Feature

Onix schuurt verder

De ecologische zorgboerderij ‘De Mikkelhorst’ in Haren van Onix architecten wordt binnenkort opgeleverd. Platform GRAS organiseerde alvast een rondleiding, een lezing en een debat. Luc de Vries was daarbij aanwezig en doet verslag.

In de zorgboerderij zijn tal van functies ondergebracht waaronder kleedruimtes en een kantine voor de gehandicapten die op de naastgelegen tuinderij ‘werken’. Aan het programma zijn een keuken, een theeschenkerij, een educatieve ruimte, een winkel, stafruimtes, een beheerderwoning, stallen en een kinderboerderij met speelvoorzieningen gekoppeld. Het gebouw is daarmee bestemd voor zowel gehandicapten, buurtbewoners, kinderen en passanten. Alle verschillende activiteiten zijn bij elkaar gebracht onder één doorgaande kap en in één materiaal: hout. Het gebouw is lineair van opzet en ligt haaks op de restanten van een rioolwaterzuiveringsinstallatie. Deze restanten worden in de inrichting van het terrein opgenomen.

In zijn inleiding plaatste architect Haiko Meijer de boerderij in de reeks ‘schuren’ die Onix inmiddels heeft gerealiseerd of nog in ontwikkeling heeft. Het vormaspect van de schuur werd toegelicht met een grote hoeveelheid voorbeelden uit binnen- en buitenland. De belangrijkste betekenis ligt echter in het gebruik van de schuur als extra ruimte. Net als de zolder, de kelder en de garage, biedt de schuur ruimte voor die functies waar geen ruimte voor is in het reguliere programma of waarvoor de inrichting niet geschikt is. Zo staat de schuur voor een zekere anarchie en onvoorspelbaarheid. Juist doordat de schuur niet voor een specifiek gebruik ontworpen is moet de functie een plek zien te vinden in de beschikbare ruimte. Het zoeken van de overruimte in het programma is een belangrijk onderdeel van de architectuur van Onix. In ‘De Mikkelhorst’ is dit gedaan door de gangruimtes weg te laten om zo een extra ruimte te kunnen maken waar nog onvermoede activiteiten kunnen plaatsvinden.

Om het debat, onder leiding van landschapsarchitect Wim Boetze, enige sturing te geven waren twee stellingen geformuleerd. De eerste stelling luidde dat het mogelijk is een flexibel indeelbare leegte te ontwerpen met karakter. In de discussie bleek dat van flexibiliteit in de zin van een grote ruimte met losse wanden hier echter geen sprake is. De vrijheid van het gebruik zit in de hoofden van de gebruikers die, als in een schuur, uitgedaagd worden om in een strikt bepaalde ruimte die dingen te doen die men nodig acht.

De tweede stelling luidde dat de boerderij qua locatie, architectuur en functionaliteit een scharnierpunt vormt tussen het landelijke en stedelijke gebied. Het debat naar aanleiding van deze stelling kwam door het gebrek aan tijd niet goed uit de verf. Daarbij speelde ook mee dat de termen landelijk en stedelijk door menigeen anders opgevat werden. Je kunt je zelfs afvragen of er in Nederland eigenlijk nog wel sprake is van een dergelijk verschil. Vaak lijkt de wens tot onderscheid tussen stad en ommeland in de hoofden van ontwerpers en bestuurders groter dan het alledaagse gebruik van dergelijke gebieden rechtvaardigt.

De discussie over flexibiliteit en over het verschil tussen stad en landschap is te algemeen om het ontwerp van Onix goed recht te doen. De architectuur van ‘De Mikkelhorst’ vraagt ernaar om op zijn eigen merites beoordeeld te worden. Het is een eigenzinnige architectuur die op een autonome wijze functioneel is aan het gevraagde programma en die door een standvastige materialisatie en detaillering respect afdwingt.