Opinie

Fort Rotterdam

Vandaag presenteert het ‘leefbare’ Rotterdamse college het actieplan ‘Rotterdam zet door. De stad duurzaam in balans’. Lachwekkend, als het niet zo cynisch en gruwelijk reëel was geweest.

Binnenkort in Rotterdam: werkeloos en onder de 23? Dat wordt dan verplicht studeren of ‘maatschappelijk nuttige taken’ verrichten.

Onlangs vroeg ik me af wie er, nadat de ‘overlastgevers’ uit het publieke domein van het Centraal Station van Rotterdam waren verwijderd, als volgende aan de beurt zou komen. Het was een retorische vraag waarop ik eerlijk gezegd geen snel antwoord had verwacht. Maar ik had buiten het ‘leefbare’ college van Rotterdam gerekend. Als de deze week gepresenteerde plannen doorgaan, dan zullen gezinnen met een inkomen lager dan 120 procent van het minimumloon binnenkort geen woning meer aangeboden krijgen binnen de stadsgrenzen van Rotterdam. De contouren van Fort Rotterdam worden langzamerhand duidelijk; na de junks, de prostituees en de hangjongeren, gooien we de armen eruit. Onder de vlag van het actieprogramma ‘Rotterdam zet door, op weg naar een stad in balans’ gaat het college op deze manier ‘de sociale problemen in de stad oplossen’. Het is maar wat je oplossen noemt.

Aanleiding was het rapport over de toekomstige bevolkingssamenstelling van Rotterdam dat voorspelde dat in 2017 tweederde van de stadsbevolking allochtoon zou zijn. Dat heeft het college flink aan het schrikken gebracht, en een speciaal team aan het probleem gezet, bestaande uit burgemeester Opstelten en de wethouders Pastors (Leefbaar Rotterdam, fysieke infrastructuur) en Van der tak (CDA, sociale integratie (sic.)

De voorgestelde maatregelen zijn draconisch: geen werkelozen meer toelaten in de stad, panden waar illegalen wonen worden onteigend, scherpe eisen aan gezinshereniging van allochtone bewoners, uitsluiting van mensen met een laag inkomen in ‘probleemwijken’ (wijken met goedkope huurwoningen, dus de facto uitsluiting van armen in de stad als geheel) en dwang voor corporaties in de minder problematische wijken om verdrevenen met voorrang op te vangen (positieve ballotage in leefbaarheids eufemisme). Als klap op de vuurpijl stelt men voor om voor de mensen die als gevolg van deze maatregelen dakloos worden grootschalige opvang te realiseren, Daarbij denkt het college aan de asielzoekerscentra die dankzij het al even flinke overheidsbeleid van de laatste tijd al aardig leeg raken, maar er kunnen natuurlijk ook speciale kampen gebouwd worden, niets lijkt te dol. Het meest vergaand is het plan om een systeem van tijdelijke verblijfsvergunningen op te zetten, zonder recht op sociale zekerheid en woningbouw, maar mét premieplicht. Na drie jaar is onder voorwaarden een permanente status mogelijk. Let vooral op dat ‘voorwaarden’, wel je inburgeringcursus met goed gevolg afgerond hebben natuurlijk. Ook een fijne nieuwe maatregel is het plan om jongeren die niet over een diploma beschikken, voortaan verplicht te laten doorleren tot 23 jaar. Voor werkloze jongeren onder de 23 jaar zou moeten gelden dat ze, in ruil voor hun uitkering, ‘maatschappelijk nuttige taken’ verrichten. Zoals een nieuwe Kralingse Plas graven misschien? Daar hebben we in de jaren dertig ook ons voordeel mee gedaan.

Als het niet zo gruwelijk reëel was geweest, zou je er smakelijk om moeten lachen, een karikatuur van de ‘leefbaarheidpolitiek’ die zelfs de meest botte cabaretier niet had kunnen bedenken. Wat een cynisch paniekvoetbal, en het gaat nog niet werken ook natuurlijk. Want stél dat het allemaal wel door zou gaan, dan schoffeert dit college een groot deel van haar huidige bewoners. Rotterdam is immers een stad met erg veel inwoners die van een inkomen op minimumniveau moeten rondkomen (en die voor een groot deel het huidige college in het zadel hebben geholpen). Je voelt je dan al snel een tweedehands Rotterdammer, ook al mag je dan voorlopig in je woning blijven als je je netjes gedraagt en ook al krijg je dan zo’n leuke rijke buurman. De hoog opgeleide en geïntegreerde allochtonen hebben dat al meegemaakt. Zij verlaten volgens een rapport van Steunpunt Wonen de stad. ‘Ze voelen zich niet meer gewenst in de stad. Ze ervaren het als beledigend dat ze over één kam worden geschoren en dat er alleen maar over hen wordt gepraat als probleemgroep. In zo’n sfeer willen ze hun kinderen niet opvoeden.’ Gelijk hebben ze, en de kans is groot dat niet de armen, maar juist de middengroepen de goed opgeleide allochtonen nog meer dan ze nu toch al doen naar de randgemeenten zullen volgen.

Wat een cynische politieke luiheid. In plaats van kansen te creëren voor de ‘kansarmen’ kiest Rotterdam – ook al denkt men misschien juist flink en daadkrachtig te zijn – voor de gemakkelijke weg. Ik scheef het eerder: het wordt kil in de stad.