Feature

Living Daylights

De Stichting Living Daylights organiseerde op 6 en 7 juli de eerste Masterclass Daglicht. De stichting promoot een goed gebruik van daglicht in de gebouwde omgeving. Daglicht is passie, stelde Atto Harsta, een van de initiatiefnemers, maar een goede toepassing vereist veel kennis van zaken.

De Stichting Living Daylights is in 2003 opgericht en zet zich in om het gebruik van daglicht in de gebouwde omgeving te verbeteren. Living Daylights organiseert masterclasses, daarnaast wordt in oktober een Daylight-Award uitgereikt en er is een Daglichtboek in de maak.

De eerste Masterclass Daglicht vond plaats op de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft. De ironie wil dat de workshop plaats vond op een van de donkerste plekken van het faculteitsgebouw en ook nog eens op de plek waar tot voor kort een grote daglichtsimulator stond. Dat de faculteit deze simulator niet meer nodig vond en heeft weggehaald, typeert de plaats die daglicht inneemt in de huidige architectuuropleiding. In de architectuur van de Koolhaasschool gaat het in de eerste plaats om het concept. De positie van daglicht wisselt sterk per concept en per project. Door de nadruk op het concept komt het echter regelmatig voor dat dit een goed daglichtgebruik in de weg zit of dat er simpelweg te weinig belang aan gehecht wordt.

Volledig transparante gebouwen zien er fantastisch uit op de computer en in een maquette, maar zijn in de praktijk alleen te realiseren met een intelligente zonwering. Denk maar aan de hightech gevel van het ING-House. Strenge regelgeving en eisen van de opdrachtgever resulteren steeds vaker in gesloten gebouwen die het daglicht juist zoveel mogelijk proberen te weren. Een herijking van het gebruik van daglicht in de architectuur lijkt daarom op zijn plaats.

De masterclass bestond uit een serie lezingen en een workshop. De deelnemers, bestaande uit studenten, junior- en seniorarchitecten, gingen in drie teams aan de slag. De teams werden begeleid door de ‘masters’ Jan Pesman, Bjarne Mastenbroek en Liesbeth van der Pol. Elke master had een opgave uit zijn/haar eigen praktijk meegenomen, zodat de workshop zich direct kon focussen op een specifiek aspect. Een slimme zet, aangezien het thema daglicht te breed is om in twee dagen volledig te bestrijken. Het ontwerpproces werd ondersteund door een team experts, zodat het ontwerp zich snel kon verdiepen. Het team van Jan Pesman ontwierp een multimerk showroom en het team van Bjarne Mastenbroek een kantoorgebouw onder een enkelglazen stolp.

De meest opvallende bijdrage kwam van Liesbeth van der Pol, die een ontwerpopgave voor een woongebouw op de Amsterdamse Zuid-As had meegenomen. Typerend voor haar werkwijze was het poëtische motto dat zij haar opgave meegaf: ‘Een palazzo tussen enorme reuzen’. Het ging om een relatief klein gebouw met sociale woningbouw tussen drie hoge torens. Doordat de torens het meeste daglicht wegnemen, was het zaak het gebouw zo te ontwerpen dat het weinige beschikbare licht op een efficiënte manier werd gebruikt. De resultaten van de workshop waren 10 leuke concepten die elk op een slimme manier het daglicht gebruiken.

Met een reader en de lezingen kreeg elke deelnemer een flinke dosis informatie toegediend. Door de snelheid van ontwerpen bleef het studentenplangehalte van de ontwerpen echter hoog en moesten de uitgenodigde daglichtexperts bij de eindpresentatie toch kanttekeningen plaatsen bij de verschillende ontwerpen. Bjarne Mastenbroek stelde daarbij terecht dat een gebouw in de praktijk gewoon op alle niveaus heel erg slim in elkaar moet zitten om stand te houden tegenover adviseurs en aannemers.

Om stevig in het bouwproces te staan moet de architect niet alleen intensief samenwerken met de andere partners in het bouwproces, maar moet hij vooral ook zélf kennis hebben van daglicht en van alle niveaus waarop dat in het gebouwontwerp een rol speelt.

De kennisontwikkeling op het gebied van daglicht gaat razendsnel, maar blijft voor een belangrijk deel hangen bij ‘de adviseurs’. Living Daylights wil deze kennis ontsluiten en koppelen aan een passie voor daglicht. Aangezien licht zo’n elementair aspect van de architectuur is, lijkt deze missie bij voorbaat geslaagd.