Feature

Dig the City, het niet-geplande Amsterdam

Een stad heeft behoefte aan tijdelijke gebouwen en illegale nederzettingen. Aan braakliggende, nutteloze, ongrijpbare, soms beangstigende plekken waar de regels niet gelden. Al was het alleen maar als tegenwicht voor het soms al te netjes aangeharkte straatbeeld. ARCAM vatte het niet-geplande Amsterdam samen in een routekaart en de begeleidende tentoonstelling ‘Dig the City’. Steven van Teeseling ontdekte voor Archined ‘eigenwijs Amsterdam’ en stelde een alternatief parcours samen.

Onkruid vergaat niet. Dat bleek maar weer eens tijdens de fietstocht op de grens van oud-west en zuid. Bij gebrek aan lege, ongeplande ruimte – Amsterdam is immers ‘af’ – worden veel plekken in de stad op een andere manier gebruikt dan waarvoor ze eigenlijk bedoeld zijn. Het park wordt een tentenkamp, illegale handelaren verkopen vanuit een parkeergarage, een voetbalveld wordt de locatie voor een zangvogelwedstrijd, een stuk zeil maakt van een hangplek een clubhuis. De tentoonstelling ‘Dig the city’ toont aan de hand van de foto’s van onder meer Theo Baart, Jeroen Musch en Bas Princen de onverwachte mogelijkheden van de stad. Of eigenlijk de creativiteit van haar bewoners. Stadsnomaden, kunstenaars en zwervers waren altijd al kampioen in het vinden van bruikbare restplekken. Maar ook de gewone Amsterdammer bevecht zijn eigen autonome hoekje om te wonen, werken, sporten of alleen maar wat rond te hangen. En dus zijn er ondanks een fijnmazig gemeentelijk netwerk van ‘markering, vergunning en handhaving’ nog steeds plekken te vinden waar mensen gewoon hun gang gaan, aan de regulering ontsnappen, waar ze niet netjes binnen de lijntjes blijven.

Arcam’s fiets-, skate- en wandelroutes voeren ons door de Bijlmer, Oost en het Centrum. Archined’s alternatieve route start aan het eind van de Overtoom. Het begint al bij het café op de hoek. Iets te opvallend staat een terrasstoel nèt een metertje buiten de toegestane zone. Koppig, op het recalcitrante af – ‘wij bepalen hier zelf wel wat kan en niet’ – een geuzenstoel. Op een meer charmante manier toont de bewoner van een kleine woning aan het water van de Schinkel (linksaf, om de hoek van de Overtoom) het wilde wonen in zijn kleinste vorm. Een hoekje voor het raam op de begane grond, bedoeld als ingang van de berging, wordt door het eenvoudigweg plaatsen van een stoel een riant balkon aan de kade (afb.1). Even verderop hebben woonwagenbewoners de zeggenschap over de eigen leefsituatie wat brutaler aangepakt. Een standplaats is hier inmiddels uitgegroeid tot een klein dorp, volgebouwd met een keur aan woonwagens, caravans, containers, en een tentje (afb.2). Linksaf, aan de Stadiongracht, zitten twee pensionado’s tevreden tussen hun handeltje tweedehands huisraad (afb.3). Een reeds lang gesloten fietsenstalling is hun uitvalsbasis voor een bescheiden vlooienmarkt die een groot deel van de stoep bezet houdt. We gaan langs een mooi bewerkt bruggenhoofd rechtsaf de Amstelveenseweg op, om meteen weer rechts een klein bedrijventerrein op te fietsen. Multicultureel en tolerant Amsterdam toont zich hier op zijn best. Turkse, Pakistaanse en Hollandse autogarages, een enorme Indonesische meubelhal, Huize van Driel (afb.4), de uitstallingen van een timmerman, en een prachtig stukje ‘slum’ gaan hier gebroederlijk samen in het straatbeeld. Een ‘dakloze’ heeft, onder toeziend oog van de bewakingsbeambte van de naburige de ambulancedienst, een mooi woninkje voor zichzelf gerealiseerd (afb.5).

Langs het Burgerweeshuis, aan het eind van het IJsbaanpad rechts ligt een oud treintracé, de zogenaamde Groenlijn. Niet of nauwelijks meer in gebruik, is het nu vooral een pad om je hond uit te laten en vind je er de voordeuren van de volkstuinbezitters aan de westzijde van de Schinkel. Net als de woonwagenbewoners en de dakloze leiden deze nette mensen aan een vergaande vorm van horror vacui, elk stukje grond wordt volgezet. En gebruik wordt hier toe-eigening, zet er een tuinkabouter neer en een vlag erop, en het is jou land (afb.6,7). Maar er wordt hier in het stadse groen ook gewerkt en gescharreld door kippen en hanen (afb.8,9). We banen ons een weg tussen de loslopende waakhonden om in het prachtige, niet meer als begraafplaats dienst doende Huis Te Vraag (aan de Rijnsburgstraat) onze tocht te beëindigen gelouterd en geïnspireerd door zoveel prettig onorthodoxe vormen van ruimtegebruik. Gelukkig is nog niet alles ingekapseld. Ook in het ‘affe’ Amsterdam valt nog veel te ontdekken.