Feature

Het Paard van Troje

Het belangrijkste Haagse poppodium opent na vier jaar van sloop en wederopbouw volgende maand weer de deuren. Floris Alkemade van OMA heeft als projectarchitect Het Paard naar het niveau van een poppodium van wereldformaat getild waar artiesten als Prince en Mick Jagger wellicht nog eens terug zullen keren. Sebas Veldhuisen ging alvast kijken.

foto Hans Werlemann

Aan de statige Prinsengracht in Den Haag (die al een eeuw geen gracht meer is) valt de verandering aan de twee statige gevels, waar Het Paard van Troje achter huist, nauwelijks op. De nieuwe deuren die het grote publiek de foyer in loodsen zijn afgewerkt met natuursteen en gaan zo op in de plint van de gevel. Er is niet gekozen voor een nieuwe hippe gevel – iedereen weet immers waar het Paard zit – maar de nadruk ligt vooral op het interieur en de zijgevel. De historische bordestrap aan de voorzijde leidt naar het niveau van de bel-etage met een toegang voor personeel en voor de dagkassa.

De foyer lijkt uitgehakt te zijn in de oude muren waar de geschiedenis in de vorm van badkamertegels en bakstenen aan de oppervlakte is blijven liggen. Daartussen strekt zich een rood en geel gevlekte vloer uit waar middenop een blok met kassa’s en een garderobe staat. Het plafond van de foyer wordt gevormd door de onderzijde van de kleine zaal die als een doos met grote veerankers op kolommen rust. De foyer leidt middels trappen naar de twee zalen een verdieping hoger. De zalen zijn onafhankelijk van elkaar te gebruiken met gescheiden publiekstromen, eigen kassa’s, bars en toiletten. Tijdens festivals zijn de zalen te combineren met verbindingen op twee niveau’s.

De kleine zaal met inschuifbare tribune en inklapbaar podium is geschikt voor filmprojecties, muziek en andere voorstellingen. Het is een eenvoudige betonnen doos met aan de achterzijde een projectieruimte. Naar de straat toe laat een glazen bouwstenen wand, die ruim een meter achter de bestaande gevel ligt, ’s avonds een gekleurd lichtspel zien. De kleine zaal heeft onder het projectiehok een verrijdbare bar die tevens de mobiele tribune achter zich kan bergen. De afwerking van de zaal is sober: beton met zwarte akoestische vlakken, een rode vloer- en trapafwerking en een plafond waar de met zwart schuim ingepakte afzuiginstallatie als esthetisch element is ingezet.

Op hetzelfde niveau liggen de vier brede toegangsdeuren naar de grote zaal. De 12 meter hoge ruimte bestaat uit drie niveau’s. De basis – een vloer voor 700 mensen – draagt een groot podium en twee bars. Langs de achterwand en de beide zijwanden lopen balkons op 3 en 6 meter voor samen nog eens 400 mensen. Deze balkons hebben elk een eigen bar en een beweegbare brug die over de zijconstructie rolt. Hiermee kan de zaal een andere vorm aannemen. Waarschijnlijk wordt dit de plek voor dj’s als Junkie XL, Remy en Jori Hulkkonen die tijdens de openingsweek op 6 september zullen draaien. Ook in de grote zaal is de aankleding sober: een zwart gespoten staalconstructie omgeven door betonnen wanden en eenvoudige houten bars met glazen oogjes. Het plafond bestaat uit een indrukwekkend netwerk van techniekbruggen en grids.

Het pand op nummer 10 is in oude staat teruggebracht en biedt ruimte aan café-restaurant het Paard van Troje, dat niet door het Paard zelf zal worden geëxploiteerd.  Het is de enige plek die nog herinnert aan de situatie van voor de grote verbouwing. Op nummer 14 is nu jazz-café Panonika gevestigd. Dit pand is door het Paard verkocht en is onafhankelijk verbouwd.

De zijgevel aan de Lange Beestenmarkt is geheel nieuw. Hierachter liggen de artiestenruimtes en dienstruimtes. Het is een betonnen gevel in het werk gestort en afgewerkt met platen Corten staal. Deze zijn omgekeerd gepotdekseld zodat het regenwater binnenlangs wordt afgevoerd en geen sporen aan de buitenzijde achterlaat.

Het lijkt allemaal zo vanzelfsprekend te kloppen, de ordening van de ruimte, het materiaalgebruik, de kleuren, alsof er alleen nieuw linoleum op de vloer is gelegd. De kleuren van de verkeersruimte zijn sprekend (geel en rood, de toiletruimtes helder paars) en de vormgeving van de inbouw krachtig maar zonder fratsen. Alles lijkt heel natuurlijk bij de ruimte te horen alsof het nooit anders was. Maar de panden hebben in deze afgelopen vier jaar een grondige interne metamorfose ondergaan waarin het labyrint van trappen, gangen en zaaltjes waar het oude Paard uit bestond, schijnbaar verdwenen is. De publieksruimten zijn overzichtelijk gemaakt, terwijl de routes voor het personeel en de artiesten er onmerkbaar doorheen zijn gevlochten.

Alhoewel een goedlopend poppodium niet zit te wachten op een bouwtijd van ruim vier jaar had deze ingewikkelde opgave die tijd toch nodig om tot een goed ontwerp te komen.