Feature

Onder de groene zoden. Tuin of begraafplaats?

In het Gelderse dorp Spijk, gemeente Lingewaal, werd op 3 september de nieuwe Algemene Begraafplaats geopend. Deze werd ontworpen door drie kunstenaars: Mike Tyler, Ronald van Tienhoven en Louwrien Wijers. Uitgangspunt was een begraafplaats te maken als een omsloten tuin; een hortus conclusus.

Spijk is een klein dorpje aan de Linge met ongeveer 800 inwoners. De oude begraafplaats begon vol te raken en de gemeentelijke dienst besloot een nieuwe begraafplaats te ontwerpen. Deze moest plaats bieden aan 360 graven, 21 kindergraven, 44 urnengraven en een veld voor asverstrooiing. Al gauw bleek het ontwerp met de bekende haagjes en kaarsrechte paden niet aan de verwachtingen te voldoen, er was behoefte aan een nieuwe visie. Daarom werden er via Stichting Kunst Openbare Ruimte drie kunstenaars aangetrokken.

Uitgaande van de relatief kleine beschikbare ruimte, ongeveer 60 x 50 meter, kwamen zij met het idee van ‘open omslotenheid’. Of zoals Louwrien Wijers het verwoordde: ‘We gingen uit van een doos die aan één kant open is, in dit geval de oostkant waar men uitzicht heeft over het omliggende landschap tot aan de horizon’. Deze relatie met het open landschap en de intieme sfeer van de begraafplaats zijn kenmerkend voor de hortus conclusus, een door Erasmus geïntroduceerd begrip. Erik de Jong definieert het in de publicatie De Openbare Stadstuin als volgt; ‘De hortus conclusus is (…) een embleem voor de vermenging van natuur en cultuur. Hij staat voor beslotenheid als essentiële levens- en belevingsruimte.’

Deze beslotenheid wordt verkregen door de begraafplaats te omheinen met vlechthekken en stamplemen muurelementen. Eén van de muren fungeert als urnenmuur terwijl de ander als herdenkingsmuur gebruikt kan worden. Een wegenkruis verdeelt de begraafplaats in vier delen. Deze vier kavels liggen ongeveer een halve meter verhoogd en zijn een verwijzing naar oude grafheuvels. De kavels zijn vervolgens onderverdeeld in stroken grafvelden die van elkaar gescheiden worden door gemaaide graspaden. Gezien het aantal mensen wat hier jaarlijks begraven zal worden, gemiddeld zo een acht per jaar, zal de begraafplaats lange tijd leeg blijven. Zolang de grafvelden niet in gebruik zijn worden ze ingezaaid met een éénjarig bloemenmengsel aangevuld met lichtbloeiende bolgewassen. Op elke willekeurige plek kunnen de stroken onderbroken door een nieuw graf te delven. Door de natuurlijk ogende grafvelden, de omslotenheid en het fraaie uitzicht wordt de begraafplaats een prettige plek om te verpozen, een plaats voor verinnerlijking en overdenking; naast een hortus conclusus dus ook een hortus contemplationis.

De nieuwe begraafplaats in Spijk is in meerdere opzichten een geslaagd project. Naast het feit dat het een fraaie groene ruimte is geworden met een bredere functie dan slechts begraven, is het ook een uniek project in de totstandkoming. Door de bewoners van Spijk al in een vroege fase over het project te informeren en te enthousiasmeren werd een breed draagvlak gecreëerd. Voor de aanleg werd gebruik gemaakt van lokale expertise, zo verzorgde een aannemer de fundamenten van de lemen muren, een grondbedrijf maakte de verhoogde grafheuvels en de gemeentelijke dienst was verantwoordelijk voor het inplanten en -zaaien van de grafvelden en in de toekomst voor het onderhoud. Op deze manier is de begraafplaats een ’tuin’ voor en van allen geworden, wat duidelijk merkbaar was aan de enthousiaste reacties bij de officiële opening in het dorpshuis. Het project kon tot stand komen door subsidies van SKOR en Provincie Gelderland, die de begraafplaats als voorbeeldproject ziet.

Ondanks het wat jonge groen, de beslotenheid moet nog groeien, en de helaas net gemaaide grafvelden, is het goed voorstelbaar hoe de begraafplaats er over een aantal jaar uit zal zien: een tuin boordevol symboliek, alsmede een fraaie laatste rustplaats en een herkenbare plek voor de overlevenden.