Sinds februari draait de Engelstalige internetsite materialexplorer.com. Harrie van Helmond testte de site.
De studie die Arnold van Bezooyen in 2001 deed naar een database voor materialen vormt het uitgangspunt voor Materialexlorer.com. Het onderzoek en de ontwikkeling van de database vond plaats in het ID-StudioLab van de faculteit Industrieel Ontwerpen van de TU Delft, de materialenselectiemethode werd ontwikkeld op het Cambridge Engineering Design Centre. Consultancybedrijf Materia, dat zich als adviseur heeft gepositioneerd tussen ontwerper en fabrikant, heeft de database met informatie over zo'n 230 materialen omgezet in een 'web based materials database'. Nieuwe materialen worden regelmatig toegevoegd. Materia bepaalt welke producten er in de database worden opgenomen. De teksten bij de producten zijn door Materia geredigeerd en door de fabrikant aangeleverd. In de toekomst kunnen de fabrikanten van deze producten 'extra adverteren' door bijvoorbeeld een link te plaatsen. Door deze manier van werken kan de site gratis toegankelijk blijven en ontstijgt men het niveau van de reclamefolders.
De site geeft de mogelijkheid op twee manieren naar een materiaal te zoeken: via een zoekmachine die in de productteksten zoekt. (Typ 'Koolhaas' en je krijgt het product 'Lighting Dichroic Discs' van Arup's lighting design studio die, zo blijkt uit de tekst onder meer heeft gewerkt voor Koolhaas. De toepassing van het product is overigens op een gebouw van UN Studio, maar dit terzijde). Of door te zoeken op materiaal en de gewenste eigenschappen die het materiaal moet hebben, eigenschappen die onderverdeeld zijn in technische en 'sensorial' kwaliteiten.
Het verschijnen van het boek Skins for Buildings (zie Archined 16 augustus 2004) markeerde een toegenomen belangstelling voor de visuele en tactiele eigenschappen van bouwmaterialen. In de redactie van het boek en bij de initiators van Materialexplorer zien we dezelfde naam: Els Zijlstra. De kritiek in de boekrecensie is deels ondervangen, zo zijn de illustraties van de materialen sec en de beperkte toegevoegde waarde van de beschrijving van sensuele materiaaleigenschappen heeft bij de reciproque zoekmethode van de site veel meer nut omdat het de mogelijkheid biedt via die eigenschappen een materiaal te selecteren. Ook worden de hergebruikmogelijkheden aangestipt. Maar het blijft een zoekmethode zonder aandacht voor prijs/kwaliteitsverhouding en zonder waarschuwingen voor voorspelbare foute toepassingen.
Materiaalfetisjisten worden met deze site goed bediend in de zoektocht naar steeds weer nieuwe vindingen waarmee de show gestolen kan worden.
Ik zou het niet fout vinden als vooral van de nieuwste materialen (en daar gaat het om bij deze databank, over standaard materialen is weinig tot niets te vinden) gelukkige en minder geslaagde toepassingen getoond worden. Een lijst met gebouwen waar de materialen zijn toegepast zou een mooi begin zijn want het benaderen van de vaak buitenlandse producenten met praktische vragen over leverbaarheid, importeur, prijzen, kwaliteitstoetsen etc is een zeer tijdrovende zaak voor een eerste scan van mogelijke toepassingen.
Neemt niet weg dat, meer nog dan bij het boek, de informatie op de site zeer breed, to the point en specifiek is; het is een genot om in deze snoepwinkel rond te neuzen.
Ter afsluiting toch nog even zeuren: net als bij archaïsche materialen als gewone baksteen, standaard beton of houten kozijnen blijft een oordeelkundige toepassing van wezenlijk belang. Elke producent zou dat ter harte moeten nemen en de site moeten vervolmaken met praktische informatie.