In het kader van ‘De Zondvloed’, de 2e Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam werd op zaterdag 28 mei in het NAi de conferentie Mare Nostrum gehouden als reflectie op de gelijknamige tentoonstelling in Las Palmas. Centraal thema van Mare Nostrum (Latijn voor ‘onze zee’) is de explosieve groei van massatoerisme in kuststreken wereldwijd.
Zeventien gastcuratoren uit eveneens zeventien kustgebieden zijn gevraagd om een overzicht te geven van lokale kustontwikkelingen aangevuld met een visie voor de toekomst. Uitgangspunt was een mogelijk samengaan van toeristische exploitatie en behoud van lokale culturele en landschappelijke waarden.
De conferentie werd ingeleid met een lezing van professor John Urry (als socioloog verbonden aan de Lancaster University, UK) naar aanleiding van zijn boek The Tourist Gaze. Waarom wil men zo graag fysiek ergens anders zijn ongeacht vele te nemen hindernissen, wat is de relatie met de plek die we bezoeken en welke fantasieën hebben we bij onze bestemming? Volgens Urry zoeken we vooral naar visuele ervaringen die afwijken van het alledaagse in tijd of cultuur, wat zich uit in het scheppen van (historische) illusies. ‘The gaze’ is, aldus Urry, de belangrijkste activiteit en drijfveer van de toerist. De toerist is continue bezig met het verzamelen en vergelijken van symbolen of toeristische ‘spots’, door Dean MacCannell (The tourist, 1976) benoemd als ‘site sacrilisation’ door middel van eindeloze fotografische reproductie. Opvallend is dat de opkomst van het toerisme (1841, eerste georganiseerde tour en eerste reisgidsen) gelijke tred hield met de opkomst van de fotografie ’the rise of the eye’. ‘Sites’ worden ‘sights’ en ‘land’ wordt ‘landscape’ nadat de oorspronkelijke functie verdwijnt en het als pittoresk ontdekt wordt. Busladingen reizigers bezoeken kerken zonder er te bidden, gevels worden zorgvuldig geconserveerd, eventueel gereproduceerd en visserswoningen worden omgebouwd tot hotel. Men maakt niet langer onderdeel uit van een cultuur maar is op reis door verschillende culturen. Om met Koolhaas te spreken: ’they don’t know why, where and who they are’. De moderne toerist reist zelfs ‘of the beaten track’ op zoek naar ervaring en authenticiteit, via gebaande wegen.
Urry toonde als kanttekening een aantal statistieken van het WTO (World Tourist Organisation). Het internationale toerisme zorgt voor niet minder dan 11,7% van het wereld GDP (Bruto Binnenlands Product) en voor ruim eenderde van de CO2 uitstoot. Tegelijkertijd is er het ‘dark tourism’ een wereldwijd constante stroom van 100 miljoen migranten en 31 miljoen vluchtelingen op de vlucht voor ‘places of horror’.
Hoofd tentoonstellingen IABR Christine de Baan sloot aan op Urry’s verhaal met een zevenmijlslaarzen overzicht van de ontwikkeling van het toerisme, startend in de 19de eeuw met de pier van Brighton via Prora (Kraft Durch Freude) naar Scheveningen om te eindigen in Dubai (door Nederlandse baggeraars opgespoten luxueus resort voor de financieel meer succesvolle medemens). Hierop volgde een drietal thematische paneldiscussies met als moderator Bart Lootsma en als deelnemers beleidsmakers, touroperators, projectontwikkelaars, wetenschappers en ontwerpers uit de zeventien deelnemende kustgebieden. In tegenstelling tot veel van de inzendingen, te zien in Las Palmas, was de toon tijdens de paneldiscussies weinig progressief en bestond vooral uit een bloemlezing van de vele verschillende lokale problemen.
Brian Canin (Canin Associates, Orlando) specialist in het ontwerpen en ontwikkelen van ‘sustainable communities’ in de geest van het ‘New Urbanism’ gaf de aftrap met een oproep voor meer aandacht voor de genius loci en gemeenschapszin. Toerisme vormt een zeer belangrijk onderdeel van het moderne leven en speelt een grote economische rol. Touroperator René Klawer (TUI Netherlands) gaf aan dat minimaal 60% van de winst in het land van herkomst blijft en maximaal 40% ten goede komt aan de economie van het gastland. Langs veel kustgebieden zijn kilometerslange lintvormige steden ontstaan zonder binding met het achterland. Zelfs de frites en cola worden ingevlogen om de toerist op zijn gemak te stellen. Lootsma stelde dat dit mogelijk de nieuwe suburbs van de toekomst worden waarbij men woont in Benidorm en werkt in Madrid.
Migratie en toerisme blijken nauw verwant. In de woningbouw langs de Marokkaanse kusten worden nieuwe bouwmethodes en investeringssystemen gebruikt, geïmporteerd door emigranten die ’s zomers honderden kilometers per auto afleggen om thuisblijvers te bezoeken. Langs de Turkse kust is zelfs een stukje Amsterdam gereproduceerd en zijn zowel het Kremlin als het Witte Huis te bewonderen. Ook steeds meer gegoede senioren zoeken de zon op en trekken zich terug in geïmporteerde nederzettingsvormen als aanvulling op de ‘couleur locale’. Graag in een Schots dorp willen wonen, maar dan wel onder de zon. Lootsma oppert dat de bewering ‘famous for 15 minutes’ aangevuld of zelfs vervangen kan worden door ‘in the future everyone will have slaves for 2 weeks’.
Vanuit de wetenschap is er volgens Urry nog te weinig belangstelling voor het fenomeen toerisme terwijl de politiek haar blik beperkt tot de economische aspecten. Het toerisme zou bijvoorbeeld een belangrijke rol kunnen spelen bij de opbouw van maatschappelijke structuren in ontwikkelingsgebieden. Slotsom is dat er bij bijna alle zeventien gebieden weinig economische of culturele binding met het achterland bestaat en dat de aantasting van lokale landschappelijke en milieuwaarden steeds ernstiger vormen aanneemt. De diverse oplossingen die hiervoor werden aangedragen, te bezichtigen in Las Palmas, verduidelijken de problematiek en leveren spannende, maar (op enkele uitzonderingen na) weinig praktische visies.
De rol van de ontwerper bleef tijdens de conferentie enigszins onderbelicht. Kunnen voornoemde ‘grote onderwerpen’ opgelost worden en is er nog geloof in een maakbare samenleving bij ontwerpers? Touroperator René Klawer juichte het, als enige aanwezige vertegenwoordiger uit de toeristische sector, toe dat door ontwerpers publiciteit wordt gegeven aan toeristische problematiek. De Mare Nostrum conferentie vult een leemte en verdient, aldus Klawer, publiciteit en navolging binnen zowel de toeristische branche als de ontwerpwereld.