Het geloof in de maakbare samenleving is weer een beetje terug bij een nieuwe generatie stedenbouwkundigen. Maar de manier waarop en wat men er precies mee doet, is totaal anders dan in de sixties en seventies.
We zien grofweg twee strategieën: een kritische, die accepteert dat het paradijs nooit bereikt zal worden, en daarom het geven van kritiek als hoogst haalbare kwalificeert; daarnaast een onvoorwaardelijke, die weliswaar accepteert dat de ideale samenleving onbereikbaar is, maar dat toch als ontwerpuitgangspunt hanteert, onder het motto ‘zonder hoop geen ontwerp’. Als je niets ten goede wilt keren, blijf dan in godsnaam van die beeld- of tekstverwerker af, zegt die tweede stroming. Logisch, want alleen mensen die een betere wereld willen achterlaten, kiezen toch voor een studie stedenbouw? Wie zo snel mogelijk een Mercedes met schuifdak wil, wordt wel tandarts of archinedcorrespondent. Hoop doet ontwerpen: deze strategie komt neer op een soort politieke stedenbouw of actieplanning, met als initiator een flexibele stedenbouwkundige die per opdracht kiest voor stenen stapelen of stenen gooien. Beide perspectieven kunnen effectief zijn.
Schaduw
In 1977 verscheen de eerste plaat van punkband The Boys, met daarop het nummer ‘Living in the City’, een tijdloos meesterwerkje waarin het stadsleven werd opgehemeld. De strekking van het lied: leven in de stad is leven in de schaduw van toekomstige grote gebeurtenissen, op een plek waar neonlicht de plaats van de zon heeft ingenomen. En infrastructuur is uitgevonden om de stadsbewoner te laten geloven dat iedere uitvalsweg naar het paradijs leidt en iedere metrobuis naar succes. Een fijne gedachte: groen licht betekent dus ‘alles is mogelijk’. Tegenwoordig heet dat ‘just do it’, maar dat is alleen weggelegd voor mensen die zich een merk kunnen veroorloven. Daarom stelt al dat lifestyledenken, ook in de stedenbouw, zo weinig voor.
Het gevoel dat iedere metroreis gelijk staat aan een enkeltje succes heeft niemand meer, daarvoor zitten we er te vaak in. Maar de sensatie om in een vreemde stad ondergronds in te stappen en plotseling een deel van de rit bovengronds af te leggen en onverwacht een stuk van de stad in daglicht te zien, blijft onbetaalbaar. Een dergelijke ervaring goed vormgeven, zoals sommige ontwerpers in het boek ‘Event landscape?’ blijken te kunnen, is een daad van groot vakmanschap, een bewustzijnsverruimende actie. Instappen wordt dan ontsnappen. Een van de landschapsarchitecten (Bureau BGMR uit Berlijn) laat een metrolijn in Leipzig eindigen onder een uitzichttoren van waaruit herten in het wild te zien zijn. De lijn heeft nu als eindstation ‘natuur’ in plaats van ‘koopgoot’. Briljant, want onverwacht. En waarom zou ‘groen’ geen economische motor kunnen zijn?
Actie
Terug naar het stadsleven in de ‘schaduw van toekomstige grote gebeurtenissen’. Die gebeurtenissen moet je altijd zelf organiseren, en dat duurt soms even, als het al lukt. Gelukkig is er sinds een jaar of tien INURA, het International Network for Urban Research and Action. Deze club bindt de strijd aan met snelle winsten, consumentisme en gettovorming. INURA heeft een manifest opgesteld met vijf eisen (het lijkt de Maagdenhuisbezetting wel) die onvertaald het best bekken: ‘disempower global players; make profits unsustainable; no borders for people; autonomy and social justice in everyday life; liberate the urban imagination’. Inderdaad: hoop doet ontwerpen. Actievoeren is, vooral in spoedeisende gevallen, een stuk directer dan planologie.
De vijf eisen komen voort uit de overtuiging dat het leven in steden tegenwoordig ongezond, gevaarlijk en duur is, en dat de stad van laboratorium voor progressieve sociale experimenten verworden is tot dystopie, tot plaats waar haat, populisme, fascisme en geweld de toon zetten.
Van tolerante stad naar zero tolerance, zelfs in Nederland weten we daar inmiddels alles van. Volgens INURA is het mooi geweest met het kortetermijndenken en het faciliteren van multinationals. Het is de hoogste tijd voor stedenbouw met een menselijk gezicht. Zonder empathie word je nooit een goed ontwerper. Naïef of niet, de tijd is er blijkbaar rijp voor. INURA is daar waar actievoeren en stadsplanning elkaar ontmoeten. Dat is een interessante positie. De ene keer is de bijdrage een meeslepend ontwerp, de andere keer een spandoek. De ene keer event landscape, de andere keer event communication. De strijd gaat door.