Recensie

De stedenbouw voorbij

“Wat wij doen bestond 10 jaar geleden niet en bestaat nu eigenlijk nog niet” Deze uitspraak van Riek Bakker, het boegbeeld van het Rotterdamse bureau BVR, is tekenend voor de veranderende planningspraktijk en de positie die BVR daarin inneemt. Het jubileumboek ‘BVR, Ruimte en Regie’ schetst deze ontwikkeling. Joost van den Hoek las het en acht het een aanrader.

Alle grote veranderingen in de ruimtelijke ordening vinden een weerspiegeling in de carrière van Riek Bakker, vaak te zien op TV, recentelijk nog bestempeld als de schaduwminister van ruimtelijke ordening door de Groene Amsterdammer. Toen eind jaren 70 het stadsontwerp werd herontdekt, won Bakker met haar toenmalige bureau Bakker en Bleeker een van de eerste prijzen voor Park la Villette in Parijs. Eind jaren 80 bedreef zij als eerste citymarketing door Rotterdam als directeur dienst Stedenbouw te verkopen als Manhattan aan de Maas. Weer een decennium later begreep zij als geen ander de marktwerking van de jaren 90 en startte BVR, bekend van onder meer het UCP en Leidsche Rijn. Inmiddels bestaat dit bureau met 20 medewerkers onder leiding van Riek Bakker 10 jaar. Dit wordt gevierd met een boek onder de titel: ‘BVR, ruimte en regie’

Na de hausse aan bureauboeken die na Koolhaas’ SMLXL het licht hebben gezien, komt Ruimte en Regie bescheiden over. De inhoud is echter veelomvattend en laat zich lezen als een staat van de Nederlandse stedenbouw, geïllustreerd met werk van BVR.  Het boek is tegelijkertijd geschikt voor koffietafel en studeerkamer. Aan de koffietafel volstaat de prachtige fotostudie van Hans Werleman: 80  paginavullende foto’s tonen de praktijk van de ruimtelijke ordening en de gedaanteverandering van Nederland in het afgelopen decennium. In de studeerkamer kan men zich verdiepen in 12 essays. Hot issues uit de stedenbouw zoals regionale planvorming en de openbaarheid van de stad worden afgewisseld met inside information uit de projecten van BVR.

Centrale stelling in het boek is dat er vanaf de jaren 70 een complexiteit in stedelijke ontwikkeling is ontstaan die om een grotere conceptuele kracht en organiserend vermogen vraagt dan in de meeste lokale overheden aanwezig is. De essentiële opgaven in de stedenbouw en ruimtelijke ordening staan volgens Riek Bakker op een hoog abstractieniveau:  BVR probeert zich dan ook te concentreren op: opgaven formuleren, coalities smeden, politiek bestuurlijk draagvlak creëren, en communiceren met de burger. Andersoortige expertise en ontwerpvaardigheid wordt meestal ingehuurd. Op deze pijlers ontwikkelt zich de praktijk van BVR, bureau voor strategische stedenbouw.

Het uiteindelijke doel van al deze strategische stuurmanskunst, is natuurlijk het maken van mooie en realistische plannen. Deze krijgen in het boek weinig aandacht. In een paar pagina’s worden 60 plannen getoond, meestal vervaardigd door andere bureau’s onder toeziend oog van BVR. Hilde Blank, de nieuwe inhoudelijk directeur van BVR beschrijft ruimtelijk ontwerpen weinig vleiend als ‘het aansteken van de kaarsen op de taart’. Deze houding lokt vaak het verwijt uit dat de positie van de ‘auteur-ontwerper’ door BVR wordt uitgehold.  Dit wordt weerlegd in een bijdrage van Harm Tilman. Hij geeft aan dat stedenbouwkundige plannen belangrijk zijn als marketing instrument, maar ook steeds meer dienen te anticiperen op maatschappelijke onzekerheid, economische dynamiek en een wisselende programmering. Hiermee wordt volgens Tilman de rol van BVR, als strategisch planmanager, onmisbaar.

Interessant aan het boek is dat niet alleen de successen in beeld worden gebracht. Het gaat ook wel eens mis. Door Peter Paul Witsen wordt uiteengezet waarom het Utrechts Centrum Project, waar BVR een centrale rol had, tot mislukken was gedoemd: grote ambities, zakelijke onenigheid, een wankele publiek-private samenwerking en een dramatische politieke omwenteling. Kortom, alle wezenlijke ingrediënten van de stedenbouw van vandaag.

De caleidoscopische opzet van het boek, de inkijkjes in de praktijk, de thematische essays, de prachtige foto’s maken dit boek tot relevante momentopname van de Nederlandse stedenbouw. Het is dan ook een aanrader voor een ieder die professioneel of anderszins geïnteresseerd is in ruimtelijke ordening.