Opinie

Gamma-mania in de Vinex

De Gammaschutting: geliefd bij de doorsnee Vinex-bewoner, gevreesd door welstandscommissies, wethouders, makelaars en architecten. Dirk van den Heuvel, zelf lid van welstand, vraagt zich af waar die strijd tegen de Gammaschutting nu eigenlijk om gaat.

1. De conifeer als welstandsvrij alternatief voor het Gammahek. bron: Welstands sneltoetscriteria voor een erfafscheiding (website Dorp Stad en Land)

2. De tuinaanbiedingen van deze week!

En daar gingen we weer… Volgens de ontwerper had de welstand een uitermate belangrijke functie te vervullen als het ging om het bewaken van de kwaliteit van de scheiding tussen private en publieke ruimte. Stel je voor dat er overal Gamma-schuttingen kwamen! Dat is toch wel het ergste wat er kan gebeuren in een willekeurige Vinex-wijk, hèt schrikbeeld voor wethouders, makelaars en architecten

Nu neuzelden we in onze commissie al maanden bij de ontwikkeling van zo’n gemiddelde Vinex-locatie over erfscheidingen; over hagen, middelhoog, manshoog, de breedte ervan of toch maar klimoppen op gaashekken, gebouwde scheidingen, wie het beheert, en of ze op gemeentegrond of op privégrond moeten komen te staan, en meer van dat soort kwesties. Kortom een fundamentele discussie waar duurbetaalde professionals zich graag mee bezighouden… Om zijn betoog nog eens kracht bij te zetten liet de ontwerper een afbeelding zien van een romantisch dorpje met tussen de achtertuinen lieflijke haagjes van zeg een meter hoog. De waarschuwing die de commissie meekreeg was dat dit het soort architectuur is dat mensen willen. Daar geloofden de architect en ontwikkelaar heilig in. En onze commissie hoorde hier niets over te zeggen, voor ons lag er een mooie taak om de kwaliteit van die haagjes te bewaken

Als mensen een romantisch dorpsstraatje willen, ik vind het prima. De ‘war of the styles’ is wat mij betreft allang een gepasseerd station – in deze tijd is iedereen modern, en als je retro bloemetjesgordijnenarchitectuur mooi vindt, ben je met een soort Nietzscheaanse vrolijkheid misschien wel übermodern… Maar hoezo geen Gamma-schuttingen en wel lage haagjes tekenen…?

Ook veel ontwerpers van ‘moderne’ plannen lijden aan het menselijk tekort zich te kunnen inleven in de banale wensen van de toekomstige bewoners. Vorig jaar kreeg een kleurrijk Vinex-plan de NAi-architectuurprijs. Dat de bewoners nog geen spijker mogen slaan in de buitenkant van hun huis vanwege de bijzondere materialisatie, laat staan een Gamma-schutting oprichten in de tuin – het heet niet voor niets Hageneiland – dat kan de architectuurelite die de prijs toekende, werkelijk niets schelen. Sterker nog, men lijkt het maar wat goed te vinden dat een en ander contractueel is vastgelegd, want anders zie je de buurt bij wijze van spreken verloederen waar je bij staat

Nu valt er nog heel wat meer over de Vinex te zeggen, over het ‘samenspel’ tussen politiek, ambtenaren en ontwikkelaars bijvoorbeeld, en hoe architecten daarmee om gaan (of niet…), maar laten we het even bij de schone taak voor de welstand houden – het toezicht op de erfscheidingen bij nieuwbouw. Dáár hoort welstand zich op richten, daar waar de openbare ruimte drie-dimensionaal wordt, en niet op de gebouwde massa, die is niets meer of minder dan de uitkomst van deze tijd, een oordeel past daar niet. Zijn de huizen achter hun Swiebertjesarchitectuur misschien te klein, te eenzijdig, monofunctioneel of niet flexibel genoeg, daar kan nu eenmaal niets meer aan gedaan worden…, helaas pindakaas, de tijd dat architecten aan een betere wereld bouwden is voorbij, we kunnen onze energie beter richten op het voorkomen van Gamma-schuttingen

Maar waar staat die strijd tegen de Gamma-schutting nu eigenlijk voor? Waarom zouden we die melige ontwikkelaarsarchitectuur wèl moeten accepteren onder het mom van de heersende tijdgeest, en waarom horen zelfgebouwde schuttingen daar niet bij? Is Gamma dan niet een ‘sign-o’-the-times’…? Een vorm van instant Dada-stedebouw, door de bewoners zelf gemonteerd… En waarom zou juist die impuls onderdrukt moeten worden? Gaat het misschien om het architectonisch equivalent van afgedwongen integratie en inburgering? Of toch simpel om smetvrees? Is Gamma dan niet eigenlijk een daad van burgelijke ongehoorzaamheid? Waarom zou een bewoner niet een stuk territorium af mogen bakenen op zijn manier? Is dat niet een diep menselijke behoefte? En waarom maken architecten en ontwikkelaars hier geen ruimte voor? Gamma staat voor die universele behoefte, iedereen begrijpt Gamma en waarom Gamma nodig is, alleen architecten en ontwikkelaars niet