Feature

Generations

3 x 30 minuten… was er voor drie Eindhovense architectenbureaus vrijgemaakt om bijna 230 jaar aan bureauverleden te presenteren. De lezingen werden op 1 december jl. gehouden in de Witte Dame te Eindhoven en bezocht door Adriaan Boertjes.

De Bever Architecten (± 105 jaar), Van den Pauwert Architecten (± 75 jaar) en KdV Architekten (± 50 jaar) vertelden over de geschiedenis en de architectuur van hun oprichters.

Stefan de Bever, de jongste spreker van het oudste bureau, liet zien hoe oprichter Louis Kooken in de vroege jaren krachtige en duidelijke stedenbouw bedreef. Bekend is het eerste Algemene Uitbreidingsplan van Eindhoven (1918). De stad werd beschreven in een paar regels en wat rooilijnen. De architectonische uitwerking volgde dan als vanzelf de logica van de stedenbouw. De Bever Junior gaf aan dat dit soort beknopt ontwerpen een constante is binnen zijn bureau. De komst van Kees de Bever (1921) bracht een zekere eigen stijl met zich mee, maar beïnvloeding door de tijdsgeest is onmiskenbaar aanwezig. Karakteristieken van De Stijl, de Delftse School van Granpré Molière en de Bossche School van Van der Laan komen hand in hand in het oeuvre voor.

Een omslag volgt wanneer zoon Leo de Bever in de leer gaat bij o.a. Gio Ponti in Milaan en Marcel Breuer in New York. Architectuur in Nederland was voor hem te onbestemd. Hij wilde 'luchtiger, humaner, functioneler' dan dat. Opmerkelijk daarbij is dat hij terugkeerde met Breuers materiaal beton, waarmee hij vervolgens in Nederland zelf zijn experimenten uitvoerde met als bekendste voorbeeld het internationaal congrescentrum Evoluon (i.s.m Lou Kalff).

Nog steeds zoekt het bureau naar een architectuur waarin het detail en het materiaal (soms nog steeds beton) de leidraad vormt. De recente werken weerspiegelen de oude vakmanschap. Er wordt geleerd van ieder project, van ieder detail en zowel de traditie als de pas verworven kennis wordt voortdurend op een andere manier toegepast.

boven, Exposition Internationale de L’Eau 1939, Luik

Bureau Van den Pauwert bezit de voor-functionalistische achtergrond niet. Jan Verdonschot, beschrijft hoe 'Senior' Henri van den Pauwert zich sterk afzette tegen de expressieve architectuur van de Amsterdamse School en de leer van het traditionele architectuuronderwijs dat hij genoot. Samen met o.a. Ben Merkelbach richtte Van den Pauwert de progressieve groep 'De 8' op: pragmatisch, internationaal gericht en zuiver functionalistisch. In 1932 verbonden zij zich met een Rotterdamse groep moderne architecten: de Opbouw. Het tijdschrift De 8 en Opbouw werd, zoals bekend, één van de belangrijke forums van de Nederlandse moderne architectuur.

Van den Pauwert heeft naast zijn activiteiten bij De 8 een indrukwekkende lijst werkgevers gehad (o.a. Wijdeveld, Berlage, Brinkman/Van der Vlugt en Kalff), maar heeft zelf weinig gerealiseerd. Met ontzag vernamen wij zijn magnifieke tekentechnieken die het licht in zijn ontwerpen uitlichtte en met verbazing ook het ontwerp voor het woonblok Réveille in Den Haag, een ogenschijnlijk vroege versie van Weber's 'paperclip' in Rotterdam.

Verdonschot is trots dat hij zo'n geschiedenis van het bureau kan vertellen, maar benadrukt dat de architectuur van Van den Pauwert anno 2003 meer een resultante is van individuele kennis en inbreng van de architecten die er werken dan van een traditie waarop noodzakelijkerwijs wordt voortgebouwd.

links, COOP bakkerij op de Hurk, Eindhoven

In tegenstelling tot de vaak industriële projecten van Van den Pauwert, richt het laatste bureau zich voor het grootste deel op zowel nieuwbouw als renovatie in de woningbouw. KdV is als naoorlogs bureau onder heel andere omstandigheden begonnen. Vanaf 1950 tekende Wim van de Kerkhof in een kamer van zijn woonhuis en dertien jaar later versterkte Lex de Vries zijn team. Het was de tijd van de wederopbouw, waarin voorzien moest worden in veel woningen. Wouter van Wijnen karakteriseert KdV Architekten dan ook als een bouwend bureau. Respectabel is het aantal van ruim 9000 woningen dat tot nu toe is gerealiseerd. Van de Kerkhof en De Vries bedachten plannen voor complete Eindhovense wijken (de Doornakkers bijvoorbeeld – 462 woningen, de Tempel en de Woenselse Heide). Er werd volop geëxperimenteerd met nieuwe woningtypologieën: de patiowoning, split-level en drive-in woningen.

De werkwijze van KdV berust na een halve eeuw in feite nog op dezelfde formule. Midden in het bouwproces staan en goed proberen te communiceren met de toekomstige bewoners of gebruikers. De traditie heeft dat zo geleerd.

Het waren slechts drie bureaus die avond. Maar het besef dat de stortvloed van beelden, projecten en anekdotes een klein deel van het totale oeuvre besloeg, deed bij velen de vraag rijzen hoe Eindhoven er zonder deze generaties architecten had uitgezien.