Recensie

Het mooiste van Eindhoven

Onder deze titel vond op 18 april een bijeenkomst plaats in de Witte Dame (Eindhoven). De merkwaardige ondertitel luidde: eerste dag van de Eindhovense wederopbouwarchitectuur, hiermee aanduidend dat er nog meer dagen komen om de waarde van deze architectuur voor de stad te belichten.

Vijftig bezoekers hadden zich netjes ingeschreven om zich een halve zondag te laten informeren. De inleiding van Hein van Buul, tot voor kort hoofd Bouw en Woningtoezicht in Eindhoven, riep een sfeerbeeld op en had als doel de lage dunk die velen hebben over de stad, te ontkrachten.

Daarna vroeg Piet Beekman, stedenbouwkundige en auteur van een standaardwerk over de Eindhovense stadsontwikkeling, op een emotionele wijze aandacht voor de teloorgang van het nog steeds nadrukkelijk in het stadsbeeld aanwezige erfgoed; uit nostalgie maar ook vanuit een morele verplichting aan diegenen die deze gebouwen en wijken met veel moeite tot stand brachten. 'Een stad die zijn verleden alsmaar uitgumt is het niet waard zich een stad te noemen omdat er te veel ruimte wordt gegeven aan de commercie', was een van zijn stellingen.

De verschuivingen in de wederopbouwarchitectuur verbond hij aan de toenmalige inzichten in de Eindhovense politiek over de gewenste uitstraling van de stad. De individualistische en traditionele architectuur van de eerste jaren na de oorlog moest plaats maken voor grootschalige bouw met een modernere uitstraling, cumulerend in het cityplan van Van den Broek en Bakema. Dit plan werd echter door een nieuwe maatschappelijke beweging (truttigheid) vlak na de start van de bouw stilgelegd.

De sloop van de binnenstad was toen al volop gaande. Die gaten zijn inmiddels bijna volledig gevuld. Eerst was er een historiserend winkelcentrum aan de markt (de eerste mall van Nederland). Toen de forse woonblokken en een woontoren pal naast de Witte Dame. Momenteel is het Smalle Haven project van Jo Coenen volop in uitvoering met deelname van onder andere Charles Vandenhove, Jeanne Dekkers en Neave Brown; het Admirantproject met een toren van Cees Dam, een leasure/pleasuregebouw van Van Aken en woningbouw van Gullikers uit Maastricht.

Onlangs heeft West 8/Adriaan Geuze de opdracht gekregen om naast zijn werk aan de herontwikkeling van Strijp S (450.000 m2 vlak naast de binnenstad), ook de route tot in de binnenstad te gaan ontwerpen. Alweer een supervisor die reeds ontwikkelde ontwikkelingsplannen infrastructureel moet zien te koppelen.

Het meest spraakmakende project van al deze binnenstadsplannen is zojuist opgeleverd: de verbouwing van de Piazza naast de Bijenkorf (van G. Ponti en Th. Boosten) door Massimiliano Fuksas. Voor het eerst zijn deskundigen en het publiek het in Eindhoven eensgezind over het resultaat: een dramatische mislukking. Momenteel werkt Fuksas aan een ontwerp voor het 18 September Plein en een gigantische blob ernaast. Ook hiertegen wordt massaal te hoop gelopen.

Het betoog van Piet Beekman mondde uit in een veroordeling van het werk van Fuksas: het nuchtere maar fijnzinnige wederopbouwerfgoed wordt hier fors gebruuskeerd door patserig commercieel geweld.

Het strijden voor het behoud van en inspiratie door het wederopbouwerfgoed is het gelijk van de verliezer. De inzet van vele grote namen zonder samenhangend idee over de binnenstad leidt tot iets wat dan maar, bij gebrek aan beter, een typisch Eindhovens fenomeen is geworden: een binnenstad zonder samenhang als een kralenketting met sjiek naast sjofel, beschaving naast platte commercie.

De laatste lezing door ondergetekende plaatste het momentum van de wederopbouwtijd naast dat van nu. Waar na de oorlog de schaarste aan materialen leidde tot allerlei nieuwe vindingen en een sobere maar optimistische architectuur, zou het thema van duurzaamheid op dit moment een leidend motief moeten zijn bij het bouwen. Dus niet zoals Peter Eisenman stelt: 'Ik wil mijn tijd niet aan dit onderwerp besteden, ik ga liever naar een basketbalwedstrijd', maar zoals in 1987 de World Commission on Environment and Development pleitte voor het instellen van een eed voor architecten:

'That we will build in a way which meets the needs of the present, without compromising the ability of future generations to meet their needs'.