De Projectenbank Optimalisering Grondgebruik van de Amsterdamse dienst Ruimtelijke Ordening hield op 9 december een discussie- en informatiebijeenkomst. Bij de toelichting en discussie over projecten kwam de spagaat waarin intensief ruimtegebruik verkeert nadrukkelijk aan de orde.
De Projectenbank Optimalisering Grondgebruik wil met voorbeeldprojecten en studies aangeven hoe de schaarse ruimte in Amsterdam zo goed mogelijk kan worden benut. De bank is het resultaat van de projecten die gerealiseerd zijn met hulp van het Coördinatieteam Optimaal Grondgebruik. Om in aanmerking te komen voor deze hulp moesten de projecten wel voldoen aan een aantal voorwaarden: er moest naast een kwaliteitsimpuls sprake zijn van intensiever grondgebruik dan normaal. Er moest spin-off zijn naar meer investeringen in de omgeving, en er moest een bijdrage worden geleverd aan andere sectoren. Vaak ging het om multifunctionele voorzieningencentra waarbij sprake was van een synergie tussen bedrijven en sociale winst. Het Coördinatieteam kwam in actie wanneer een projectorganisatie de tijd en/of het geld ontbrak onderzoek te verrichten naar extreem innovatief ruimtegebruik.
Het programma is vorig jaar gestopt. In de vijf jaar dat het liep zijn zestig onderzoeken uitgevoerd en dertig projecten gerealiseerd. Voor die projecten was zeventig miljoen gulden beschikbaar als smeerolie. De bestemming daarvan was geoormerkt, bijvoorbeeld ten behoeve van een onderdeel dat meer kostte vanwege stapeling.
In het discussiedeel werden zes projecten besproken, van goed geslaagde tot bijna om zeep geholpen projecten, met aandacht voor zowel succes- als faalfactoren. Goed geslaagd was bijvoorbeeld het gerealiseerde Cultureel Educatief Centrum Ganzenhoef, ontworpen door Hans van Heeswijk architecten. Een regionaal opleidingencentrum werd uitgebreid met een aantal culturele voorzieningen, een parkeerkelder en enkele verdiepingen met woning er op.
Als minder geslaagd werd het bijna gereed zijnde 'New York-Amsterdam' genoemd. Deze 'Tuinstad in hoge dichtheid' aan de Jacques Veltmanstraat in Amsterdam West, bestaat uit een hoog kantoor- en wooncomplex van architectenbureau Baneke, Van der Hoeven en twee uitgestrekte appartementencomplexen van architectenbureau Rudy Uytenhaak. De aanvankelijke ruime opzet, met zes onder meer 'urban villa's' waarvan één op een kantoortoren, sneuvelde volgens projectleider Mathijs Meier omdat het budgettair niet haalbaar was een ondergrondse parkeergarage te realiseren (een eis die gesteld werd). Er kwamen meer woningen (24% meer woonoppervlak) en meer kantoorruimte (toename 30%) in een compacter volume zodat ondergronds parkeren wel kon worden gefinancierd. De verkoop van de woningen valt tegen, 50 % is nog niet verkocht. In een binnenstad neemt men compactheid voor lief, maar voor een buitenwijk zijn er andere verwachtingen.
Het meest problematische project dat die middag werd besproken was het niet uitgevoerde SportCityPlaza, dat op het voormalige Jan van Galensportpark moest worden gerealiseerd. Het betreft een multifunctioneel centrum voor sport, onderwijs en cultuur in combinatie met woningen, bedrijfsruimten en kantoren. Sport als nadrukkelijk onderdeel van een woonbuurt. Bijzonder aan dit project was het plan SportParkStad van MVRDV met als blikvanger een voetbalveld op de derde verdieping. De opgetilde sportvelden sneuvelden vanwege de kosten en de complexiteit. Projectleider Kees van Ruyven: 'Misschien hebben we ons vergist in de wens een icoon te maken, de ambitie en de haalbaarheid'. Intenties zijn niet genoeg. Zijn conclusie was dan ook dat de start van een project moet worden gezien als het begin van de uitvoering en dat bij elke beslissing gekeken moet worden naar consequenties voor de uitwerking: 'reduceer vanaf het begin afhankelijkheden en complexiteit'. Anderzijds wees Ruyven somber op de neiging van ontwikkelende partijen om risico's uit te sluiten en stelt hij dat intensief ruimtegebruik juist risico's impliceert.
SportCityPlaza is een voorbeeldproject voor intensief ruimtegebruik, maar dan met name voorbeeld van de onverenigbaarheden die spelen bij intensief ruimtegebruik. Wethouder Duco Stadig adviseerde dan ook in z'n slotwoord 'keep it simple'.