Na het voor veel instellingen teleurstellende advies van de Raad voor Cultuur doet de regering er vandaag nog een flinke schep bovenop. Uit de vandaag gepubliceerde cultuurnota ‘Meer dan de som’ blijkt dat het kabinet nog meer wil bezuinigen op het architectuurbeleid van de komende vier jaar.
De kaasschaaf of hakken, dat leek zo'n beetje de keuze waar de overheid voor stond, gegeven het overigens discutabele feit dat er bezuinigd zou moeten worden op de uitgaven voor cultuur. Anders dan bij de meeste overige sectoren koos de Raad voor Cultuur, in zijn advies aan de regering dit voorjaar, ervoor om bij de sector architectuur onder de architectuurinstellingen te hakken. Archis, De Architectuur Biënnale en Architectuur Lokaal kregen een negatief advies, nieuwe instellingen kwamen er niet bij en van de overige instellingen werd een al te grote verhoging van het budget verminderd. Alles bij elkaar een bezuiniging van 650.000 euro. Waar gehakt is, kan altijd ook nog geschaafd worden moet het kabinet hebben gedacht, want in de begroting voor het komende jaar wordt er nog circa 320.000 euro extra van het toch al bescheiden budget van het Raadsadvies afgepeuterd. Archined, Archiprix, het Berlage Instituut, Bonas en Europan krijgen de door de Raad voor Cultuur positief geadviseerde extra middelen er voorlopig niet bij en zijn evenals vele andere 'ondersteunende instellingen' (instellingen die niet direct kunst of cultuur produceren) een jaar in de ijskast gezet. Het NAi is wat dat betreft spekkoper met toch nog 100.000 euro meer in plaats van de geadviseerde 250.000 euro. Alleen het Stimuleringsfonds lijkt de schaaf te zijn ontweken.
Het belangrijkste verschil ten opzichte van het Raadsadvies is dat veel instellingen niet zeker van een vierjarige subsidie meer zijn. Een groot aantal (waaronder ArchiNed, BONAS, Europan en Archiprix) zijn gekenmerkt als zogenaamde 'ondersteunende instelling'. Voor deze instellingen is een overgangsjaar gecreëerd. Op basis van nadere richtlijnen die dit najaar zullen volgen zal in 2005 pas een definitieve beschikking (en dus mogelijk afwijzing) voor de periode 2006-2008 volgen. De staatssecretaris had aan de Raad de opdracht gegeven 10% te bezuinigen op zogenaamde ondersteunende instellingen. Zover ging het advies van de Raad niet en dus is besloten de ontbrekende 3 miljoen volgend jaar binnen te halen. Uitgangspunt schijnt daarbij te zijn dat er slechts een ondersteunende instelling per cultuursector overblijft. Wat deze beslissing voor gevolgen heeft voor de architectuursector, die immers in feite in zijn geheel ondersteunend is, is vooralsnog niet duidelijk. De kans bestaat dat er in 2006 nog minder architectuurinstellingen over zullen zijn. Alleen het NAi, het Berlage-instituut en het Stimuleringsfonds zijn zeker van een vierjarige subsidie.
Alles bij elkaar financieel gezien een druppel op een gloeiende plaat van de rijksbegroting, maar een – vergeleken met het totale cultuurbudget – onevenredig grote aderlating voor het architectuurbeleid. Drie belangrijke peilers van de huidige infrastructuur zullen verdwijnen of het met veel minder moeten doen en hun activiteiten dus drastisch moeten verminderen. Ruimte voor nieuw beleid bij de overgebleven voorlopig nog wel gesubsidieerde instellingen is er niet meer, het zal gezien de prijsstijgingen van de afgelopen jaren al moeilijk genoeg worden het huidige niveau te handhaven, als de instellingen al de kans krijgen om na 2005 zelfstandig door te gaan.
De nu voorgestelde bezuinigingen geven geen blijk van enige visie van de huidige regering op het architectuurbeleid, het is bezuinigen om het bezuinigen, zoals de Nota Ruimte al een terugtreden om het terugtreden was. Het gaat hierbij om beslissingen die ver voorbij de huidige regeerperiode hun invloed zullen doen gelden. De huidige regering geeft opnieuw blijk van haar kennelijke onvermogen, zo niet haar onwil, om de dankzij decennia lang consistent beleid opgebouwde ruimtelijke en culturele infrastructuur duurzaam voort te zetten, laat staan dat er sprake is van enige wil tot verbetering. De boekhoudkundige flinkheid om bij de forse bezuiniging die al was voorgesteld toch alvast een lullige 320.000 extra af te romen is hiervan eens te meer een bewijs.
In een eerste reactie spreekt de BNA van 'kortzichtige en onevenredige bezuinigingen', die leiden tot 'de sloop van het architectuurbeleid'. Zo snel zal dat laatste nog niet gebeuren, maar dat de huidige regering met de voorgenomen extra bezuiniging zonder visie of inhoudelijke koerswijziging eerder een langzaam verval inluidt dan een bewust voorgenomen sloop, en daarmee dus blijk geeft van totale desinteresse in het architectuurbeleid, is misschien nog wel erger.