Column

Lekker blijven ordenen

Remco Daalder legt uit waarom de nieuwe Nota Ruimte slecht is voor de natuur in Nederland.

1 Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur: water natuur landschap. Kaart uit de Nota Ruimte

2 Kwaliteit natuur en landschap. Kaart uit de geaborteerde Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening

In het vogelkundige blad Limosa stond onlangs een opvallend artikel van Jan Parlevliet. Hij bestudeerde de ontwikkeling van de Nederlandse broedvogelbevolking van 1900 tot 2000 en concludeerde dat het aantal soorten broedvogels in die periode aanzienlijk was toegenomen. Er zijn in honderd jaar tijd weliswaar vijf vogelsoorten verdwenen uit Nederland, maar er zijn er 47 bijgekomen, waaronder moerasvogels zoals Zilverreigers, eenden en ganzen. De toename vond vooral plaats na 1960, toen langzamerhand steeds meer ruimte werd gegeven aan grote natuurprojecten als de Oostvaardersplassen en het Lauwersmeer. Na de nodige mitsen, maren en onderzoekstechnische kanttekeningen komt Parlevliet uiteindelijk toch met het hoge woord: de natuurkwaliteit is er in Nederland sinds 1900 alleen maar op vooruit gegaan.

Dat geeft te denken. Het eeuwige gemopper van natuurbeschermers en sommige ecologen, het Vroeger was alles beter, het Alles gaat naar de klote, het Waarom luisteren ze niet naar ons is blijkbaar op drijfzand gebaseerd. Vroeger was alles helemaal niet beter, het wordt alleen maar mooier en blijkbaar hebben de mensen die het voor het zeggen hebben, zij die de ruimtelijke inrichting van Nederland bepalen, steeds goed geluisterd naar de Natuurbeschermers.

Dat begon al bij het Biologisch Reveil van 1900. De bioloog Thijsse en zijn medestanders pleitten voor een groot bos bij Amsterdam, maar uiteindelijk waren het de ordenaars, burgemeester en wethouders, die het signaal oppikten en kracht gaven. Vervolgens gaven de stedenbouwers Van Eesteren en Mulder het Amsterdamse Bos een plek op de kaart.

Landelijk zorgde de voortdurende greep van de Nederlandse overheid op de ruimtelijke ordening voor kansen voor forse natuurontwikkeling. Als biologen die kansen zagen en die goed konden vertellen, dan werden hun wensen opvallend vaak gehonoreerd.  De Blauwe Kamer, de Millingerwaard, de Biesbosch, Nederland kreeg er flinke stukken natuur bij. Dat was mogelijk door goede ordening, waarbij alle ruimtelijke wensen op landelijke of bovenregionale schaal op elkaar werden afgestemd en hun plekje kregen. Kom daar maar eens om in België.

Een kwalijke zaak dus dat de landelijke overheid de ruimtelijke ordening in de Nota Ruimte nu vrijwel loslaat. Dat maakt de kansen op grotere eenheden landschap, op nieuwe forse natuurgebieden  nihil. Grote eenheden overschrijden altijd gemeentegrenzen. Als elke gemeente afzonderlijk zijn ruimte mag ordenen dan gaat er veel gebeuren, maar geen grootse en meeslepende dingen.