Feature

De edele kunst van het koffiedik kijken 1

Als er iets van de ‘Huizen van de Toekomst’ uit het verleden te leren valt, dan is het dat de voorspellende waarde achteraf altijd vrijwel nihil bleek te zijn. Desondanks blijft het kennelijk aantrekkelijk om zo nu en dan maar weer eens een poging te wagen. Vanaf nu: Living Tomorrow.

Living Tomorrow bevindt zich tussen de kantoortorens van de Amsterdamse Bijlmer (ooit zelf een stedenbouwkundige belofte voor de toekomst). Het door UN Studio ontworpen gebouw is niet zo maar een Huis van de Toekomst, het is een concept, een marketingconcept om precies te zijn. Na twee succesvolle voorgangers in België worden vergelijkbare projecten in andere wereldsteden voorbereid. Living Tomorrow is in de eerste plaats een 'ontmoetingsplaats voor innovatieve bedrijven' die in het toekomsthuis hun producten kunnen tonen aan het publiek. Daar is natuurlijk niets mis mee, zo lang dat publiek maar weet dat het om visies van specifieke bedrijven gaat die stuk voor stuk eigen producten willen testen en verkopen. De toekomst zal daarom altijd vol zijn van nog meer nieuwe apparaten, nooit minder. Fabrikanten presenteren de nieuwe producten op het gebied van wonen en werken in een gebouw dat aan de buitenkant futuristisch oogt, maar dat van binnen ruimtelijk van het dertien in een dozijn soort is. Voor € 11,50 wordt 'het publiek' in weekends en tijdens schoolvakanties een kijkje gegund in de toekomst. De andere dagen zijn voor het bedrijfsleven, 'eigenlijk doen zij hier research en development' aldus de directeur van Living Tomorrow. Tijdens de rondleiding loopt een gids mee die de reacties van het publiek nauwlettend observeert en daarvan na afloop verslag doet aan de organisatie. De betalende bezoekers aan Living Tomorrow zijn dus tevens ongevraagd deelnemer aan een marktonderzoek.

Het gaat bij Living Tomorrow dus om het 'voor de markt' testen van innovatieve producten. Een van de sprekers tijdens de opening gaf in een vlaag van opmerkelijke helderheid en eerlijkheid aan waarom bedrijven aan innovatie doen : 1 omzetverhoging, 2 kostenverlaging, en 3 verbetering van de maatschappij – dit laatste natuurlijk alleen wanneer het niet in strijd is met punt 1 en/of 2. Voor de consumenten dienen zo bleek uit de uitleg tijdens de rondleiding de nieuwe producten twee doelen: ze zouden tijdwinst opleveren (maar daarvoor moet er eerst wel heel veel geprogrammeerd worden) en ze moeten een gevoel van gezelligheid en veiligheid oproepen. Wat er in het Huis van de Toekomst getoond wordt is niet echt sexy of verrassend: de koelkast die zelf aan voorraadbeheer doet staat er weer; de automatische sfeerverlichting (de dimmer bedient via de computer), de gepersonifieerde badkamerspiegel (pa krijgt tijdens het scheren het laatste filenieuws, ma de treinvertragingen en voor het kind is er een twee minuten durend tekenfilmpje), de zelfdenkende wasmachine enzovoort.

Het Huis zelf is niet een van UN Studio's sterkste ontwerpen. Tijdens de opening werd nog gemeld dat het een innovatief 'tube-in- tube' concept betrof, dat helaas binnen de beschikbare tijd nader kon worden uitgelegd. Voor een apparatenfetisjist is Living Tomorrow waarschijnlijk een paradijs, ieder ander heeft er weinig te zoeken. Ook de bouwkundig geïnteresseerde niet, want hoewel er in het gebouw een aantal bouwtechnische innovaties zijn toegepast, zijn deze niet echt zichtbaar of voelbaar. Er wordt tijdens de rondleidingen ook niets over bouwkundige zzken uitgelegd. Wat dat betreft is het beter om te wachten op een uitnodiging voor een 'bedrijvendagje'.