In het midden van de spiraal op 22 meter diepte draait een bolle spiegel met een diameter van zeven meter die een fascinerende beweging van lichtreflecties en architectonische elementen suggereert. Dit kunstwerk van Daniel Buren met de titel 'Sens dessus dessous' is geïntegreerd in het garageontwerp van Michel Targe. Het interieur van de garage werd ontworpen door interieurarchitect Jean-Michel Wilmotte, die ook de elementen van de terreininrichting van de gehele openbare ruimte van Lyon met inbegrip van de banlieus ontwierp.