Feature

Samenloop van klanken

De bouwhekken stonden er her en der nog omheen, maar de Philharmonie in Haarlem was af op 9 september. Die avond stond er iets leuks te gebeuren: het muziekgebouw werd uitgeprobeerd. Wouter Kroeze was aanwezig en doet verslag.

Op het programma staan de grote zaal, de kleine zaal en drie muzieksalons. De avond wordt bijeen gehouden door de foyer, waar – als op een dorpsplein – telkens iets te doen is. Uitgenodigd zijn relaties, vrienden en collega's van architect Frits van Dongen (Architekten Cie).

De gerestaureerde grote zaal, die stamt uit het eind van de 19e eeuw, doet zó sterk denken aan de zaal van het Concertgebouw dat het direct opvalt dat er geen namen van componisten op de rand van het balkon geschreven staan. Eerst voelt dat een beetje kaal maar als het Anima Eterna orkest, onder leiding van Jos Immerseel, Mozart inzet is dat snel vergeten. Immerseel weet net als Van Dongen oud en nieuw goed samen te brengen door klassieke stijlelementen te reduceren tot verhouding, maat en ritme.

Tijdens het luisteren naar Symfonie nr. 40 van Haydn dwalen mijn gedachten af naar mijn jas in de garderobe. De foyer verbindt eigelijk al die verschillende gebouwen, bedenk ik. De foyer is functioneel, rustig en ruim. Sober en toch sjiek. De muziek zwelt aan en ik ben weer in de zaal.

Zo-even had Van Dongen ons tijdens zijn welkomstwoord nog verteld hoe zijn opdracht luidde: 'Zoek het perfecte evenwicht tussen restauratie en nieuwbouw om Haarlem en Noord-Holland te voorzien van een centrum van muzikale uitmuntendheid met landelijke allure.' En nu zitten we hier met z'n allen in dat gebouw naar muziek te luisteren.'

De kleine zaal is anders, hier is Van Dongen de baas. Er zijn 350 zitplaatsen in wat de buik van een walvis lijkt. Wanden, vloeren, plafonds, alles is van hout. Een royale krul vormt een ringbalkon waarop zich ongeveer een kwart van de zitplaatsen bevindt. Anders dan de grote zaal is deze zaal helemaal nieuw. Opgetild, een massief houten blok zweeft boven de foyer. Niet verwacht dat de kleine zaal van binnen zo rond en warm zou zijn.

Aan de straatkant bevinden zich links en rechts naast de entree drie muzieksalons. De salons zijn gerestaureerd in dezelfde stijl als de grote zaal. Opvallend zijn de grote platte akoestische kussens op de wanden, gemaakt van fijn geweven metaaldraad. In blokken van negen kussens lijken het wel grote schouwstukken. De muzieksalon doet erg denken aan een grandcafé maar dat kan komen doordat daar, aan het eind van de avond, in een geanimeerde sfeer mensen na blijven praten. Met de Philharmonie hoeft Haarlem zich de komende honderd jaar geen zorgen te maken over een goede faciliteit voor muziek. Een prettige samenloop van klank en ruimte.