In de beeldentuin van het Kröller-Müller Museum wordt het befaamde beeldenpaviljoen, dat Aldo van Eyck in 1966 in park Sonsbeek bouwde, gereconstrueerd. Vanaf 21 maart is het te bezichtigen.
Het Sonsbeekpaviljoen was een tijdelijk bouwwerk dat in de zomer van 1966 gedurende de internationale beeldententoonstelling in het Arnhemse park Sonsbeek als onderdak diende voor een reeks kleinere beeldhouwwerken. Het bestond uit zes parallel geplaatste wanden van B2-betonblokken, circa 4 meter hoog en op circa 2,5 meter afstand. Het geheel was afgesloten met een transparant dak. Door de wanden hier en daar een halfcirkelvormige bolling te geven en door zo nu en dan kleine openingen in de wanden uit te sparen ontstond een complex ruimtelijk labyrint met een veelheid aan plekken en doorzichten. In het paviljoen was onder meer werk te zien van Brancusi, Arp, Marini, Giacometti, Zadkine, Tajiri en Constant.
Het paviljoen van Van Eyck is niet het eerste Sonsbeekpaviljoen dat wordt gereconstrueerd. In 1965 werd het paviljoen dat Gerrit Rietveld in 1955 ontwierp al herbouwd in de beeldentuin van Kröller-Müller.
Evenals Rietveld heeft ook Van Eyck het paviljoen vrij precies op de tentoon te stellen kunstwerken ontworpen. Dat neemt niet weg dat het net als het Rietveldpaviljoen – ook zonder die werken nog een bijzonder ruimtelijk object is.