Feature

Bouwen en Wonen op z’n Jordaans – 2

Afgelopen zomer won de Nederlandse architect Florentine Visser een tweede prijs met haar ontwerp voor een wooneenheid voor lage inkomens in Jordanië. Drie maanden geleden vertrok ze naar Jordanië om vrijwilligerswerk te verrichten voor Habitiat for Humanity Jordan en te onderzoeken in hoeverre haar woningontwerp te realiseren zou zijn.

Drie maanden duurt mijn verblijf in Amman nu. De stad is een zandstenen huizenzee die zich inmiddels uitspreidt over 16 heuvels om haar 2,5 miljoen inwoners te huisvesten. Een stad waarvan de structuur zich langzaam ontraffelt; ken je de heuvels dan ken je de stad. Na elke bocht ontvouwt zich een nieuw ‘stadsschap’, als een labyrint met afzichtelijk markeringpunten. Dit zijn grotendeels overdadige investeringen van Arabische buren, zoals de ovale koker van hotel ‘Le Royale’; 23 verdiepingen geconsolideerd oliegeld uit Irak. Tussen de kitsch zijn ook bescheiden juweeltjes te vinden zoals Wild Jordan, een café-restaurant annex informatiecentrum van The Royal Society for Conservation of Nature. In het ontwerp van architect Ammar Khammash is naast  water- en energie besparende technieken gebruik gemaakt van gerecyclede materialen. Het gebouw is niet echt low budget maar wel een verrassende vernieuwing in Jordaanse architectuur. Echter deze drie maanden waren niet bedoeld om toerist te spelen. De kwaliteit van ‘low cost housing’ Jordanië moet verbeterd worden. En dat valt niet mee.

Hoewel, het experiment met de zonwering van bamboe op het kantoor van Habitat is geslaagd. (zie het artikel Bouwen op z’n Jordaans van 2 augustus 2004). Het is binnen minder heet en de airco gaat minder vaak aan. Ook het wit schilderen van het dak heeft geholpen. Deze maatregelen tezamen maken dat de hitte zich pas aan het einde van de middag als een warme deken om je heen slaat.

Niet alleen in Nederland wordt alles duurder. Uit analyse bleek dat de bouwkosten in Jordanië de afgelopen 3 jaar met 31 % gestegen zijn! Het bouwbudget van een Habitat-woning is echter op 5000 JD (6000 euro) blijven steken. Een hoger bouwbudget betekent hogere leningen voor de bewoners en dat is niet op te brengen. Dus zijn de woningen die Habitat met de bewoners bouwt met 25% gekrompen: 55m2 in plaats van de 80m2. Dit levert een 2-kamerwoning op, waar er eigenlijk 3 nodig zijn: slaapkamers voor de ouders, de zonen en de dochters. De ideale woning laat dus wat langer op zich wachten. Als de lening is afgelost kan er weer bij gebouwd worden. Het gemiddelde Jordaanse gezin bestaat uit 6,5 personen, in de landelijke gebieden waar Habitat actief is, ligt dat getal vaak nog hoger. Maar met multifunctioneel ruimtegebruik kom je een heel eind, de ‘Madafa’ of gastenkamer verandert ’s avonds in de ouderslaapkamer en de jongens slapen op de gang.

1 Amman, 2 Wild Jordan, 3 kantoor Habitat, 4 tent voor huis, 5 ‘oude keuken’, 6-7 Habitat-huis, 8 deel van RSCN bezoekerscentrum bij Wadi Mujib ontworpen door Ammar Khammash, 9 Ghor-al-Safi

