Recensie

Op bezoek bij de Smithsons

‘From the Home of the Future to a house of today’ is de titel van de fraai vormgegeven expositie over woonhuisontwerpen van Alison en Peter Smithson die nu in het Rotterdamse Witte de With te zien is.

De bekendste gerealiseerde gebouwen van de Smithsons zijn zonder twijfel de Hunstanton Secondary School (Norfolk 1954), The Economist Building (Londen 1964) en Robin Hood Gardens (Londen 1972). Deze bekendheid is grotendeels te danken aan het feit dat deze drie gebouwen beschouwd kunnen worden als steen geworden architectuurtheorie want meer dan om hun gebouwde oeuvre zijn de Smithsons vooral beroemd geworden (en gebleven) vanwege de artikelen die zij schreven.

Hun carrière begon in 1949 toen ze de prijsvraag wonnen voor de Hunstanton School. Samen met architecten als Aldo van Eyck, Georges Candilis en Shadrach Woods richtten zij in 1953 Team X op. Met Team X maakten zij zich sterk om architectuur te beschouwen vanuit begrippen als relatie en interactie, en niet als een resultante van een analytische studie van functies zoals moderne architecten voorheen de opgave benaderden. Met kunstenaars als Eduardo Paolozzi en Nigel Henderson deelden zij een fascinatie voor het ‘alledaagse’. Deze aspecten komen onder meer tot uitdrukking in de installatie Patio & Pavilion die te zien was op de tentoonstelling This is Tomorrow in de Whitechapel Art Gallery in Londen in 1956. Deze installatie representeerde met symbolen de basisbehoeften van de menselijke ‘habitat’. Zo wordt de behoefte aan grond verbeeld door de patio en het paviljoen symboliseert de noodzaak voor een beschutte ruimte. Beide ruimtes worden gevuld met afbeeldingen en objecten die de menselijke behoefte symboliseren.

In hetzelfde jaar realiseren de Smithsons nog een paviljoen: het House of the Future, dat te zien was op de Daily Mail Ideal Home Exhibition in Londen; een woonhuis in een suburbane omgeving zoals dit er in 1981 uit zou kunnen zien, en dat gelijktijdig als stand kon dienen voor de nieuwste huishoudelijke apparaten van de sponsors. Het House of the Future bestond uit een cel waarvan de kern werd gevormd door de patio. De verschillende woonfuncties waren hieromheen geschikt – een plattegrond die verwantschap vertoonde met die van traditionele Noord-Afrikaanse woonhuizen.

De expositie schenkt ruime aandacht aan dit project met foto’s, tekeningen en een computeranimatie op een groot scherm. De bezoeker loopt als het ware door het huis, iets wat de bezoeker op de Ideal Home beurs niet was gegund, zij keken vanaf een hoge loopbrug in het huis.

1 Sugden House, Watford 1956

2 Solar Pavilion, Upper Lawn Wiltshire 1962

Gedurende hun hele werkzame leven hebben de Smithsons woningen ontworpen. Opmerkelijk is dat slechts enkele daadwerkelijk gerealiseerd zijn. Veel van de ontwerpen waren ook niet in de eerste plaats bedoeld om gerealiseerd te worden, het waren studies of inzendingen voor ideeënprijsvragen. Op de tentoonstelling zijn ook een aantal ontwerpen te zien die de Smithsons maakte voor particuliere opdrachtgevers, maar die om verschillend redenen nooit werden gerealiseerd; de ene keer wilde de gemeente geen toestemming geven en een andere keer had de opdrachtgever toch niet genoeg geld, zoals te lezen valt in de aandoenlijke brief die filmregisseur Joseph Josey schreef aan Peter Smithson.

Speciaal voor de tentoonstelling zijn een groot aantal maquettes gemaakt die laten zien hoe de ontwerpen zich naadloos in de omgeving laten opnemen en daarmee de ‘as found‘ houding van de Smithsons op het niveau van situering in het landschap illustreren. ‘We meant by the ‘as found’ not only adjacent buildings but all those marks that constitute remembrances in a place and that are to be read through finding out how the existing build fabric of the place had come to be as it was.‘ Hun eigen vakantiewoning Upper Lane in Wiltshire waarbij  een oude muur en schoorsteen geïntegreerd werden in een nieuw huis illustreert voorbeeldig hoe zij zich dit voorstelden. ‘As found‘ kon ook van toepassing zijn op het interieur zoals de Smithsons demonstreerden met de verbouwing van hun eigen woonhuizen.

1 Three generation poster, 1981

2 Waterlily and Fish desk 1993

De tentoonstelling onderzoekt, aldus de samenstellers Dirk van den Heuvel en Max Risselada, ‘de ontwikkeling in de zoektocht van de Smithsons naar de art of inhabitation. Ook voor de bezoeker is het een beetje een zoektocht. Van hem wordt verwacht dat hij zelf de mogelijke verbanden legt tussen de tentoongestelde woningontwerpen en andere niet getoonde werken van de Smithsons, en tussen de Smithsons en diegenen aan wie ze zich schatplichtig voelden. Op de tentoonstelling hangt de poster die Peter Smithson maakte van drie generaties moderne architecten (Mies van der Rohe, Eamesjes en henzelf) maar iedere toelichting ontbreekt. Hoe moet het niet getoonde Patio & Pavilion begrepen worden in relatie tot het getoonde? En hoe de tijdslijn te begrijpen die de samenstellers maakten van beroemde ‘ontwerpstellen’ beginnend bij Gerrit Rietveld en Truus Schröder via Pierre Jeanneret en Charlotte Perriand, Jean Prouvé en Charlotte Perriand, Ray en Charles Eames en eindigend met Alisons en Peter Smithson? Van al deze stellen zijn meubels, maquettes en interieurfoto’s te zien. Het is bekend dat ‘ontwerpstellen’ voor Alison en Peter iets magisch hadden, maar op welke wijze zijn de toch wat bizarre meubelontwerpen van de Smithsons op een lijn te zetten met bijvoorbeeld de ontwerpen van de Eamesjes?

Na het zien van de tentoonstelling dringt zich de vraag op of we hier te maken hebben met een briljante of overschatte architecten, of zouden ze zoals Hugh Pearman suggereerde in The Sunday Times ‘have stuck to talking?‘ Ga naar Witte de With en oordeel zelf.