Feature

Specifieke Neutraliteit

In het ABC Architectuurcentrum Haarlem is tot en met 31 oktober 2004 de tentoonstelling ‘Specific Neutrality’ van Atelier Kempe Thill te zien. Iwan Hameleers doet verslag.

In een kort statement op de tentoonstelling Specific Neutrality betogen de architecten Kempe en Thill dat de hedendaagse ontwerper met een moderne paradox wordt geconfronteerd: 'In een wereld met snelle economische dynamische processen moeten gebouwen multifunctioneel en flexibel zijn, oftewel: neutraal'. Tegelijkertijd herkennen zij de wens van de opdrachtgever een uniek en herkenbaar product te krijgen waarin van de architectuur, analoog aan de wereld van media en commercie, een iconografische kwaliteit wordt verwacht. Atelier Kempe Thill ziet in de herdefinitie en synthese van deze relatie tussen specifiek en neutraal de grondslag voor hun werk.

Het in Rotterdam gevestigde bureau, in 2000 opgericht door de Duitse architecten André Kempe en Oliver Thill, richt zich op stedenbouw en architectuur. Ondanks de relatief jeugdige leeftijd van de oprichters hebben ze, na metroplitane omzwervingen in Europa en Azië, in korte tijd al een omvangrijk oeuvre aan ontwerpen weten op te bouwen. De tentoonstelling in het ABC Architectuurcentrum geeft daarvan een breed overzicht. De opzet van de presentatie is helder, met een adequate hoeveelheid driedimensionale beelden en modellen. Toelichting wordt nergens noodzakelijk geacht. Voor een diepgaandere analyse van de ontwerpen kan de bezoeker gebruik maken van de vele aanwezige projectboekjes. Dat is echter nauwelijks nodig. Het architectenduo maakt projecten die weinig woorden behoeven, die in presentatie en concept het 'specifieke' en 'neutrale' direct herkenbaar maken.

Al bij het eerste project, het prijswinnend ontwerp voor Europan 5 op de Kop van Zuid in Rotterdam, is de toon duidelijk gezet. In een aantal vrijwel identieke slechts vijf meter diepe gesloten bouwblokken heeft elke woning middels glazen gevels een panorama naar de stad (buitenzijde) en de tuin (binnenzijde). Een herwaardering van het gesloten bouwblok door het uitbuiten van het contrast tussen binnen en buiten. De volledig glazen gevels geven het gebouw zijn karakter. De wijze van toepassing roept de vraag op of de architecten de schijnbaar maximaal transparante en detailloze uitstraling kunnen vasthouden tijdens het realisatieproces.

Op kleinere schaal nemen Kempe en Thill in projecten als A row of houses of The empty house een kenmerk van de huidige Nederlandse woningbouwsituatie als uitgangspunt. Zonder cynisme wordt een casco ontworpen waaraan de verschillende toekomstige gebruikers hun eigen individuele invulling kunnen geven. Zij hebben het aangegrepen als een kans om een neutraal kader te scheppen dat uitdaagt tot een nadere invulling. De rol van de architect die lijkt te worden uitgehold tot ontwerper van gevels, wordt zo omgebogen tot ontwerper van de opgave.

Kempe Thill houdt zich niet alleen bezig met woningbouw. Een voorbeeld is de prijsvraaginzending voor het Nam June Paik Museum in Kyonggi Zuid-Korea. Onder een dubbele kunststof gevel huist een over het heuvelachtige landschap meanderende monumentale expositiehal die de longen van het gebouw vormt. Deze hal wordt letterlijk ondersteund door functioneel geordende besloten ruimten. De slimme pragmatische bundeling van bouwfysische eisen en wensen in de translucente architectonische omhulling schept een juist 'klimaat' voor een keur aan gebruiksmogelijkheden. De gevel is daarmee de belichaming van de symbiose tussen 'Specific' en 'Neutrality'.

Veel van de werken worden gekenmerkt door een hoge mate van abstractie en conceptualiteit. Toch geven de ontwerpers een mooie proeve van hun kunnen in materialisering en detaillering bij hun gerealiseerde paviljoens. Zo stelt Kees Christiaanse terecht in de inleiding van de begeleidende uitgave dat het Nederlandse haagpaviljoen voor de Internationale Tuinexpositie 2003 in Duitsland een serene eenvoud uitstraalt. Dat geldt ook voor het Museumpaviljoen uit 2000 dat geheel is opgetrokken uit transparante bierkratjes. Zo slagen de ontwerpers erin met een 'readymade', een knipoog naar de standaardisering in de bouw, een geheel eigen uitstraling te genereren.

De kracht van de tentoonstelling is dat ze direct inzicht geeft in het ideeëngoed van Atelier Kempe Thill. De architecten blijken uitermate trouw aan hun eigen uitgangspunten. Hun kracht is dat ze binnen heldere concepten de synthese tussen het specifieke en het neutrale weten vorm te geven in steeds wisselende omstandigheden en met een veelheid aan oplossingen. En passant laten ze zien op welke wijze een aantal contemporaine thema's als klimaatbeheersing en de rol van de architect worden benaderd. Hun ontwerpen maken nieuwsgierig, zullen zij in staat zijn zichzelf en hun ideeën staande te houden bij de realisatie van grotere projecten, zoals de recentelijk gewonnen prijsvraag voor een 1.7 kilometer lange jeugdherberg in Prora Duitsland?