Recensie

Wat is Architectuur? 109 “voorlopige” antwoorden.

In een vuistdikke aflevering van Hunch, the Berlage Institute report geven 109 architecten, critici en docenten antwoord op zes ‘eenvoudige en moeilijke vragen over wat architecten vandaag doen en waar hun vak in de toekomst heen zou kunnen gaan’ Vijfhonderd pagina’s met honderd en negen ‘voorlopige pogingen’; oeff…postmoderne overkill of een zinvolle bijdrage aan de hoogstnoodzakelijke revitalisatie van het debat over de positie van de architectuur?

Wat is een architect in de hedendaagse maatschappij?

Definieer 'innovatieve' architect.

Hoe dient men architectuur te bedrijven?

Wat zijn de verantwoordelijkheden van de architect?

Wat of waar is het laboratorium van de architectuur?

Hoe kan architectuur vandaag onderwezen worden?

Deze zes vragen stelde de Hunchredactie aan een grote groep architecten, critici en docenten. De aanleiding voor deze wereldwijde enquête binnen het netwerk van het Berlage Instituut was het afscheid van decaan Wiel Arets en de benoeming van Alejandro Zaera-Polo vorig jaar september. Het is niet duidelijk aan hoeveel personen de vragen gesteld zijn. Het feit dat 109 de moeite hebben genomen om daadwerkelijk antwoord te geven, soms zeer uitgebreid, is waarschijnlijk het resultaat van een uiterst hardnekkige vragensteller Roemer van Toorn, maar op zichzelf ook een teken van het prestige dat het Berlage Instituut door de jaren heen heeft opgebouwd. De inhoudsopgave is een vrijwel complete opsomming van Nederlandse en buitenlandse stemmen die het architectuurdebat van de laatste jaren bepaald hebben. Een opvallende afwezige is Rem Koolhaas, waarvan mag worden aangenomen dat hij is uitgenodigd, hij was wel aanwezig op het afscheidsdebat. Geen tijd? Geen zin? Je wordt als lezer wel nieuwsgierig naar de reden, maar de keuze van de personen die een bijdrage is gevraagd, wordt door de redactie niet verantwoord, noch wordt duidelijk wie er verder nog meer heeft bedankt en waarom.

De enige dissident die in het overzicht is opgenomen is Hans Ibelings, die onder de titel 'Don't Ask' de bal terugkaatst en zich afvraagt waarom hij zou antwoorden op vragen waarop een onderwijsinstituut zelf kennelijk geen antwoorden heeft. Een dooddoener natuurlijk, want een onderwijsinstelling moet de praktijk permanent ondervragen, maar hij heeft ook wel een punt. Niet zozeer het vragenstellen is het probleem, maar het feit dat de antwoorden zonder enige verwerking, analyse, of interpretatie de wereld in worden geslingerd, is discutabel. Het is dat de uitgave zo overduidelijk de vrucht is van keihard werken, anders zou je deze gang van zaken inderdaad een geval van wetenschappelijke luiheid moeten noemen. De bijdragen 'sporen aan om openlijk positie te kiezen. Het is voor een architect niet langer acceptabel om ambigu te zijn', zo stelt Roemer van Toorn in zijn voorwoord. Ja, mooie boel, voor de criticus of de docent wel dan? Van de architect concrete antwoorden op bepaald niet gemakkelijke vragen verwachten en dan de lezer, diezelfde architect dus, het bos insturen met de opdracht 'verbanden, tegenstrijdigheden en nieuwe wegen' te vinden. Als een nieuw engagement geboden is, als we eindelijk weer eens duidelijke standpunten mogen verwachten, dan kan de criticus zich daaraan niet onttrekken.

De presentatie van de bijdragen – encyclopedisch / alfabetisch – biedt de lezer nu geen enkel houvast. Je kunt niet anders dan proberen bij A te beginnen en de vijfhonderd pagina's door te worstelen – ik heb het geprobeerd, het kan aan de extreme hitte hebben gelegen, maar het was niet te doen. Je bladert wat door het boek, pikt zo hier en daar eens wat op, beaamt eens wat, herkent eens wat oude teksten (Kenneth Frampton en Charles Jencks stuurden eerder gepubliceerde boekhoofdstukken in) en gaat vervolgens over tot de orde van de dag. Dat laatste zal voor 99% van de lezers het geval zijn. Sanford Kwinters aanbeveling 'Lees minder, maar lees vijf keer beter' is waarschijnlijk de enig zinvolle manier om met deze Hunch om te gaan. Wie deze Hunch zo leest, kan er nog lang plezier van hebben, want sommige bijdragen zijn natuurlijk wel degelijk de moeite waard. Maar welke?

Misschien is het daarom een goed idee om deze bespreking te eindigen met de volledige bijdrage van Kazuyo Sejima, die daarmee het kortste antwoord geeft (de bijdragen van Jencks, Frampton en Vidler van elk zo'n 15 pagina's zijn het langst.)

Lees het, lees het nog vijf keer, denk na over de betekenis en ga bouwen!

'In een tijdperk waarin mensen communiceren via verschillende media in niet fysieke ruimten, is het de verantwoordelijkheid van architecten om werkelijke ruimten voor de fysieke en directe communicatie tussen mensen te maken.'