Feature

Nationaal gaat locaal

Het NAi wil het feit dat ze een nationaal instituut is meer benadrukken en onderzoekt de mogelijkheid om op verschillende plaatsen in Nederland architectuur onder de aandacht te brengen. Het meest concreet lijkt het plan om in de Wiebengahal in Maastricht exposities te gaan organiseren.

De uit 1912 stammende Wiebengahal ontworpen door constructeur Jan Wiebenga was één van de beeldbepalende gebouwen op het terrein van aardewerkfabriek Sphinx-Céramique. In het stedenbouwkundige plan dat Jo Coenen voor de herbestemming van het terrein maakte, werd in eerste instantie het hele complex behouden. Dit bleek niet haalbaar, wel lukte het om een van de hallen voor sloop te behoeden. Nadat Hubert-Jan Henket het gebouw 'casco' had gerenoveerd, kreeg de hal nooit een duidelijke bestemming. Het Cultureel Erfgoed en Archeologisch Centrum Maastricht (CEAM) zou er gevestigd worden, wat wegens problemen met de financiering niet door ging. Het naast gelegen Bonnefantenmuseum heeft de hal een paar keer gebruikt voor exposities, er was zelfs sprake van dat er een sculptuurmuseum in zou komen. Ook dit ging niet door. Sinds 2000 staat het gebouw grotendeels leeg, alleen de tweede verdieping wordt gebruikt door de Stichting Restauratie Atelier Limburg.

De eigenaar van het pand, de provincie Limburg, wil de Wiebengahal overdoen aan de gemeente Maastricht, echter onder bepaalde condities. Welke deze precies zijn is volgens een medewerker van de gemeente geen openbare informatie. In elk geval dient het pand een cultureel-technische bestemming te krijgen. De gemeente wendde zich tot Huub Smeets om plannen voor het gebouw te ontwikkelen. Als voormalig directeur van stadsontwikkeling Maastricht was Smeets al nauw betrokken bij de ontwikkeling van het Céramique-terrein  en in zijn huidige functie als directeur van Vesteda ('specialist in de ontwikkeling en exploitatie van huurwoningen in het hogere segment') wederom belanghebbende bij de exploitatie van het terrein. Hij kwam met het idee om deel van de begane grond en de kapverdieping te bestemmen voor het NAi. Op de begane grond zouden verder een verhuurkantoor – 'woongalerie' – van Vesteda en een cafetaria moeten komen. De eerste verdieping wordt kantoorruimte, op de tweede verdieping blijft het Restauratie Atelier zitten en de derde verdieping zou ook door het NAi betrokken worden. Vesteda heeft aangeboden om de hal voor € 5.000.000,- te verbouwen. Het is aan de provincie of ze met het voorstel van de gemeente / Vesteda accoord gaan, er moet met name onderhandeld worden over de eigendomsverhoudingen – huurt Vestada de hal straks van de gemeente, of wordt het bedrijf zelf de eigenaar van dit monument? Een beslissing hierover zal voor het einde van het jaar worden genomen.

De relatie tussen Smeets en het NAi bestaat al langer, zo trad het bedrijf op als sponsor van de Ponti-tentoonstelling die vorig najaar in Rotterdam te zien was. De Wiebengahal wordt het NAi straks zonder huurkosten aangeboden. Het instituut wil de ruimtes gebruiken voor het maken van exposities die regio-speciek zijn, maar ook buitenlandse aankopen en exposities die eerder in Rotterdam te zien waren of worden niet uitgesloten. De verwachting is dat de tentoonstellingen 30.000 bezoekers per jaar zullen trekken, ter vergelijking zowel het NAi als het Bonnefantenmuseum ontvangen ieder ruim 100.000 mensen per jaar. Overigens heeft het NAi de financiering van de exploitatie nog niet rond.

Behalve in Maastricht is het NAi ook in Rotterdam op zoek meer ruimte. Met de Van Nellefabriek wordt al een tijdje onderhandeld over de Schiehal om daar de maquettecollectie in 'open opslag' te huisvesten. Ook hier is de financiële exploitatie voor de open opslag nog niet rond. Voorts sluit NAi directeur Aaron Betsky activiteiten in het Noorden van het land niet bij voorbaat uit. Mensen zijn volgens hem bereid om 1 uur te reizen voor een bezoek aan een tentoonstelling, en 'als de berg niet naar Mozes komt, dan moet Mozes maar naar de berg'.