In het kader van de Jonge Monumentendag in Almere gaf de Japanse Kazuyo Sejima afgelopen zaterdag een lezing over haar werk. Met gepaste trots werd Kazuyo Sejima (SANAA) aangekondigd door Petra Kempf van CASLa, het Architectuurcentrum van Almere. Het in aanbouw zijnde theater en cultureel centrum ‘de Kunstlinie’ in Almere vormt het begin van het verspreiden van SANAA projecten over de wereld.
Sejima (1956) werkt sinds 1997, onder de naam SANAA, samen met Ryue Nishisawa (1966) met wie ze alle grote, vooral buitenlandse, projecten doet. Sejima en Nishisawa runnen naast SANAA ook een eigen bureau. Het theater en cultureel centrum ‘de Kunstlinie’ dat zij in 1998 voor Almere ontwierpen, speelt een belangrijke rol in de ambitie van Almere om door middel van zogenaamde ster-architecten de jonge stad definitief op de kaart te zetten. Dat dit lukt bewees het feit dat ruim 400 geïnteresseerden, waaronder burgemeester Jorritsma, naar de Utopolis bioscoop van OMA gekomen waren om te horen wat de uitgangspunten zijn van de bijzondere architectuur van SANAA.
In 1998 ontwierp OMA een nieuw masterplan voor het centrum van Almere. Het plan, dat in 2007 voltooid moet zijn, beslaat het gehele gebied tussen het Stadhuisplein en het Weerwater en verrijkt het centrum, dat voornamelijk uit winkels bestond, met een groot aantal nieuwe functies, die gemengd met woningbouw een grootstedelijk karakter moeten opleveren. De herkenbare, grootschalige, vorm breekt met de bescheiden, oorspronkelijke opzet van Almere. Naast OMA (bioscoop/winkels) zelf en SANAA ontwierpen bureaus als Alsop en Störmer, Architecten Cie, David Chipperfield de architectuur voor het plan. Dit leidde ertoe dat deze gebouwen, met het oog op hun toekomstige belang voor de stad, door CASLa alvast een soort monumentale status in de schoot geworpen kregen. Sinds een paar jaar spreekt men er over ‘Jonge Monumenten’. Hierdoor krijgt elke bouwplaats iets magisch, want per slot van rekening worden er monumenten ‘geboren’. Toch is het ietwat geforceerd om te spreken over monumenten terwijl een gebouw nog geen bewijs heeft geleverd van zijn urbane belang. Het geeft wel aan hoezeer men in Almere smacht naar het nieuwe centrum. Als je één keer vanaf het station door het winkelcentrum richting Weerwater bent gelopen weet je waarom.
In prima Engels vertelde Sejima, die een paar jaar geleden nog een tolk nodig had om buiten Japan een lezing te geven, over negen projecten. Van deze projecten waren er maar drie in Japan. Het theater en cultureel centrum ‘de Kunstlinie’ kenmerkt zich door de bijzondere ligging in het Weerwater. Het rechthoekige gebouw staat op palen in het water en lijkt daardoor te zweven. De Kunstlinie bevat op één verdieping drie zalen, een aantal patio’s, en een meervoud aan repetitieruimtes en studio’s voor dans, muziek en kunst. Sejima legde uit dat ze, ondanks de complexiteit van het programma en de veelvoud van ruimtes, geen hiërarchie wilde toepassen op het ontwerp. Alle ruimtes zijn even belangrijk voor het functioneren van het gebouw en daardoor allemaal hetzelfde uitgevoerd. Alleen de drie zalen ontspringen, door hun hoogte, aan het harmonieuze geheel, maar zijn in de plattegrond nauwelijks opvallend. Dit komt door het uitgebalanceerd configureren van grotere en kleinere ruimtes en het ontbreken van corridors. De ruimtes hebben, flinterdunne, dichte en glazen scheidingswanden waardoor het soms mogelijk is om meerdere ruimtes, en de daarin plaatsvindende activiteiten, achter elkaar waar te nemen. Meestal eindigen die doorzichten in het beeld van het omliggende water. Het ontbreken van hiërarchie maakt het mogelijk om ruimtes op vele verschillende manieren te gebruiken en ervaren. Het is hierbij belangrijk dat alle wanden, constructief of niet, dezelfde dikte hebben. Hiervoor zijn platte stalen platen als constructie-element gebruikt, iets dat niet gebruikelijk is in de Nederlandse bouwpraktijk. De integere manier waarop het gebouw de plek invult is indrukwekkend doordat de ingetogenheid en bescheidenheid een zeer overtuigend gebouw vormen.