Feature

Genezende ziekenhuisgebouwen

Wytze Patijn, betrokken bij de nieuwbouw van het Universitair Medisch Centrum Groningen, spreekt van ziekenhuizen als ‘machines om te genezen’. Rationele fabrieken, molens om in zo kort mogelijke tijd zoveel mogelijk zieke mensen doorheen te halen en gezond weer uit te spugen. Maar architectuur en interieur zijn herontdekt als sleutel tot een beter welzijn. Het ‘healing environment’, ook wel ‘evidence based design’ genoemd, is bezig aan een opmars.

‘Ondanks het feit dat de Isala klinieken het grootste algemene ziekenhuis van Nederland bouwen, vormt de menselijke maat het uitgangspunt. Het wordt een ziekenhuis in organische bouwstijl met zachte vormen en kleuren. De lichte sfeer en het vele natuurlijke groen creëren in het gebouw een gevoel van welbevinden. Zo ontstaat een omgeving waar patiënten, bezoekers en medewerkers zich thuis voelen.’ Klinkt het op de website van Isala klinieken in Zwolle, waar volgend jaar de eerste heipaal de grond in gaat van een omvangrijke (ver)nieuwbouw naar ontwerp van Nijst Idema in samenwerking met Alberts & Van Huut (Gasunie Groningen en ING Bank Amsterdam-Zuidoost). Ook bij de nieuwbouw van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam duiken de begrippen healing environment en evidence based design op, net als bij Orbis in Sittard, Reinier de Graaf in Delft en het Waterlandziekenhuis in Purmerend.

In de jaren ’70 werd in Nederland op diverse plaatsen onderzoek gedaan naar de relatie tussen de architectuur en het interieur van zorginstellingen en de gebruikers. Het onderwerp is sinds begin jaren ’80 door thema’s als kostenbeheersing, budgetbewaking en efficiency totaal uit beeld gedrukt. Het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) pikte het weer op bij de nieuwbouw in de jaren ’90, geïnspireerd door voorbeelden in de Verenigde Staten en Zweden. Team 4 Architecten en Wytze Patijn wisten de ideeën concreet vorm te geven. ‘Door alle enthousiaste reacties bij de opening in 1997 werd duidelijk dat we iets bijzonders hadden gedaan. We realiseerden ons dat we een unieke kans hadden om een maatschappelijke doorbraak tot stand te brengen,’ stelt Frans Jaspers, lid van de Raad van Bestuur van het UMCG en zelf internist. Hij benadrukt dat het niet gaat om vage concepten uit het new age denken. ‘De softe benadering van het holisme heeft een keiharde bodem gekregen.’ Als voorbeeld geeft Jaspers een onderzoek dat aantoont dat patiënten op de intensive care die naar een rustgevende natuurafbeelding kijken, zich niet alleen beter voelen maar er ook korter verblijven dan patiënten die de ganse tijd naar een wit plafond moeten staren.

Het UMCG nam vervolgens het initiatief om publicaties uit te geven en workshops, masterclasses en seminars te houden met studenten en professionals. Ook Patijn liet zich niet onbetuigd. In 2002 hield hij een vlammend betoog tegen de puur rationeel ingerichte zorginstellingen die hij betitelde als ‘machines om te genezen’. Dat was bij het 30-jarig bestaan van het Bouwcollege, dat projecten in de zorg toetst aan alle normen en regels en daarom wel eens betiteld wordt als het Politbureau. ‘Maak van het interieur geen eenheidsworst. Zorg dat wachtende patiënten zich kunnen verpozen. Geen ‘zitjes’ met veel stoelen tegenover elkaar en al helemaal geen zitjes in de gang naast de deur van de specialist, hoe functioneel ook,’ aldus Patijn. ‘In het UMCG lijkt de KNO-polikliniek op een grand café, Oogheelkunde op een wachthal van Schiphol en Gynaecologie op een romantische herberg. Het gebouw is een ontmoetingsplek, ook voor niet-zieken. Er is een reisbureau, internetcafé, winkels en regelmatig kindertheatervoorstellingen. Humanisering van het ziekenhuis, daar gaat het om.’

Het Bouwcollege is inmiddels helemaal ‘om’. Bij de vorig jaar uitgeschreven internationale prijsvraag over het ziekenhuis van de toekomst beloonde de jury vooral voorstellen met een visie op dat healing environment. Daarnaast heeft het Bouwcollege een nieuw evaluatiesysteem voor integrale kwaliteit van bouwplannen in ontwikkeling onder de naam Qind (quality index), dat behalve functionaliteit en materieeltechnische aspecten nadrukkelijk de belevingswaarde meet. Qind komt uit Engeland en is aangepast aan de Nederlandse situatie via testgebruik bij diverse instellingen. Een daarvan was het centrum voor psychosomatiek Eikenboom in Zeist, dat enkele jaren geleden een nieuwe vleugel heeft gebouwd naar ontwerp van VMX Architects. De cliëntenkamers liggen in een ring, met zicht op het bos en niet op de therapieruimtes. De vloer is warm en aards van kleur, de inrichting vrolijk en het materiaalgebruik stabiel en luchtig. Het gebouw voelt plezierig en ‘licht’ aan. Qind werd achteraf toegepast, maar bleek volgens Eikenboom vanwege het accent op belevingswaarde zeer bruikbaar.

Maar er is nog veel te onderzoeken. Het Bouwcollege betaalt daarom mee aan twee promovendi bij de groep Communicatiewetenschappen op de Universiteit Twente. De een onderzoekt de fysieke aspecten van een healing environment, de voorkeuren bij patiënten en personeel en de vertaling naar ontwerprichtlijnen, de ander de invloed van de fysieke omgeving in zorginstellingen op het proces en de uitkomsten van de dienstverlening – niet alleen qua patiënttevredenheid maar ook qua ‘harde’ gegevens zoals aantal ligdagen of hoeveelheid gebruikte pijnstillers. Dit op initiatief van de onafhankelijke Stichting Welbevinden en Interieur in Zorginstellingen (SWIZ) opgericht in 2001 onder voorzitterschap van prof.dr. Robbert Huijsman, hoogleraar Integraal Zorgmanagement aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Ook prof.ir. Bas Molenaar, architect bij EGM en sinds mei 2004 hoogleraar Bouw Gezondheidszorg aan de TU Eindhoven (eveneens bekostigd door het Bouwcollege) ziet het healing environment als een kernthema. ‘Er wordt wel eens gedacht dat een gezond boerenverstand voldoende is om zo’n healing environment te realiseren. Dat is uiteraard niet het geval. In Amerika is onder andere door prof. Roger Ulrich het nodige onderzoek gedaan, maar er dient nog veel te gebeuren om die studies om te zetten in ontwerpcriteria,’ aldus Molenaar onlangs in een interview.

Ulrich, Molenaar, Patijn, ze zijn allemaal aanwezig op het grote internationale congres ‘The Architecture of Hospitals’, dat het UMCG houdt op 13, 14 en 15 april, om het onderwerp definitief terug te plaatsen op de bestuurlijke, politieke en wetenschappelijke agenda.