Recensie

Streetwise Rotterdam

Vorig jaar trad Sjarel Ex aan als nieuwe directeur van Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam. Zijn kennismaking met de stad vormde de aanleiding tot het maken van de tentoonstelling ‘Project Rotterdam’. Hij vroeg zich af of er een specifieke Rotterdamse kwaliteit bestaat en op welke manier deze tot uiting komt in het werk van kunstenaars en ontwerpers.

De selectie Rotterdamse kunstenaars en vormgevers roept het beeld op van een streetwise, do-it-yourself, onopgesmukte manier van werken. Rotterdamse kunst en ontwerp volgens het Boijmans is ongepolijst en direct. Onder deze categorie valt het werk van beeldend kunstenaars als Marc Bijl, Atelier Van Lieshout, Lara Almarcegui en Jeroen Jongeleen, maar ook van ontwerpers als Jurgen Bey, Bas van Beek en Bertjan Pot. Het beeld dat opgeroepen wordt past perfect bij het imago van Rotterdam als een wat harde pragmatische ingestelde havenstad, waar vooral gewerkt wordt en men niet aan navelstaren doet.

Ontwerpers Jurgen Bey, Bas van Beek en Bertjan Pot maken alledrie gebruik van (fragmenten van) bestaande meubels. Deze worden hergebruikt en met elkaar gecombineerd, waardoor geheel nieuwe objecten ontstaan. Op tentoonstelling is een kast van Bey te zien waarbij hij een ruwhouten krat over een kleine commode met klassiek gekrulde pootjes heeft geplaatst. Op de ruwe deuren van de kast zijn krullerige versierselen aangebracht. Bas van Beek combineert losse bureaustoelonderdelen tot een nieuwe stoel en verzaagt een set eikenhouten bijzettafels tot een nieuwe, net even andere set bijzettafels. Bertjan Pot plakt een pompoen op een Ikea-lamp en verft het geheel zwart.

Boven in de Bodonvleugel is een zaal compleet behangen met posters van de HEMA straatcampagne ‘Altijd jezelf’ van Ellie Uyttenbroek & Ari Versluis waarvoor zij ‘gewone’ Rotterdammers portretteerden. ‘Alledaagse mensen voor een alledaagse winkel’ valt er in de zaaltekst te lezen. Het biedt een aantrekkelijke verzameling zeer verschillende mensen, van doorsnee tot excentriek: van bouwvakker tot Now & Wows Ted Langenbach. Met een minimale styling zijn de Rotterdammers tegen een witte achtergrond gefotografeerd.

Van Crimson zijn er vier langgerekte collages te zien die de moderne architectuurgeschiedenis van Rotterdam laten zien. De collages worden gepresenteerd als panorama’s – een soort grote lampenkappen waar je in moet staan – en gecombineerd met muziekfragmenten uit de betreffende periodes. In grote lijnen is te zien hoe het hedendaagse Rotterdam tot stand kwam. Van 1945 tot ’55, de wederopbouw met iconen als het Groothandelsgebouw van Maaskant en Van Tijen, het Centraal Station van Van Ravensteyn en natuurlijk de Lijnbaan van Van den Boek en Bakema. De periode 1960 tot ’75 valt te lezen als de tijd van de grote stedenbouwkundige en infrastructurele projecten, het Kleinpolderplein en de wijk Pendrecht naar ontwerp van Lotte Stam-Beese, maar ook van gebouwen als de Euromast en het Hilton, beiden van Maaskant.

Het tijdperk 1975 tot ’95 begint met de opstand van bewoners, sociaalwerkers en architecten tegen de grootschalige stedelijke projecten. Het eindigt met Koolhaas’ Kunsthal en Jo Coenens NAi. In de jaren negentig lijken de idealen en de onrust uit de jaren zeventig de mond gesnoerd in een warm bad van ‘architectuur’ en welvaart.

Het laatste panorama toont Rotterdam van 1995 tot 2001. Een golf van visueel geweld domineert de straat: reclameborden, logo’s, filmposters en LED-schermen. In de architectuur krijgen nieuwe woningen een, liefst traditionele, look aangemeten. De hedendaagse stad staat onderdruk door contradictionaire ruimteclaims, woonwijken en (vuurwerk)fabrieken zijn elkaar dicht genaderd, schone lucht en sociale cohesie vragen de aandacht.

Op Project Rotterdam is veel meer te zien dan dit artikel kan bevatten. De tentoonstelling spreidt zich uit over verschillende locaties in het museum en er is wat spoorzoeken voor nodig om de verschillende werken te vinden. Nu is het Boijmans toch al geen erg overzichtelijk museum. Men kan er aardig in ronddwalen zonder er zeker van te zijn alles gezien te hebben wat er te zien valt. In aflevering 10 van het Rotterdamse tijdschrift Fucking Good Art (uitgekomen ter gelegenheid van Projet Rotterdam) laat Stealth zien hoe bij iedere nieuwe aanbouw die het oorspronkelijke ontwerp van Adrianus van der Steur aangemeten kreeg, de ingang ergens anders kwam te liggen. De routing door het gebouw veranderde mee en werd er niet overzichtelijker op.

‘Altijd jezelf’, ‘Fucking Good Art’ – laat die Rotterdammers maar schuiven. Of de selectie van Project Rotterdam representatief is valt te betwijfelen. Er is zeker ook een andere selectie te bedenken en daaruit zullen andere eigenschappen en kwaliteiten te destilleren zijn. Stil, traag en introvert bestaan ook in Rotterdam, maar daarvan is op deze tentoonstelling weinig terug te vinden. Project Rotterdam biedt vooral een goedgebekt, ongepolijst en energiek beeld, en dat past perfect bij de slogan die de gemeente begin dit jaar heeft gelanceerd: Rotterdam durft!