Feature

Activators versus Saaiheid

Saaiheid, transparantie en communicatiedesign zijn belangrijke thema’s in de architectuur van Jürgen Mayer, zo maakte Gerd Streng op uit zijn lezing op 18 november in het Berlage Instituut.

Alles behalve saai is daarentegen het stadhuis dat Jürgen Mayer dit jaar in het Duitse stadje Ostfildern heeft opgeleverd. De Berlijnse architect heeft met een vijf graden gekanteld gebouw weten te reageren op het stedenbouwkundig nog niet duidelijk gedefinieerde plein, wat een elegant ongemakkelijk uiterlijk oplevert én overtuigend overkomt. Het gehele stadhuis is als een doorlopende multifunctionele (communicatie)ruimte ontworpen die om bepaalde kernruimtes met ‘harde’ functies heen vloeit. Mayer wil op deze manier niet alleen optische maar ook functionele transparantie bereiken.

In een theoretisch discours ging hij tijdens de lezing in op de historische ontwikkeling die transparantie in de architectuur heeft ondergaan. Na optische Bauhaus-transparantie, esthetische naoorlogse transparantie, politieke transparantie a la Behnisch en ecologische transparantie is er volgens Mayer tegenwoordig sprake van elektronische transparantie. Deze vat architectuur op als de schakel tussen GPS (global positioning system) en LPS (local positioning systems) – te bestuderen in de film ‘Enemy of the state’ (ondanks Will Smith) of natuurlijk in de containersoap ‘Big Brother’.

Ten tweede benoemde Mayer de saaiheid als het ultieme effect van een vrijetijdsmaatschappij op zoek naar quality time. Met zijn ‘activators’ (dat was ook de titel van de lezing) tracht hij daar op in te gaan. De ‘activators’ van het stadhuis Ostfildern heten ‘Pitter Pattern’ en ‘WindLicht’. Het eerste is een kunstmatige regen, afkomstig uit tweehonderd computergestuurde sproeiers in het fors uitkragende dak boven de entree, waarmee driedimensionale patronen in de ruimte kunnen worden gegenereerd. Op het marktplein naast het gebouw staan meerdere ‘WindLichter’: in de wind hangende glasfiberbundels die lichtpunten op de grond projecteren. Het veranderende lichtpatroon wordt met webcams als projectie teruggebracht naar het stadhuis. De ingrepen van Jürgen Mayer in Ostfildern illustreren zijn ambitie om reële, mediale en virtuele (openbare) ruimtes integraal aan te pakken.

Naast het stadhuis (voorlopig het grootste gerealiseerde project) geven ook een veeltal kleine projecten inzicht in zijn intrigerende interpretatie van communicatie, interactie en transparantie. Een hoofdrol speelt hierbij het antidoorkijkpatroon ofwel databeveiligingspatroon. De verspreiding en tegelijkertijd beveiliging van informatie vereist een camouflerende laag op enveloppen, briefpapier en dergelijke. Hoewel deze technieken niet meer helemaal voldoen in het digitale tijdperk staan zij, als aansprekende metafoor, voor informatieoverdracht en de resulterende visuele verwarring. Mayer past deze patronen toe als anti-graffiti lagen, anti-koffie-mors-tapijten, screensavers (IN-descretion VPRO), op meubels en bij kunstinstallaties. Het project ‘Rotversteck’ in de Berlijnse galerie Müllerdechiara laat zien dat het schoolboekprincipe van ‘houd de folie over de mogelijke oplossingen en dan wordt het juiste antwoord zichtbaar’ ook op een andere schaal werkt. Een bijkomend hoofdthema zijn temperatuurgevoelige coatings, die vaak in combinatie met de databeveiligingspatronen worden verwerkt. Toepassingen op meubels, gastenboeken (waar je niet in hoeft te schrijven) of bedlinnen geven een toegevoegde waarde aan bekende voorwerpen.

Jürgen Mayer, de vertegenwoordiger van een nieuwe Duitse architectengeneratie, ziet zijn werk als interface tussen architectuur, communicatie en nieuwe media. Hoewel de concepten en gedachten een groot potentieel inhouden, worden sommige projecten in een iets te plezierig, modieus jasje vormgegeven. Niettemin zijn de activators van Jürgen Mayer een geslaagde reactie op een indifferente of saaie leefomgeving. Ze zetten de toon voor de omgang met een nieuwe soort van mediagerichte architectonische ruimtes.