Interview

Het Grote Glas in Porto

Renz van Luxemburg is als akoestisch adviseur nauw betrokken geweest bij het ontwerp van Casa da Música van OMA in Porto. Twee spectaculair grote ramen verbinden de concertzaal en de stad visueel met elkaar. Wat daar allemaal bij kwam kijken? Jeroen Mensink interviewde Van Luxemburg.

De grote concertzaal heeft zowel aan de voor- als de achterzijde een volledig glazen wand. Het dubbele glasvlak achter het orkest is maar liefst 15 bij 22 meter en bestaat uit gebogen, gelamineerde glasstroken van 1200 breed en 400 diep. De gevel hier tegen over is gemaakt van glasstroken van 900 breed en 300 diep; de verschillen in sinusvorm voorkomt hinderlijke interferentie.

”De meeste concertzalen zijn naar binnen gekeerd, introvert, een soort bolwerk waar alleen de elite binnenkomt. Het aardige van dit concept en het sterke aan deze zaal is de duidelijke boodschap van het gebouw naar buiten dat iedereen hier welkom is. Dat is iets heel nieuws.”

Geluidwering

”Qua geluid heb je met dergelijke grote glasvlakken in een concertzaal met een aantal zaken te maken. Zoals de akoestiek van de zaal en de geluidwering van binnen naar buiten, maar ook van buiten naar binnen. De laatstgenoemde is in dit geval maatgevend. Je moet rekening houden met hele stille passages en met opnames. In dit geval mag de 20 dBA niet overschreden worden. Liever nog 15 dBA, een extreem laag niveau. Als je buiten in stil gebied gaat meten, dan meet je alleen al door het eigen geluid van de meter zo’n 20 dBA. Daar komt nog bij dat buiten een druk verkeersplein ligt, dat naast ongeveer 75 dBA ook nog trillingen veroorzaakt. En daar rijden ook nog ambulances en politieauto’s overheen.

Goede geluidsisolatie met glas is te bereiken door twee glasplaten op een grote afstand van elkaar te plaatsen, het liefst over een bouwkundige dilatatie. Een grote afstand is voor ons een spouw van een halve meter. In Porto ligt tussen de zaal en de gevel de foyer, die als een bufferruimte dient voor geluid, licht en warmte. Die foyer zat vanaf het begin al programmatisch op die plek.”

Akoestiek zaal

”Voor een goede akoestiek moet je het geluid in de zaal egaal verdelen. In een concertzaal wil je nooit volledig verticale of horizontale vlakken. Met name verticale, gladde vlakken zijn funest. Het hoofdprincipe in een theater is dat je de spreker wilt kunnen volgen. Wat je daar vaak doet, is vormgeven vanuit het plafond. Wanden zijn dan meestal akoestisch inert. In een concertzaal is dat omgekeerd, daar is het plafond minder van belang. Dan zijn het de zijwanden die ervoor moeten zorgen dat je omspoelt wordt door het geluid. De kopse wanden kunnen vervolgens weer voor vervelende reflecties gaan zorgen. Als het orkest speelt, kun je van de achterkant hinderlijke reflecties krijgen. Dat resulteert in een harde tik, die als een echo gehoord wordt. Dat is een ramp tijdens het musiceren. Het eerste idee voor die grote glasgevel was een transparant vlak dat het geluid in alle richtingen zou breken, waardoor het geluid echt diffuus zou worden.”

Gebogen Glas

”Het idee voor het gebogen glas is vrij snel ontstaan. Het glas kon sowieso niet uit een vlakke ruit bestaan, het geluid moest immers gebroken worden. Op een gegeven moment ontstaat die sinusvorm. In eerste instantie was ik huiverig voor het regelmatige patroon van de sinusvorm. Dat veroorzaakt evenwijdige bundels en dan breekt het geluid onvoldoende. Uiteindelijk zijn we er toch mee verder gegaan, omdat het podium lager ligt dan het raam. Daardoor valt het geluid onder een scheve hoek op het glas en gebeuren gewoon hele andere dingen. Dan maak je modellen en onderzoekt deze op deelaspecten. Je gaat kijken wanneer het akoestisch spaak loopt in het model. Wanneer dat niet gebeurt, denk je eerst dat je model onbetrouwbaar is en ga je op andere manieren kijken en met collega’s overleggen. Vanuit de theorie zou je zeggen dat die regelmatige sinusvorm niet werkt, maar je krijgt het niet bewezen. In plaats van uit te zoeken hoe goed iets werkt, heb ik proberen uit te vinden waarom iets niet zou kunnen en wat er fout zou kunnen gaan. En zo kom je dan tot de conclusie dat er door die scheve inval niets aan de hand is.”

Glasmaten

”Ook ben je in het ontwerp afhankelijk van de beschikbare maat van het gebogen glas en welke maat je kan vervoeren. Akoestisch is het interessant om die 22 bij 15 meter aan een stuk te hebben. Maar dat gaat niet, dus moet je er naden tussen maken. Over de invloed van de kitvoegen tussen de glasplaten op het geluid doe je een aanname. Uit metingen blijkt nu dat de kit geen negatieve invloed heeft op de geluidsisolatie, het heeft zelfs een positief effect. Als een glasvlak te groot en te stijf wordt, gaat het trillen. Nu zijn het onafhankelijke elementen die de energie onderling niet aan elkaar doorgeven en dat is voor de geluidsisolatie alleen maar positief. Of dat toevallige bijkomstigheden zijn? Je rekent er niet aan, maar je houdt er wel rekening mee.”