Recensie

Logo Parc

Logo Parc is een onderzoeksproject naar design in de publieke ruimte. De Amsterdamse Zuidas, een prestigieus gebied met kantoren, woningen en culturele faciliteiten aan beide zijden van de A10, dient als casestudie. Woensdag 16 november werd het project ingeleid met een symposium op de Gerrit Rietveld academie in een afgeladen auditorium.

Partners in het onderzoeksproject zijn de Jan van Eyck Academie (Maastricht), het Lectoraat Kunst en Publieke Ruimte en de Gerrit Rietveld academie/UvA (Amsterdam) en stichting Premsela (Amsterdam). Zij stellen zich een ambitieus doel: het onderzoeken hoe en waarom – en met welk doel – design een rol speelt in de ontwikkeling van de Zuidas. Logo Parc veronderstelt dat een onderzoekende houding ten opzichte van de manier waarop de economie zich representeert, de ontwikkeling van symbolische en kritische ontwerpstrategieën kan stimuleren. Symbolisch omdat de Zuidas een icoon is van de ‘space of flows’, van de Nederlandse economie, en kritisch omdat het doel niet is iets te verheerlijken dat al reeds verheerlijkt wordt. Logo Parc eist de vrijheid om kritische vragen te stellen en de gemaakte beloften met gepast wantrouwen tegemoet te treden.

Voor het symposium waren sprekers uitgenodigd die ieder vanuit hun eigen praktijk hun visie op het onderwerp gaven. Na een inleiding van Jouke Kleerebezem (advising researcher aan de Jan van Eyck Academie) waarin hij het publiek uitdaagde om als ware stakeholders het Logo Parc project te volgen, was het de beurt aan grafisch ontwerper Daniel van der Velden. Hij is vooral geïnteresseerd in wat hij ‘the aesthetics of economy’ noemt. Met voorbeelden zoals het projectvoorstel van Hans van Houwelingen voor het NUON-terrein in het Drenthepark aan de Zuidas illustreert hij deze fascinatie.

Kamiel Klaasse, architect en partner van NL.Architects liet aan de hand van enkele strategieën gerealiseerd werk zien. De vaak wat anekdotische ontwerpen en photoshop-collages van het bureau zijn soms bijna logo’s van zichzelf. Roemer van Toorn, verbonden aan het Berlage Instituut, zou dit waarschijnlijk ‘Fresh Conservatism’ noemen: een fraai uitziende, frisse stapeling van heterogene beelden die ogenschijnlijk nieuw lijkt, maar wat in feite een stapeling van clichés is en geen werkelijk nieuwe ideeën aanreikt of oplossingen biedt; waar architectuur Design wordt. Van Toorn riep op tot een meer actieve stellingname waarbij de ontwerper het door hem bekritiseerde systeem van binnenuit probeert te veranderen, op een praktische manier, in plaats van zich te verschuilen achter academische theorie of populistische beeldsampling.

1 Berlijn/Nike logo

2 Crimson – Heerlijkheid onderzoek Hoogvliet Rotterdam

3 F.A.T. – park Heerlijkheid Hoogvliet Rotterdam

Alternatieve strategiën kwamen ook aan bod in de presentatie van Friedrich von Borries. Von Borries is auteur van Who’s afraid of Niketown? Nike-urbanism, Branding and the City of Tomorrow; een boek over de situationistische brandingstrategieën van Nike in Berlijn. In een spannende, bijna soap-opera achtige uiteenzetting gaf hij aan welke strategiën Nike hanteerde bij het branden van openbare ruimte in Berlijn met als doel het veroveren van streetcredibility en, uiteindelijk marktaandeel. Het was fascinerend om te zien hoe plekken als bushaltes en ongebruikte metrogangen werden getransformeerd tot skateramps en andere speelplekken van jongerencultuur. De plekken werden ondertekend met een met de hand geschreven woord ‘Berlin’ en voorzien van de welbekende swoosh. Beide in een schetsmatige stijl, zodat Nike nooit kon worden aangesproken op illegale reclameactiviteiten in de openbare ruimte. Saillant detail is dat op een gegeven moment de Nike-swooshes door een kunstenaar werden veranderd in Adidas-strepen. De twee concurrerende sportschoenfabrikanten raakten verwikkeld in een ruzie, waarna Nike haar activiteiten staakte. Nu is er niemand meer die voor nieuwe basketballnetten in de stad betaald.

De vijfde spreker op het symposium was grafisch ontwerper Gerard Hadders, die in een ietwat wollig betoog een uiteenzetting gaf over modernisme en postmodernisme, afgewisseld met beelden ‘die hij mooi vond’: allerhande foto’s van openbare plekken, maar ook eigen werk, zoals gevelverlichting voor PTT en TNT.

Laatste spreker was Wouter Vanstiphout, architectuurhistoricus en mede-initiator van WiMBY (een langlopend revitaliseringproject in het Rotterdamse Hoogvliet). Zijn werk voor WiMBY is een voorbeeld van wat Van Toorn in zijn lezing al had aangeduid met: ‘becoming populair without being populist’. Door met WiMBY de bewoners te betrekken bij belangrijke stedebouwkundige veranderingen en hun smaak te incorporeren in bijvoorbeeld het ontwerp van een gemeentelijk recreatiepark, is Vanstiphout vaak populisme en zelfs ultrarechtse denkbeelden verweten. Vanstiphout zelf: ‘om ideeën buiten de context van de culturele elite te implementeren, zullen architecten en vormgevers rekening moeten houden met de smaak van het publiek’. Het gaat hem om een vorm van bottom-up denken over de publieke ruimte, met als uiteindelijke vraag: ‘Is hier identiteit?’

Het symposium werd besloten met een discussie. De resultaten van Logo Parc zullen wellicht pas over enige tijd zichtbaar worden, maar deze avond wekte in ieder geval de indruk dat ze de moeite waard kunnen zijn. Het was aardig geweest als de organisatoren, naast deze sprekers met een achtergrond in de cultuursector ook een projectontwikkelaar van de Zuidas hadden uitgenodigd. Dat had de context van de avond wat scherper kunnen stellen dan nu het geval was en het verschil – of juist de overeenkomst – in ambities tussen de verschillende partijen duidelijk gemaakt.