Bjarne Mastenbroek ontving vele prijzen, waaronder Archiprix, Europan en de Charlotte Köhlerprijs. Recentelijk werd hij genomineerd voor de AM-Nai prijs 2004. Reden genoeg voor ARCAM om hem uit te nodigen voor een lezing over zijn motieven en inspiratie, en de architectuur van SeARCH.
Het podium van theater de Brakke Grond in Amsterdam was voor de gelegenheid versierd met 'bekers' en een 'prijzenkast', om de successen van de spreker te illustreren.
De lezing over Mastenbroeks motieven en inspiratie begon met een verhaal over zijn jeugd. Hij groeide op in een villa in de bossen van Nijverdal, een omgeving die van invloed zou zijn op zijn architectuur: 'ruimte zonder grenzen, waarin alles met elkaar in verbinding staat'. Als getuige van de uitbreidingen in Nijverdal ontdekte hij al snel dat de open ruimte kwetsbaar is, en dat als je dan toch bouwt, beter iets moois kunt bouwen.
Mastenbroek ging naar Delft om architectuur te studeren en liep daarna stage bij Enric Miralles in Spanje. Miralles was voor hem een echte 'meester, met een persoonlijke kijk op architectuur' en zijn werk 'continu en grenzeloos', hij werd voor Mastenbroek een inspiratiebron.
Na terugkomst in Nederland begon hij met Dick van Gameren een samenwerkingsverband dat ruim 12 jaar zou duren. Er werden reizen gemaakt naar onder andere Mexico en Ethiopië. In deze landen vond Mastenbroek de architectuur die hem voor ogen stond: zuiver en scherp, met onverwachte wendingen. Architectuur gebouwd met geëigende middelen, die 'democratisch is, niets uitsluit'. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de projecten van Peter Zumthor, die volgens Mastenbroek 'onbereikbaar zijn, ultieme uitzonderingen'.
Terug in de Nederlandse praktijk gaat het vooral om 'hapklare brokken' en 'zielloze productie'. 'De uitkomsten van architectuur zijn niet autonoom, maar berusten op collectieve keuzen in een maatschappelijke context. We moeten meer gaan nadenken over wat we werkelijk willen', aldus Mastenbroek. Hij verbaast zich over het feit dat niemand zich meer iets lijkt af te vragen, maar dat er gewoon kritiekloos ontworpen en gebouwd wordt. 'Willen we een instant succes of een duurzame stad?' 'Het uitbuiten van elke vierkante meter in de stad, is dat een kwaliteit? Blijkbaar kiezen we hiervoor.'
Een film die veel indruk op hem maakte was Powers of Ten van Charles Eames. Hierin wordt het leven op verschillende schaalniveaus, van micro tot macro, naast elkaar gezet waarvan een klein deel nog maar het spectrum van de architect betreft. Wat is de kern van de architectonische opgave dan nog? Soms vluchten we in het virtuele waarin alles te manipuleren is of zoekt men juist geborgenheid; moderne architectuur wordt niet verkocht.
Als architect is het soms moeilijk kiezen tussen vluchten of verantwoordelijkheid. Met stedenbouw probeert SeARCH de uitbreidingen 'aan te hechten' in de context, soms tegen wil en dank. Dan wordt de ruimtelijke kwaliteit in de slotfase om zeep geholpen. Of uiteindelijk de strategie van de opdrachtgever overgenomen en het kavelgrid er letterlijk in gelegd, om met overgeschoten kavels alsnog openbare ruimte te maken. Het schetst het huidige ontwerpklimaat van Nederland.
Verschillende projecten passeerden tijdens de lezing de revue: Onzichtbaar parkeren in Leidsche Rijn, 'kerk gerecycled' in Den Haag, ex-gekromde balkons in Lelystad, Glass-house Farmsworth, Boerderij Wolzak en de ambassade in Ethiopië – wonen en werken onder waterniveau – die nu in aanbouw is. Als uitsmijter was er het Postbankpaviljoen. Hier was de passie weer even terug: Mastenbroek vertelde over het paviljoen als continuering van het landschap en als architectuur waarin de natuur als metafoor is gebruikt, herinnerend aan het landschap uit de ijstijd.
Ondanks hun schoonheid ging de toelichting op de projecten toch vaak over het onderhandelingsproces tussen architect, opdrachtgever en andere instanties. De idealen verdwenen hierdoor gaandeweg naar de achtergrond, wat jammer was. Mastenbroek vindt dat we moeten blijven knokken voor kwaliteit in de Nederlandse architectuur, maar blijkbaar is ook hij af en toe moegestreden. Gelukkig heeft hij zijn bekers nog.