Opinie

Free as a bird : Women NL architects

Als deze tekst een zoete ondertoon heeft komt dat niet door het onderwerp maar door de Friese streekroman ‘Een vrouw in de bouw’ dat ik parallel aan dit schrijven lees. Googelend op vrouwen + architectuur kwam ik dit boek tegen en besloot het te gaan lezen omdat ik nieuwsgierig ben naar de clichés en stigma’s buiten het vakgebied over dit onderwerp. Geen betere bron dan een streekroman. De hoofdfiguur Jannie, net weduwe, heeft een bouwbedrijf dat huizen en veestallen tekent, bouwt en oplevert.

De vraag van MEMAR.DUT©H iets te schrijven in het kader van de tentoonstelling ‘women nl architects’ kwam op hetzelfde moment als de uitreiking van de Anna Bijnsprijs. Deze prijs is een onderscheiding voor vrouwelijke auteurs die voorheen op een specifiek vrouwelijke stem werden beoordeeld, waarbij in oeuvre, stijl, vorm, aanpak en thematiek de verbeeldingswereld en de realiteit van vrouwen tot uiting komt. Door het verbeterde literatuur klimaat is dit niet meer nodig en is het een onderscheiding voor Nederlandse Literatuur van vrouwen geworden.

Dit onderwerp heeft altijd iets tegenstrijdig en ingewikkelds. Het doel is om vrouwen in een beroepsgroep een betere positie te geven en het middel is de specifieke kwaliteiten te isoleren tot een subcategorie. Als blijkt dat de positie en ‘het klimaat’ zijn verbeterd bestaan dan de specifieke thematiek en verbeeldingswereld niet meer? Is deze opgenomen in de massa? Of blijkt het helemaal niet te hebben bestaan?

In mijn streekroman heeft Jannie een uitstekend organisatietalent en leidt behendig haar 35 koppige bedrijf maar als in een economische dip ontslagen vallen kan zij niet zonder de hulp van haar zakelijke minnaar die in aluminium kozijnen handelt. Praktisch, dienstbaar, gevoelig, multi-tasking zijn generaliserend gezegd typisch vrouwelijke aspecten. Maar als dit waar zou zijn dan zouden er geen architecten (v) bestaan want lijdt per definitie niet elke ontwerper aan monomanie? En haalt niet elke ontwerper zijn fascinatie, onderwerp, inspiratie, gekte en voorkeuren uit alle mogelijk bestaande verbeeldingswerelden om een ontwerp naast alle praktische input vorm te geven? In het damesblad Elle waar ik samen met andere ontwerpers een kort artikel kreeg zagen architecten (v) een kerk, een wegrestaurant, een vliegveld als de ideale opdracht.

Het fysieke verschil tussen mannen en vrouwen wordt ook wel eens in verband gebracht met een vormentaal in de architectuur. Feminine architectuur zou rond, glooiend en zacht zijn zoals de vormen van een vrouwenlichaam. Een veel mooiere verklaring is dat in de softe jaren ’70 ronde zachte vormen en bonte kleuren hip waren en juist in deze periode de vrouwelijke architecte op kwam. Het idee dat vrouwen beter zouden zijn in het combineren van kleuren wordt vaak beaamd al is het maar omdat 8% van de mannen kleurenblind is. In een projectteam van 5 architecten (m /v) maken we op dit moment een aantal woningen in Haarlem die samen een straat moeten worden. Aan de vormgeving van de in elkaar gemonteerde gevels valt geen roze of licht blauw af te lezen behalve dat de woning die 3 meter boven de afgesproken daklijn uitsteekt door de enige man in het gezelschap getekend is.

Ondertussen maak ik me zorgen over mijn hoofd persoon Jannie, die inmiddels in gemeenschap van goederen getrouwd is met haar minnaar, wiens bedrijf failliet dreigt te gaan. Haar technische onderdirecteur heeft een hernia. Bij komende zorg; 4 kinderen, 2 stiefkinderen en ouders op leeftijd.

De titel van de presentatie van Sophia Valla ‘commes les garcons’ lijkt een tegenhanger van GirlPower, en vat goed samen hoe de meeste architecten (v) die ik sprak hun positie zien in dit nog steeds merendeels door mannen bezette vak. Het onderwerp wordt niet relevant, niet stoer en zinloos gevonden. Het zou een stap achteruit zijn als je in een kooitje, dat door vrouwen uit vorige generaties voor je is opengezet, blijft zitten piepen. Uitvliegen en mengen met andere bewoners van deze planeet om je ding te doen!

Vliegen op je eigen thermiek is één ding maar hoe gaat het in de windtunnels van de trage, stroperige, massieve bouwpraktijk. Waar het soms lijkt alsof je op de heen en terugweg tegenwind hebt en waar elke vernieuwing door dikke muren moet.

Waar ze brieven schrijven aan Mr. I.R.A. Koers of aan de heer Ir. A. Koers. Waar de vrouwen adviescommissie nog bestaat. Waar vertegenwoordigers bij het beantwoorden van jouw vraag zich richten op een man naast je. Waar een aannemer pertinent weigert samen te werken met een vrouw en een andere aannemer tijdens een interview in een Engels architectuurtijdschrift zegt; ‘Alle architecten zijn vrouwen’. En waar je de kans loopt een excuus-Truus te worden.

Toen ik mijn bureau nog deelde met twee architecten (m) werden wij voor een grote opdracht uitgenodigd. Tijdens de eerste kennismaking werd min of meer geëist dat ik, omdat ik een vrouw ben, projectleider moest worden. Door mijn achterdocht en opstandigheid liepen we een droomopdracht mis. Bij de eerst volgende gelegenheid niet lang daarna kocht ik uit protest een grote bling–bling diamant en droeg die in mijn nieuwe rol als projectleider tijdens de bouwteamvergaderingen.

Als de wind gaat liggen en je kijkt om je heen en ziet wat het allemaal oplevert dan is een ontwerp onzijdig en blijken gebouwen karakters te zijn; aardig, niet aardig, sloddervossen, smetvreeslijders, ego’s, schrijvers, lefgozers, diva ’s, buigers, dromers, stijfkoppen, pezewevers, ambtenaren, aanvoerders, verdedigers, vlijtige liesjes, voegers, stapelaars, puzzelaars, kleiers, knijpers, verzamelaars, verleiders, rekenwonders, ijskonijnen, teddyberen, stoeipoezen, lokvogels, striphelden, sprookjesfiguren….

Jannie maakt het goed, de zaak is stabiel en ze is op haar 45ste bevallen van een gezonde tweeling. Had ik al verteld dat de auteur een man is?