Nieuws

Tati in het Filmmuseum

In september en oktober staat het Filmmuseum te Amsterdam in het teken van Jacques Tati (1907-1982). Dé kans om in de bioscoop een of meerdere van de zes films te zien die Tati in zijn leven heeft gemaakt. Begin dit jaar bracht het NAi de tentoonstelling Tatirama met fragmenten uit Tati’s films, degene die hierdoor ging verlangen naar de integrale versies kan nu zijn hart ophalen in Amsterdam.

Ook in enkele filmtheaters in het land worden de films Jour de fête, Mon oncle, Les vacances de M. Hulot en Playtime de komende maanden vertoond. In Amsterdam zijn behalve deze films ook Trafic en Parade te zien. Daarnaast worden er enkele korte films van en met Tati vertoond, zoals Forza Bastia 78 ou l’ile en fête, een korte documentaire die Tati in 1978 opnam tijdens de Europacupwedstrijd Bastia – PSV.

Jour de fête (1949) – Tati’s eerste lange speelfilm over een postbode die de efficiency van de Amerikaanse posterijen probeert te evenaren. In 1987 werd de originele kleurenkopie van deze film teruggevonden, filmrestaurateur François Ede nam de restauratie ter hand die in 1995 werd voltooid.

Mon oncle (1958) – Over de steriliteit van het moderne leven: Gérard woont met zijn ouders in een van alle gemakken voorziene huis, Villa Arpel. Dan komt Gérards oom Hulot op bezoek, die door zijn onhandigheid met apparaten en mensen het huishouden op stelten zet.*

Les vacances de M. Hulot (1953) – Strandkomedie waarin Monsieur Hulot, met elastieken motoriek gespeeld door Tati zelf, voor het eerst zijn opwachting maakt. De pijprokende, in anonieme regenjas gehulde Hulot was het ideale vehikel voor Tati’s zachtmoedige satire; door zijn keurige verschijning treden de gevolgen van zijn anarchistische gedrag des te scherper op de voorgrond.

Playtime (1967) – Tati’s magnum opus: Monsieur Hulot raakt verstrikt in een kil en geestdodend Parijs vol staal- en glasarchitectuur. Voor de opnamen liet Tati in de buurt van Parijs een filmstad bouwen, ‘Tativille’. Om het afstandelijke karakter van een moderne stad te vangen, koos de regisseur voor het breedbeeld 70mm-formaat. Hij filmde voornamelijk totaalshots, waarin de personages lijken te verdrinken.*

Trafic (1971) – Monsieur Hulot heeft een camper ontworpen en wil die in Nederland presenteren. De reis Parijs-Amsterdam is door Tati en coregisseur Bert Haanstra (verantwoordelijk voor drie scènes) als een doorlopend chaotisch verkeerstraject verbeeld, haast zonder dialogen.

Parade (1974) – Tati’s laatste film is een charmante videoproductie voor de Zweedse televisie. Tati speelt de circusperformer Monsieur Loyal. Met nostalgisch genoegen vertolkt Tati klassieke grappen en mimeacts uit zijn vroegere variétérepertoire.

*Architectuurliefhebbers wil ArchiNed vooral Mon oncle en Playtime aanbevelen.

Het filmmuseum biedt verder een reeks lezingen over leven en werk van Tati. Floris Paalman (promovendus Mediastudies) zal in oktober een lezing geven over Tati’s architectuuropvattingen in Mon oncle en Playtime. Nog een aanrader: publicist K. Schippers zal op 17 september vertellen over zijn fascinatie voor de film Playtime.