Recensie

Drugs and the City

Allard Jolles bespreekt Nigel Coates’ Guide to Ecstacity; tune in, let go en flip out.

In 1979 verschijnt het singeltje ‘Making plans for Nigel’ van de popband XTC (kort voor de drug ‘ecstacy’). Nu zijn de rollen omgedraaid: de Engelse architect Nigel (achternaam Coates) heeft een boek gepubliceerd over XTCity, oftewel Ecstacity, zijn fantasiestad, zijn ideaalstad. Daar horen gebouwen bij, en straten, maar vooral bewoners en uitgaanscentra. Nigel Coates had eerder al prachtige installaties van Ecstacity gemaakt, en een website. Nu is daar de ‘Guide to Ecstacity’ aan toegevoegd. In deze megastad zijn elementen verwerkt van Cairo, Londen, Bombay, New York, Rio de Janeiro, Rome en Tokio. Allerlei beroemde gebouwen hebben een plek gekregen, maar ook ontwerpen van zijn eigen bureau – Branson Coates Architecture (bca). Toch is het boek oneindig veel meer geworden dan een slimme manier om eigen projecten te laten zien in een speciaal daarvoor gecreëerde, dus steriele context. Ecstacity leeft. Daarom heeft hij zijn fantasiestad gecomponeerd uit bestaande steden. Daarom is het boek tevens een statement over hoe de hedendaagse stad in elkaar zit, en is het een klassiek manifest over hoe ontwerpers daarmee om moeten gaan. Wat de nuchtere Nederlandse professional er aan heeft voor de dagelijkse ontwerppraktijk? Geen flauw idee, maar de hersens eens flink flossen is altijd goed. Vergeet wat je weet: ’tune in’, ‘let go’ en ‘flip out’.

NATO (Narrative Architecture Today) werd in 1983 opgericht door Coates en enkele van zijn studenten aan de AA. NATO zette zich in voor de regeneratie van verlaten gebieden in Londen.

Remix City

Fantasiesteden maken is niets nieuws. Van de Citta Ideale uit de Renaissance via de ‘capriccio’s’ van Canaletto uit de 18de eeuw tot  Rush City van Richard Neutra. Coates gaat een stapje verder. Ten eerste heeft hij in tegenstelling tot zijn voorgangers geen objectieve, ideale situatie voor ogen,  maar de bestaande stad. Ten tweede hanteert hij een ruimer architectuurbegrip (architectuur is ieder product dat gemaakt is door iemand die als architect is opgeleid) én tenslotte gaat hij uit van het menselijk lichaam als basis van de stad, ’the body is the key to the urban debate’. Dat heeft vooral te maken met een emotionele, zintuiglijke manier van stad en architectuur maken en ervaren. Terecht: een term als stedelijkheid is natuurlijk veel meer een emotie dan iets waar we een definitie van kunnen geven, laat staan dat er een recept voor is, zoals tegenwoordig wel beweerd wordt. Ervaringen oproepen  kan wel, meent Coates. Empathie is daar een onmisbare eigenschap voor. Wie zich niet in een ander kan inleven, en dat geldt zeker voor architecten, is het niet waard iets aan de stad toe te voegen.

Coates heeft op een intelligente manier het wezenskenmerk van zeven steden (natuurlijk zijn  het er zeven, net als de apostel Johannes er ooit zeven noteerde, Efeze e.a.) uit de stadsplattegrond geknipt, en er een ‘remix’ van gemaakt. Alles wat in Ecstacity gebeurt, maakt onderdeel uit van Coates’ plan. Juist de conflicten, de verrassingen en de (on)mogelijkheden van een heftige ‘experience’ op iedere straathoek horen daarbij. Wat dat betreft is Ecstacity helemaal echt.

pagina uit besproken boek

National Centre for Populair Music, Sheffield 1998

Verdwalen

Coates heeft het boek zodanig ingericht dat je er in kunt ronddwalen, en naar wens op elke pagina kan inspringen of uitstappen. Voor lezers die dat eng vinden, is het boek onderverdeeld is zes traditionele hoofdstukken, waaronder ‘Tuning In’ en ‘Flipping Out’. Ecstacity is multicultureel: ieder hoofdstuk begint met een korte uitleg in zes talen over de essentie van het komende onderdeel. Een andere laag wordt gevormd door drie mooi geschreven essays, waarvan er één ingaat op de historie van ideaalsteden, en een ander netwerken bespreekt. Netwerken, het werkwoord,  heeft een slechte naam gekregen (bedrijfsleven bedankt) maar is wel de sleutel tot de wederopstanding van de ‘uomo universalis’, stelt de auteur. Pas als we van alles wat weten, generalist zijn geworden, wordt de maatschappij efficiënt en ‘compassionate’. Netwerken genereert respect.

Terug naar de popmuziek. In Ecstacity staat het gebouw van het Ministry of Pop Music (metrohalte ‘Pop’). Het is een ideale ontmoetingsplek, omdat het gebouw is uitgewerkt voor virtueel gebruik. Hoe dat kan? Zoals alle goede ideeën is ook dit simpel en geniaal tegelijk: het gebouw, bestaande uit vier gigantische drums, heeft een plattegrond die gestileerd kan worden weergegeven met twee dubbele punten ‘::’. Het gebouw leent zich dus uitstekend voor een afspraakje per sms – c u @ ::. Dat is de symboolwaarde van architectuur tot op het 21ste eeuwse bot. Opdrachtgever: ‘leuk gebouw hoor, meneer de architect, maar is het wel sms-baar?’

Na een verblijf van een week in de papieren versie van Ecstacity ben ik om. Nigel rules. Nuttig of niet, Ecstacity is de stad als ‘drug’. En, zoals dat gaat met genotsmiddelen: ik wil meer, zo snel mogelijk, iedere dag. De installaties zijn er. Wanneer opent de tentoonstelling in het NAi?