‘Typisch NL’ is een serie tentoonstellingen in het Haarlems architectuurcentrum ABC waarin aandacht wordt besteed aan de wijze waarop de maatschappelijke positie van inwoners van Nederland tot uitdrukking komt in de huisvesting. De expositie Moskeeën.nl licht dat thema toe voor religieuze gebouwen.
ABC Architectuurcentrum Haarlem vierde in 2004 haar 15 jarig jubileum. Dat was ook aanleiding om vooruit te kijken. Twee jonge gastconservatoren, Abdo Hammiche en Ergün Erkoçu, zijn gevraagd een serie van negen tentoonstellingen te organiseren over de identiteit van Nederlandse architectuur, nu en in de toekomst, zoals die tot uitdrukking komt bij niet-Nederlandse architecten, in de vormgeving van opvangcentra, multicultureel bouwen en nu dus, als eerste, bij moskeeën.
Moskeeën.nl behoort niet tot het soort trendy tentoonstelling dat het moet hebben van veel concept en weinig informatie. Opvattingen over de plaats van islam in Nederland worden ruim geïllustreerd aan de hand van krantenartikelen en (afstudeer)ontwerpen van moskeeën; materiaal dat ruim voorhanden is dankzij een hausse aan media-aandacht en bouwprojecten.
Allereerst wordt een korte indruk gegeven van de gebruiken, het interieur en de architectuur van moskeeën. Aan de wand van de eerste zaal worden religieuze gebruiken uit de doeken gedaan. De tijdbalk met de geschiedenis van de moskeearchitectuur is tussen de bidkleedjes door gevlochten zodat je bijna gedwongen wordt een bidhouding aan te nemen. Stikkers met opschriften als 'dit is een gebedsruimte' en 'schoenen uit svp' transformeren de tentoonstellingsruimte in een gebedsruimte en tonen ook de betrekkelijkheid van het fenomeen gebedshuis. Je kunt immers overal bidden, het programma past overal. Dat blijkt ook uit de rijke variatie aan moskeeën die te zien zijn in de andere zalen.
In de getoonde moskeeën zijn verschillende opvattingen over de plaats van een islamitische godsdienstbeleving in Nederland terug te vinden. Van bijna onherkenbaar door een traditioneel of modern Nederlandse verschijning tot duidelijk aanwezig door een uiterlijk dat afwijkt van de omgeving, of dat nu traditioneel of moderne moskeearchitectuur betreft. Dit onderscheid is glijdend en de relatie tussen verschijningsvorm en opvatting over de plaats van islam in de maatschappij is niet 1 op 1. Zo worden de niet als zodanig herkenbare moskeeën op de tentoonstelling schuilmoskeeën genoemd. Maar deze moskeeën zijn niet zoals de vroegere schuilkerken gebouwd om in het geheim samen te komen. Het zijn bestaande panden die uit economische motieven met beperkte middelen geschikt zijn gemaakt voor gebed. Getoond wordt een ruimte boven een winkel, een voormalige synagoge, een voormalige katholieke en doopsgezinde kerk, een voormalige school en theater, et cetera. Soms maken details herkenbaar dat het een moskee is, ze zijn speciaal toegevoegd, een enkele keer blijkt een bestaand detail of stijlelement zo goed bij de nieuwe bestemming te passen dat het ervoor lijkt ontworpen. Op meerdere wijzen te interpreteren elementen worden ook gebruikt om nieuwbouwmoskeeën in het straatbeeld te integreren. Dergelijke 'poldermoskeeën' zijn actueel beleid, enerzijds omdat het 'schuilgaan' van gebouwen in het straatbeeld vaak welstandsbeleid is en anderzijds om tegemoet te komen aan bezwaren van omwonenden.
Een poldermoskee behoort tot de interessante categorie moskeeën die 'zelfbewust' een fusion met het 'typisch Nederlandse' aangaan. Van typische moskeevormen opgetrokken uit baksteen met arabeske verbanden en voorzien van speklagen, via de nieuwere met oosterse motieven geperforeerde metaalplaten tot een koepel van 'Zappi' glas in een ontwerp voor de nieuwbouw van de Haarlemse Selimiye moskee van Fedde Reeskamp. Maar het interessantst is de fusie in vormentaal. Bij het afstudeerproject De Poldermoskee wordt de koepel gevormd door twee schelpen. Als samengevouwen handen staan de schelpen tegen elkaar. De opening aan de bovenzijde heeft de vorm van een oog (van God) en brengt het licht de ruimte binnen. De minaret gaat schuil in de liftschacht en wordt door het oplichten tot leven gewekt. Mogelijk was het idee in Hoofddorp om de oproep tot gebed te vervangen door een lichtsignaal hierop geïnspireerd.
Op de tentoonstelling is ook de Haagse Mobarak moskee te zien. Dit gebouw uit 1955 van architect Frits Beck wordt als eerste Nederlandse moskee opgevoerd. Het gebouw met zadeldak laat zien wat er kan gebeuren wanneer een poldermoskee wordt gerealiseerd: het maakt een strikte scheiding tussen traditionele moskeearchitectuur en traditionele Nederlandse architectuur ongeldig. Het doorbreekt het monopolie van exotische stijlen in de Nederlandse moskeearchitectuur, het illustreert de oneigenlijkheid van de gelijkstelling van oosters en islamitisch, en het onderscheid tussen typisch Nederlands en typisch islamitisch.