foto’s auteur muv 2, Ammar Khammash

De kwaliteit van de ‘Habitat-woningen’ is hoger dan gemiddeld door de bouwkundige supervisie, maar verbetering is altijd mogelijk, zeker vanuit de Nederlandse optiek. Hiervoor is het nodig om eerst goed inzicht te hebben in het bouwproces. Vele gespreken en bezoeken aan dorpen hebben het mogelijk gemaakt om het bouwproces in kaart te brengen. Het bouwen op z’n Jordaans is een sociaal proces dat gesmeerd wordt met de nodige glaasjes thee. De basis is goede relaties, waardoor verantwoordelijkheden niet helder vastliggen. Op zich geen probleem, tot het dak naar beneden komt – en dat is voor een betonnen dak van 20 jaar oud helemaal niet nodig. Deze gebeurtenis leidde tot een volgend project: de verbetering van de betonkwaliteit. Deze is vaak matig vanwege de hoeveelheden water die erin verwerkt zijn. De kwalificatie van de juiste consistentie is  ‘mansaaf’, het nationale Jordaanse gerecht van rijst en (schapen) vlees met yoghurtsaus; mij doet het meer denken aan dunne erwtensoep en daar kun je geen huizen van bouwen. Dat duidelijk maken aan mensen die dat toch al jaren zo doen levert een nieuwe uitdaging op. De eerste stap is op papier gezet in de vorm van ‘Beton Aanbevelingen’. Voor de continuïteit zijn we nu contacten aan het leggen met lokale beton experts voor verdere kennisontwikkeling.

Rest nog een laatste project en dit is een Echt Ontwerp Project. Een werkplaats voor cementblokken in Ghor al Safi. Een prachtige kans om de Habitat filosofie in steen uit te drukken. Mijn bijdrage was niet alleen gelegen in het ontwerp, maar ook in het proces: het denken buiten bestaande kaders. De terreinindeling en plattegrond zijn er nu. Het project heeft een tijdje stilgelegen omdat er nog geen water was, zonder water ook geen beton.

Komend weekend worden onder het genot van de ‘hubblie-bubblie’ of ‘arghileh’ met de bouwer alternatieve constructiewijzen besproken. Als het lukt om met minder cement en staal te bouwen, dan kan deze kennis vervolgens bij de woningbouw toegepast worden. Want met de beperkte middelen van de bewoners ga je niet experimenteren.

Elke regio heeft zijn eigen woontraditie en daarmee samenhangende woningtypologie. In het ontwerp dat door de bewoners in samenwerking met de Jamai’ya (het lokale comité) wordt gemaakt, wordt rekening gehouden met de oriëntatie en met de noodzakelijke toekomstige uitbreidingen. In het hete zuiden van Jordanië zijn veel bewoners van oorsprong Bedoeïenen. Klimatologisch hebben zij de beste oplossing: de tent. Meestal staat deze voor het huis. Op het dak zou beter zijn, maar dan moet er wel eerst een trap gebouwd worden.

Met name in de dorpen is de traditie diep geworteld, verandering dwing je niet af. Verbetering is alleen duurzaam als ze van binnenuit of onderaf komt. Van mij hoeven ze niet in mijn ontwerp te wonen. Wel ga ik graag met bewoners in gesprek over hun keuze met betrekking tot het wonen – met mijn beperkte kennis van het Arabisch valt dat niet altijd mee. Het maken van ‘juiste keuzes’ is, naast het gebrek aan middelen, de helft van het armoedeprobleem. Soms wil men gewoon mooie tegels in de keuken. De douchekop kopen ze later wel als ze weer geld hebben. Ze hebben nooit een douche gehad, dus kunnen die ook niet missen. En als je de oude ‘keuken’ hebt gezien dan is het heel begrijpelijk dat de keuken met tegelvloer dé trots is van de vrouw des huizes.

Maar waar haal je dan het geld vandaan om de woningen beter geschikt te maken voor het hete klimaat? Halve maatregelen? Alleen daar een spouwmuur toepassen waar het effect het grootst is? De 100 JD (120 euro) voor de extra cementblokken vallen buiten de begroting. Bovendien zijn er hogere kosten voor de metselaar, want de 10cm blokken van de spouwmuur vragen meer aandacht dan 15cm blokken; die kan iedereen metselen, ook bewoners en vrijwilligers. Verder is de detaillering van ramen en deuren complexer, wat meer materiaal en arbeid vraagt. De ‘halve’ spouwmuur is dus alleen haalbaar als er elders geld bespaard wordt. Daar cement en staal het zwaarst op de begroting drukken, is het de moeite waard om uit te zoeken of het gebruik hiervan gereduceerd kan worden.