Nadat Atelier Kempe Thill in een openbare ontwerpprijsvraag in het najaar 2004 een tweede prijs had gewonnen, heeft het na de ‘Unterhandlungsverfahren’ met de drie prijswinnaars uiteindelijk de definitieve opdracht gekregen voor de bouw van een kamermuziek concertzaal in Raiding, Oostenrijk.
'Het beschikbare budget vraag om een uiterst voorzichtige en doelmatige omgang met de beschikbare middelen. Met een bouwsom van ongeveer 310 Euro/m2 kan slechts een eenvoudige zaal worden gebouwd.' Deze waarschuwing in de verantwoording van het ontwerp lijkt een belangrijke reden te zijn geweest waarom Kempe Thill, ondanks het feit dat het bureau een tweede plaats in de ontwerpprijsvraag had gehaald, toch de opdracht heeft gekregen. De Hollandse kunst een helder concept met weinig middelen overtuigend uit te werken, heeft wellicht de doorslag gegeven.
De concertzaal voor circa 600 bezoekers bevindt zich in een omsloten park in Franz Liszts geboorteplaats Raiding. In hoofdopzet bestaat het ontwerp uit een rechthoekige concertzaal met daaromheen een voorzieningenschil van twee verdiepingen. Het exterieur is grotendeels gesloten afgezien van grote glaswanden op de begane grond. De wanden en het dak zijn voorzien van buitengevelisolatie afgewerkt met een witte polyurethaancoating. Ondanks deze abstracte gevelbehandeling sluit het gebouw daarmee toch aan op de traditionele bebouwing van het Burgenland, dat wordt gekarakteriseerd door eenvoudige, witgestucte huizen met slechts ramen op de begane grond.
Het is de bedoeling dat de 15 tot 18 meter lange en 4 meter hoge raamvlakken worden uitgevoerd als monolitisch gegoten acrylglasplaten met een dikte van circa 10 cm, die in het werk aan elkaar worden gelast en gepolijst. Overigens is het vooralsnog de vraag of deze onder meer in de aquariumbouw toegepaste techniek voldoet aan de Oostenrijkse bouwverordening. Als dit het geval is, dan ontstaat een neggeloze, gladde wand waarbij dak, wand en vensters naadloos in elkaar overgaan. Het hemelwater kan daardoor langs het gebouw stromen.
In contrast met dit gladde kunststof exterieur staat een warm interieur waarin hout en beton de overheersende materialen zijn. De draagconstructie bestaat uit een buitenring van massieve betonwanden die aan de binnenzijde in het zicht blijven. De wanden van de zaal bestaan uit een vierkant raster van gelamineerde houten balken die aan de zaalzijde, zowel wat betreft wand als plafond, zijn afgewerkt met geprofileerde houten platen die 20 centimeter terugliggen ten opzichte van het balkenraster. Hierdoor ontstaat een klassieke, houten cassettenwand, die werkt als een klankkast met gunstige akoestische eigenschappen. De dubbelwandige zaalwand wordt tevens gebruikt als plenum voor de beluchting van de ruimte.
De vloeren van de voorzieningenring rondom de zaal zijn uitgevoerd als hout-betonvloeren. Dit constructiesysteem wordt veelal toegepast bij renovatie. Daarbij worden de bestaande balken van een houten vloer opnieuw betimmerd met multiplex en voorzien van een wapeningsnet dat constructief met de balken wordt verbonden. Het geheel wordt afgestort met een 5 tot 7 centimeter dikke betonnen druklaag. Het voordeel van dit systeem is dat een relatief goedkope houten vloer toch constructief – met een horizontale schijfwerking die in combinatie met de betonwanden voor stabiliteit zorgt – kan worden ingezet.
Het ontwerp voor deze concertzaal combineert op een slimme manier innovatieve bouwtechnieken met een eenvoudige ruimtelijke opzet. Het was oorspronkelijk de bedoeling om de zaal in het voorjaar van 2006 te openen. Hoewel het ontwerp uitgaat van zo veel mogelijk geprefabriceerde elementen om daarmee de bouwtijd te bekorten, vragen de innovatieve technieken toch om een grondige voorbereiding. Het is dus maar de vraag of de opleveringsdatum gehaald zal worden.