Feature

Libeskind op Mallorca

Nou vooruit, nog één (na)zomertip. Begin september, vlak voor de opening van de overzichtstentoonstelling van zijn werk in het Joods Museum in Berlijn, is in Duitslands zonnigste bondsstaat Mallorca in alle stilte de vierde Libeskind opgeleverd: een galerie en atelierruimte voor de Amerikaanse kunstenares Barbara Weil. Jan Duursma kwam toevalig langs.

Mallorca is behalve voor Jan Modaal en Otto Normalverbraucher een geliefd reisdoel voor de rich and famous. Claudia Schiffer en Michael Douglas hebben er een optrekje en ook sportieve helden als Michael Schuhmacher, Richard Branson en Boris Becker komen er graag. De meeste welgestelden hebben een voorkeur voor iets authentiek Spaans en schaffen zich een gezellige oude finca aan. Daar is voor een moderne architect weinig eer aan te behalen, en ook de hotelindustrie op het eiland is niet bepaald te betrappen op goede smaak. Maar heel af en toe is er toch werk aan de winkel voor een echte architect. Zo ontwierp Rafael Moneo een jaar of tien geleden de nieuwbouw voor de Fundació Miro in Palma en bouwde de laatste Pritzker-laureaat Jorn Utzon er maar liefst twee villa's, al moet gezegd worden dat die allebei voor eigen gebruik zijn.

Het bergachtige noorden van Mallorca is anders dan de rest van de kust nog redelijk ongerept. Vooral hier, ver van de Plattenbau van Palma, is dan ook de internationale jetset te vinden. Bijvoorbeeld in Port d'Andratx, waar de jachten nog groter zijn dan de villa's tegen de omringende heuvels. Het stadje is door deze kapitaalaccumulatie een geliefde vestigingsplaats voor kunstenaars en designers. Een daarvan is de Amerikaanse Barbara Weil, die al ruim dertig jaar op Mallorca woont en werkt. Tot voor kort deed ze dat in een grote villa in haciënda-stijl, net buiten het centrum. Sinds begin september kan ze echter terecht aan de overkant van de straat, waar Libeskind op haar voormalige tennisbaan een nieuwe atelierruimte en een galerie ontwierp. Het budget was slechts € 700.000,-. Uiteindelijk liep dit op tot 1,1 miljoen, nog steeds een fooi natuurlijk voor een custom made gebouw van 385 m2, en dan ook nog eens ontworpen door dè architect van dit moment – al kon ze dat vier jaar geleden natuurlijk niet weten.

Ondanks het bescheiden budget moet het werken aan het gebouw voor Libeskind een aangenaam intermezzo geweest zijn tussen het ontwerpen van alle oorlogs- en holocaustmusea en antiterrorisme-monumenten door. Een eenvoudig bouwwerk met een helder programma op een zonnig eiland, en dan ook eens in opdracht van een vriendelijke dame van zeventig jaar, in plaats van een straatvechtende kluwen ontwikkelaars, beleggers en politici zoals in New York. Het lijkt wel of het Mediterrane vakantiegevoel Libeskind bij het ontwerpen in zijn greep heeft gekregen. Vaak komen zijn gebouwen ontoegankelijk of ongenaakbaar over, of toch op zijn minst wat ongemakkelijk. Maar hoewel ook deze galerie direct als echte Libeskind te herkennen is, leiden de vloeiende vormen hier in combinatie met de beperkte afmetingen tot een uiterst vriendelijk gebouwtje. Zelfs de kenmerkende nauwe entrees en doorgangen werken eerder uitnodigend dan claustrofobisch.

Weinig architecten zouden de verleiding hebben kunnen weerstaan om het fraaie uitzicht op de baai op theatrale wijze in het ontwerp te verwerken. Libeskind trekt zich echter niets van het panorama aan. Geen van de ruimtes in de galerie biedt rechtstreeks uitzicht op de omgeving. Gangen, expositieruimtes en patio's staan alleen in onderlinge relatie, waarbij binnen en buiten soms ongemerkt in elkaar over gaan. Ondanks de kleine oppervlakte slaagt Libeskind er daardoor ook hier weer in om de bezoekers van zijn gebouw een licht gevoel van desoriëntatie te bezorgen.

Het exterieur speelt wel met de bijzondere situering. Aan de westkant is een enorme hap uit het bouwwerk genomen. Het landschap wordt zo de achtergrond voor de enorme witte mobile van Weil die in het gapende gat is opgehangen. Een zelfde 3D-ervaring biedt de hellende doorsnijding van het hoofdvolume naast de mobile. Eerst is alleen de blauwe lucht te zien, maar als je hoger komt verschijnt ook het groen en het wit van de villaschimmel op de heuvels aan de overzijde. Zo zit het gebouw vol met bijzondere ruimtelijke momenten, waardoor het ook voor niet-ingewijden een boeiend gebouw is.

Ook deze Libeskind kan natuurlijk niet zonder diepgravend concept. De vormen van het gebouw zijn gebaseerd op de mnemonic wheels van de Mallorcaanse monnik Ramon Llull. Deze middeleeuwse mysticus en metafysicus probeerde met een systeem van gecodeerde concentrische cirkels alle bestaande kennis te ordenen en te interpreteren, om zo op mechanische wijze universele waarheden te kunnen genereren. Een beetje hoog gegrepen natuurlijk, maar ondanks dat staat het werk van Llull bij wetenschappers nog steeds hoog in aanzien. In Galerie Weil verwijzen de segmenten van de wheels die de hoofdvolumes vormen naar de voortdurend wijzigende relaties van persoonlijke en universele aspecten in het leven van de kunstenaar en zijn werk, en naar de relatie tussen het geheugen en het scheppen van kunstwerken. Libeskind gebruikte de ideeën van Llull eerder in zijn ontwerp voor de Virtual House competitie van het ANY-syndicaat in 1997.

Juist door zijn compacte afmetingen en de minimale afwerking en inrichting is Galerie Weil een bijzonder gebouw geworden. Net geen follie, ook geen Huis voor een Kunstenaar, maar gewoon een gebouw dat compromisloos en krachtig de architectonische ideeën van Daniel Libeskind laat zien, op een plek waar je dat amper zou verwachten. Een omweg waard, zou de Michelingids zeggen. En wie dan toch heeft aangemeerd moet ook maar even op bezoek bij Utzon, aan de andere kant van het eiland.