De ondergrondse wereld die te zien is op de tentoonstelling ‘Below Zero – Urban Underworlds’ in 66 East in Amsterdam is vooral onvoorspelbaar, desoriënterend, verlaten en unheimisch.
In het bijzonder de projecten die getoond worden in de eerste ruimte die de bezoeker betreedt bij 66 East, bevestigen deze algemene gevoelens bij het thema ‘ondergronds’. Blijkbaar is dit voor de exposerende kunstenaars ook de meest tot de verbeelding sprekende kant van de wereld onder de grond.
‘Descending from the surface, the participant loses his orientation on the horizon as his scope is encapsulated by the underground spaces. Though he might actually feel some rejection, the lure of the disorientated, eternal and unforeseen holds a grip on his mind.’
Uit: Mediatheque, afstudeerproject TU/e van Niels Walters.
Atoomkelders, metrotunnels en onderaardse gangen worden in al hun onverwachte schoonheid maar met een scherp randje van desolaatheid getoond. De beelden van de New Yorkse (metro)tunnels en tunnelbewoners, gefotografeerd door Julia Solis, Hanneke van Velzen en Teun Voeten laten dit sterk zien. Het unheimische gevoel wordt ook, maar op een andere manier, opgeroepen wanneer je via een onmogelijk trapje naar de kelder van 66 East afdaalt, om daar door de video van Barbara Philipp verder meegenomen te worden naar de vochtige, donkere wijnkelder van een Weense villa.
Grafischer, maar niet minder drukkend, zijn de video’s ‘Dare to stare’ van Assen Ivanov en ‘Ruimte tot Ruimte’ van Floris Paalman. Paalman monteert op verrassende wijze beelden uit de metro en de lift aan elkaar en door elkaar, het resultaat is een orthogonale beleving van onder- en bovengrondse ruimten. Toch klinkt ook hier even de doorleefde stem van een metromuzikant op de achtergrond door: „it feels like I am knocking on heavens door’. Dat moet de kleine alligator die te zien is in de video van Lewis Teague ook gedacht hebben, vlak voordat hij (ieder minuut opnieuw) door de wc gespoeld werd. De ruimte waarin deze video vertoond wordt, is beplakt met krantenartikelen waarin melding wordt gedaan van grote krokodillen die spontaan uit rioolputten omhoog kruipen.
Vanuit architectonisch oogpunt gezien is het jammer dat het gevoel van angst de overhand heeft in deze expositie, aangezien de ondergrond zoveel meer te bieden heeft dan vochtige kelders en griezelige onderaardse gangen. Juist in Nederland wordt, gezien de ruimtedruk, de noodzaak van het benutten van de ondergrond steeds groter. In de expositie laten plattegronden van Montreal, Toronto, Houston en de (restauratie van) de ruien in Antwerpen door Import Export Architecture zien dat de openbaar toegankelijke stedelijke ondergrond vooral in het buitenland steeds meer in omvang toeneemt. Dat ondergrondse architectuur ook tot de verbeelding van de jongste generatie Nederlandse architecten spreekt, toont het afstudeerproject van Niels Walters. Het is een ontwerp voor een ondergrondse mediatheek aan de Wibautstraat in Amsterdam, waar de werelden van het ondergronds verblijven en het ondergronds reizen elkaar door middel van een vluchtig oogcontact zouden moeten kunnen ontmoeten.
Op de leestafel van 66 East ligt een interessante collectie boeken, tijdschriften en artikelen voor wie meer wil weten over ondergrondse architectuur. Van de yao dongs in China, een soort verzonken patiowoningen waarin op dit moment nog steeds miljoenen mensen ondergronds leven tot de German Electron Synchotron DESY in Hamburg. Een ondergrondse cirkelvormige tunnel van 6,3 kilometer lang, die dienst doet als deeltjesversneller. Jarenlang was de cirkel als stippellijn aangegeven op de Falkplan van Hamburg. Maar bijna niemand wist waar die geheimzinnige cirkel, op de voor iedereen verkrijgbare stadsplattegrond, eigenlijk voor stond.
Die geheimzinnigheid is karakteristiek voor de tentoonstelling die nog tot 22 oktober te zien is. De mogelijkheden van wat de ondergrond herbergt en zou kunnen herbergen geeft het thema ‘Below Zero’ een mysterieus tintje dat in bijna elk getoond project terug te vinden is.