Feature

Stand van zaken

Deze week publiceerde de BNA de resultaten van het jaarlijkse bedrijfsvergelijkend onderzoek onder haar leden. Kort samengevat: 2003 was in economisch opzicht een beroerd jaar voor architecten.

In 2003 nam de netto omzet van de BNA bureaus ten opzicht van 2002 af met 14,1 %. De werkgelegenheid nam evenredig af met 17% (van 7300 voltijdbanen in 2001 naar 6050 in 2003.) De gemiddelde exploitatiewinst nam af met 65% tot € 11.350,=; een gemiddeld rendement van 3,6%. Het wordt ernstiger als men bedenkt dat 63% van de bureaus het jaar met verlies afsloot. Het gemiddelde rendement wordt nog enigszins opgekrikt doordat met name de middelgrote en grote bureaus redelijk scoren (12% rendement gemiddeld). De grote verliezers zijn dus de kleinere bureaus. En dat is vooral ernstig als men weet dat ruim twee derde van de leden een klein bureau voert (40% eenmansbedrijf, 28% 2 tot 4 personen). Als we de middelgrote sector enigszins genereus laten beginnen bij 5 personen dan is 29% middelgroot (5 tot 25 personen), slechts 4% kan tot de grote bureaus worden gerekend (meer dan 25 personen) Er zijn onder de leden totaal 21 bureaus met meer dan 50 werknemers.

De cijfers zijn afkomstig uit een onderzoek onder 213 BNA-bureaus. In totaal telt de BNA 1422 bureaus onder haar leden. Het is de vraag in hoeverre de cijfers uit het onderzoek gelden voor de hele sector. Daarvoor zou om te beginnen duidelijk moeten zijn hoeveel architectenbureaus er eigenlijk in totaal in Nederland zijn. Vervolgens zou moeten worden onderzocht in hoeverre de BNA-bureaus voor wat betreft omzet, resultaat en bezetting representatief zijn voor de totale groep. Helaas zijn dergelijke cijfers onbekend. Niermand weet precies hoeveel architecten(bureaus) er in Nederland actief zijn, laat staan dat er gegevens omtrent omzet of personeelsbezetting bekend zijn.

Een recent onderzoek van de Rabobank schat het totaal aantal architectenbureaus op circa 2000. Dat is aan de lage kant. In ArchiNed's architectenkeuzedatabase zijn circa 2700 bureaus opgenomen die architectonisch ontwerpen als hoofdactiviteit of belangrijke nevenactiviteit hebben (daarnaast zijn nog circa 800 stedenbouw-, landschap- en interieurbureaus opgenomen in de database)  Het CBS heeft geen aparte cijfers voor architectenbureaus en telt het totaal aantal dienstverlenende bedrijven (dus architecten-, adviseurs-, tekenbureaus, constructeurs) in de sector Burgerlijke en Utiliteitsbouw op circa 6500.

Hoewel ook grotere bureaus niet allemaal lid zijn van de BNA is het aannemelijk dat er zich onder de niet-leden wat meer kleinere bureaus bevinden. Als we er van uit gaan dat deze niet-leden zakelijk gesproken gemiddeld gelijk presteren aan de BNA leden, wordt het totaalbeeld dus alleen maar beroerder: een nog groter deel van bureaus sloot 2003 in de rode cijfers af.

Schimmiger wordt het als we op zoek gaan naar de totale omzet van alle architectenbureaus. Wat dragen de architectenbureaus samen bij aan de Nederlandse economie? Het onderzoek van de BNA geeft alleen de netto omzet (omzet minus uitbesteed werk) en stelt deze op circa 457 miljoen (circa 75.000 per voltijds arbeidsplaats) voor alle BNA bureaus samen (een afname met 14% t.o.v. 2002). Geëxtrapoleerd naar 2700 architectenbureaus (en enigszins naar beneden afgerond) zou het totaal aan Nederlandse bureaus met in totaal circa 11.000 arbeidsplaatsen netto circa 850 miljoen bijdragen aan de Nederlandse economie. De RABObank raamt de totale omzet op 1 miljard (waarschijnlijk gat het hier om bruto-omzet, maar dan ligt deze schatting vrij hoog), het CBS inclusief ingenieursbureaus etc op 2,4 miljard.

Het blijft alles bij elkaar een beetje koffiedik kijken op deze manier. Tijd voor een inventariserend onderzoek naar de gehele beroepsgroep?