Opinie

Bij gebrek aan beter

Zoals het er nu naar uit ziet zal de Nota Ruimte binnenkort door de Tweede Kamer worden goedgekeurd. Niet omdat de nota een heldere visie op de ruimtelijke toekomst van Nederland formuleert die door een meerderheid van de kamer wenselijk wordt geacht, maar om de meest lamlendige reden die denkbaar is: bij gebrek aan beter.

fragmenten van het (nu nog) openlandschap van de Hoeksche Waard.

Het gesteggel om tot een visie op de ruimtelijke ordening van Nederland te komen duurt nu al jaren. Minstens drie opeenvolgende kabinetten hielden zich er mee bezig. Door de val van het tweede kabinet Kok kon de grotendeels door de toenmalige minister Pronk op scherp gezette Vijfde Nota Ruimtelijke ordening net niet in stemming worden gebracht. Op die Vijfde Nota was van alles aan te merken, maar niet dat er geen keuzes werden gemaakt. Dat de nota die nu in behandeling is niet gewoon een volgnummer krijgt zoals alle voorgaande nota’s, is waarschijnlijk tekenend. Geef het beestje een nieuwe naam en iedereen denkt dat het ook werkelijk nieuw, anders, fris en jong is. Flauwekul natuurlijk, de huidige nota is met afstand het meest belegen en visieloze plan voor Nederland ooit.

Dat visie ontbreekt, blijkt onder meer uit het gemak waarmee er met de spaarzame concrete afspraken wordt gemarchandeerd. Als het totaalbeeld ontbreekt, als er geen beredeneerde keuzes worden gemaakt waar het met de ruimtelijke ontwikkeling in Nederland in grote lijnen naar toe moet, dan blijft er een verzameling losse flodders over waarop het naar hartelust schieten en beknibbelen is. En dat gebeurt dus ook nu de behandeling van de nota zijn einde nadert. Een goed voorbeeld van dit gemarchandeer is de Hoeksche Waard. In de Vijfde Nota werd dit gebied nog bestempeld als Nationaal Landschap. In de Nota Ruimte kon het eiland opeens worden aangewezen als locatie voor honderden hectares bedrijventerrein. Niet dat onderzoek had uitgewezen dat er in ons land in het algemeen en in de Zuidelijke Randstad in het bijzonder een schreeuwend gebrek aan bedrijventerreinen is, maar gewoon omdat het mantra van deze nota Economie, Economie en Economie is. En daar horen nu eenmaal veel bedrijventerrein en ‘main-, green- en andere ports’ bij. Natuurlijk viel deze opmerkelijke ommekeer op en sindsdien figureert het voorheen onzichtbare eiland ten zuiden van Rotterdam in vele kamervragen enĀ  moties. Zo ook tijdens de behandeling van de nota afgelopen maandag. Een meerderheid van de Kamer vond dat er pas dan een besluit over bedrijventerreinen in de Hoeksche Waard kon worden genomen als de noodzaak hiervoor wordt aangetoond. Eerst moet maar eens goed naar (deels) ongebruikte of verwaarloosde terreinen worden gekeken voordat stukken landschap voorgoed van de kaart verdwijnen. CDA en VVD zijn ook niet gelukkig met het voorgestelde bedrijfsoppervlak, maar denken dat het met een beetje minder ook wel kan, laten we zeggen 180 hectare, een beetje tegen de noordrand aangedrukt, zodat het eiland grotendeels landschappelijk kan blijven. ‘Een beetje minder, is dat politiek haalbaar? hoor je deze kruideniers denken. Terecht merkte PvdA-kamerlid Verdaas op “Iedereen weet toch dat als je eenmaal een sprong naar de Hoeksche Waard maakt, dat het dan niet bij dat ene randje blijft. Langzaam maar zeker zal de Hoeksche Waard worden opgerold.”

Natuurlijk weet iedereen dat, maar daar gaat het niet om. Dit kabinet wil geen bakzijl halen, het wil af van dat gezeur over die nota. We moeten aan de slag, de economie moet uit het slop worden gehaald, dit kabinet doet nu eenmaal liever dan dat het denkt. De Hoeksche Waard is niet het enige voorbeeld van dergelijk gekruidenier: de Bloemendalerpolder, het Groene Hart, Rijnenburg, het zijn allemaal vergelijkbare voorbeelden waarbij geen heldere, gemotiveerde keuzes worden gemaakt, en waar dus het ‘beetje meer, beetje minder’-spelletje naar hartelust gespeeld wordt.

Al die kleine kwesties zullen op zichzelf geen reden zijn om deze Nota Ruimte in zijn geheel af te wijzen. Daarom zal uiteindelijk ook D66 wel omgaan wat betreft de Hoeksche Waard. Het grotere belang, de vermeende slagvaardigheid van het kabinet, zal de kleinere deelbelangen in de schaduw zetten. De motie van Groen Links om de Hoeksche Waard alsnog tot Nationaal Landschap te bestemmen zal het niet gaan halen.

Wat een treurigheid. Het gaat er mij niet om dat gebieden als de Hoeksche Waard of de Bloemendalerpolder niet bebouwd zouden mogen worden, of dat het landschap kost wat kost gespaard moet blijven. Het gaat er mij om dat deze beslissingen zo achteloos genomen worden, alsof ze elk moment teruggedraaid kunnen worden. Dat kunnen ze niet, eenmaal bebouwd, altijd bebouwd, en elk kamerlid weet dat. Het gaat er mij om dat deze nota domweg niet goed genoeg is om als leidraad te dienen voor de ruimtelijke ontwikkeling van de komende decennia. Juist bij een verschuiving van de bevoegdheden naar lagere overheden, een ontwikkeling die zinvol en volgens mij zelfs noodzakelijk is, juist dan is een heldere overall-visie van het allergrootste belang. Gezien de steeds problematischer wordende gang van zaken rond het opstellen van nota’s ruimtelijke ordening is de kans groot dat een volgende kabinet niet snel een nieuwe zal gaan opstellen. We zullen het dus waarschijnlijk lang met deze Nota Ruimte moeten doen. Des te meer reden om zeker te zijn van de bestuurlijke duurzaamheid en helderheid ten aanzien van de visie op de ruimtelijke toekomst van Nederland van de nota. En die ontbreekt op dit moment volledig. Het zou van ongelofelijke politiek moed getuigen als de Tweede Kamer deze nota in zijn geheel zou afwijzen en het kabinet zou vragen om nog een keer opnieuw te beginnen.

Dat zal naar alle waarschijnlijkheid niet gaan gebeuren en dus zal deze Nota Ruimte om de meest lamlendige reden die denkbaar is toch worden aangenomen; bij gebrek aan beter.