Crisis? Hoezo crisis? Leek het aanbod Nederlandse architectuurbladen vorig jaar te worden gedecimeerd, inmiddels heeft na A10 en Volume een derde nieuw architectuurtijdschrift het levenslicht gezien: dax magazine, dat zich vooral richt op techniek, materiaal en detaillering.
Anders dan de internationaal georiënteerde nieuwelingen A10 en Volume richt dax magazine zich uitdrukkelijk op de Nederlandse architectuurpraktijk. Opmerkelijk is het feit dat alle drie de nieuwelingen zelfstandig en onafhankelijk van de grote uitgeverijen opereren. Caroline Kruit , hoofdredacteur én uitgever van dax magazine, was eerder hoofdredacteur van DiA, het materiaal- en techniektijdschrift dat vorig jaar met de Architect werd samengevoegd. Kennelijk gelooft zij meer in de formule dan haar toenmalige werkgever. dax magazine ademt in elk geval dezelfde informele en vrolijke handen-uit-de-mouwensfeer als DiA, maar er zijn ook een aantal verbeteringen aangebracht. Uit het eerste nummer dat vorige week verscheen blijkt dat het los-zand-karakter van DiA heeft plaats gemaakt voor een formule die per aflevering garant lijkt te staan voor een behoorlijk coherente inhoud.
Elk nummer van dax magazine wordt voor een groot deel gevuld door een gasthoofdredacteur. Voor het eerste nummer viel de eer te beurt aan Liesbeth van der Pol, die, als we het redactioneel mogen geloven, onmiddellijk aan de haal ging met de basislay-out. Niet zomaar een reeks projecten met veel details en detailfoto's, nee een conceptueel geheel, waarin vorm en inhoud samenvallen. Mooi, dat kunnen we dus vanaf nu ook van de volgende gasthoofdredacteuren verwachten. Of het nu door de eigenwijsheid van Liesbeth van der Pol komt, of dat het een gevolg is van subtiel sturen van de redactie doet niet ter zake, de standaard is gezet.
De basis van Liesbeth van de Pols bijdrage (in totaal 30 van de circa 60 redactionele pagina's) bestaat uit een uitgebreide documentatie van haar recent opgeleverde Warmte Krachtkoppeling Centrale in De Uithof (Utrecht): een krachtig, sculpturaal gebouw met zes enorme, roestige schoorstenen. De sfeer van dit gebouw bepaalt tevens de overige bijdragen: een uitgebreide documentatie van twee vergelijkbare schoorsteenachtige torens in Santiago de Compostella naar ontwerp van John Hejduk (nu al de architect van wie postuum meer gerealiseerd is dan bij leven), een artikel over het olijke kindertekeninghuisje met pront rokende schoorsteen en bootje dat beeldend kunstenaars Frank Bolink en Gerard Koopman als Noordoostpoldermonument realiseerden (ook hier, kunstwerk of niet, details en technische informatie), en een artikel over roest en roestvast staal van de hoofdredacteur, alles voorafgegaan door een kort interview met de gasthoofdredacteur. De artikelen zijn lekker ruim opgezet. Geen gefrut met stukjes van 300 woorden en paginagrote foto. Nee, lekker veel tekeningen, details en goede foto's, voorzien van informatieve teksten die architectuur koppelen aan materialisering. Zelfs de roestkleur van de foto's keert door het hele blad, inclusief het omslag, terug.
Naast de steeds wisselende bijdrage van de gasthoofdredacteur kent dax magazine een aantal vaste rubrieken waaronder de rubriek 'Onbegrijpelijk' waarin constructief ontwerper Rob Nijsse onbegrijpelijke fenomenen in de wereld van het Nederlandse bouwen bespreekt en de rubriek 'Materia' waarin materiaaldeskundige Els Zijlstra de nieuwste snufjes op materiaalgebied toelicht.
dax magazine is een lekker blad, ongecompliceerd, maar daarmee bepaald geen wegwerpproduct. Juist de nadruk op materialisering en de gedegen technische informatie maakt het blad duurzaam, je wilt de technische informatie wellicht jaren later nog eens op kunnen zoeken. Bovendien is dax meer dan zomaar een technisch blad, dankzij de inbreng van de gasthoofdredacteur wordt de koppeling met actuele ontwerpvraagstukken en architectuurtrends gelegd en dat iedere keer vanuit een nieuwe gezichtshoek. Er valt natuurlijk nog van alles te verbeteren: de keuze van de details lijkt nu nog wat toevallig, de verantwoording van materiaalkeuze en verwerking mag van mij wel wat verder worden uitgediept, van niet alle foto's is duidelijk wat ze toevoegen, maar dat kan allemaal nog komen. dax levert een welkome relativering van de techno-porno van het Duitse blad Detail dat tegenwoordig op elke architectenleestafel ligt. In potentie is dax magazine architectensnoepgoed dat naar meer smaakt.
Ik zou het wel weten als ik bureaudirecteur was: onmiddellijk vijf abonnementen – al was het maar omdat elk nieuw blad steun verdient, zeker als dit voor eigen rekening en risico wordt opgezet: een voor de leestafel, een voor de materiaalboekenkast, een voor bestekschrijver/calculator, een voor de tekenkamer en een voor mezelf. Er is wat mij betreft maar een ding te wensen over: met goed 70 pagina's is het blad natuurlijk veel te dun, de inhoud smaakt naar minstens een dubbele omvang. Als iedereen nu snel een abonnement neemt, wordt die wens wellicht ook nog eens vervuld.