Zoals Ekim Tan al eerder schreef, het UIA congres in Istanbul was groot en veel, heel groot en veel. Behalve de 7000 deelnemers, 250 presentaties, 100 tentoonstellingen, waren er ook 23 key-note speakers. Bert de Muynck was ook in Istanbul en ging naar een aantal luisteren.
Dit UIA congres had alles van een festival, niet enkel vanwege de grootte, de duur en de intensiteit, maar ook door de processies tussen de verschillende zalen en het constante speuren in het programmaboekje naar wie waar een lezing gaf (en waar over). Daarnaast moest men op de hoogte blijven van de afzeggingen, de vervangingen en de best-offs. Het was onmogelijk om iedereen te zien spreken en dus diende op voorhand een selectie gemaakt uit Denise Scott Brown, Zaha Hadid, Odile Decq, Michael Sorkin, Glenn Mercutt, Peter Eisenman, Zvi Hecker, Massimiliano Fuksas, Tadao Ando, Paolo Portoghesi, Moshe Safdie, Rem Koolhaas, om een paar namen te noemen die op het affiche prijkten.
Het heeft wel wat, lezingen van starchitects in bomvolle zalen en dat vier dagen achter elkaar. Vreemd genoeg leidde het niet tot een gevoel van leegte maar stond de kwantiteit in de juiste verhouding tot de kwaliteit aan korte intense manifesten, analyses en levenslopen.
Zaha Hadid
Het was meteen raak. Een verschrikkelijk volle zaal. Hadid, enkele dagen voor ze hoorde dat haar London, met haar project, de Olympische Spelen van 2012 mag organiseren, werd onder luid gejoel het podium opgeschreeuwd en startte bij the good old days. Het Suprematisme, het ideaal van het diagram, de verschuiving in geometrie en het naadloze van de topografie. Projecten passeerden in sneltempo de revue; in rake beelden verpakte visies op een nieuwe architectuur.
Peter Eisenman
Architecture Matters. In zijn lezing benadrukte Eisenman het eind van de spektakelarchitectuur en spiegelde zijn publiek een architectuurwereld voor die het weldra beu zal zijn om als passieve observanten achter de starchitecten aan te lopen en weer jaren zestig-achtige actieve participanten zullen worden. Dat we als architecten zo niet verder kunnen maar we aan een nieuw idee over het sociale, politieke en architecturale moeten denken, aangevuld met zelfkritiek, leek Eisenman evident. Of het applaus dat hij daarvoor kreeg een passief of actief was, werd niet duidelijk.
Massimiliano Fuksas
To lose a competition is important. Een wijze levensles van Fuksas om de dag te beginnen. Hij gaf een gemoedelijke lezing waarin zijn Congress Hall in Rome, een project in Verna en zijn mega-Milaan project ruim aandacht kregen. Dat laatste is een soort van gestolde glas-stalen wolk die tussen enkele bedrijvenblokken lijkt te hangen. Fuksas had het bij dat project bij het rechte eind: it is difficult for us to understand if it is good or not. Het publiek, dolenthousiast, wist het wel natuurlijk.
Mikhail Piotrovsky
Ieder festival van betekenis kent zijn ontdekking, dit keer was het geen architect maar directeur van het Hermitage in St. Petersburg en Amsterdam. Piotrovsky, hield zijn lezing voor een klein gezelschap. Nadat het publiek te horen had gekregen dat Fransesco Dal Co niet zou komen, stormde het tijdens de inleiding van Piotrovsky schaamteloos de zaal uit.
Piotrovsky sprak over de herinnering, het geheugen en het feit dat globalisering al altijd heeft bestaan. Zo vertelde hij dat het Kremlin een samenwerking tussen Italiaanse en Russische architecten was, St. Petersburg een Frans-Russische samenwerking en dat sommige gebouwen als de Aya Sofia van alle tijden zijn. Het was een mooie verhaal, opgegraven uit de diepten van onze culturele en architecturale geschiedenis.
Paolo Portoghesi
In een vreemde, intense en persoonlijke lezing, sprak deze barokke postmodernist over de relatie tussen mens en natuur en over hoe architectuur zich daar kan tussen bewegen als fragmenten van een nieuwe figuur, geo-architecture zoals hij het noemde. Portoghesi illustreerde dit met een overzicht van zijn gebouwde oeuvre. Hij leek van mening te zijn dat een architectuur die geen dialoog is, geen architectuur is. Zo bewogen zijn projecten zich op het grensvlak van de interpretatie en de traditie, het zichtbare en het onzichtbare. Volgens Portoghesi is de essentie van architectuur, het begrijpen van het proces van de verandering.
Robert Venturi
Viva Mannerism. Robert Venturi had het in zijn lezing over community via communication, communicatie via technologie. Het tijdperk van de billboards is over en Venturi richtte zijn aandacht op de moderne mozaïeken, de veranderde LED-pixels op de moderne billboards. De gevel als computerscherm, het is een situatie waarin het Learning from Tokyo centraal staat, de gezonde chaos is interessanter en spannender dan de minimalistische orde.
Opvallend is de vreemde uitwerking die dit soort lezingen, architectuurevenementen, op het publiek hebben. Na het optreden van de starchitect snelden jongens, meisjes, mannen en vrouwen naar het podium om hun held aan te raken, een handtekening op hun programmaboekje te krijgen of, de ultieme trofee, samen met de ster op de foto, die daarna gelijk doorgestuurd kon worden naar het thuisfront. Over actieve participatie gesproken.