Na bijna twee jaar renovatie heropende het Atomium op 18 februari feestelijk de deuren. De negen bollen glimmen harder dan op expo ’58. Toen waren ze bedekt met aluminium vandaag met inox. Maar ook van binnen kreeg het monument een extreme make-over.
De wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel was de eerste grote bijeenkomst na de Tweede Wereldoorlog die in het teken stond van de vrede en de welvaart.
Onder de opmerkelijke constructies die voor de Expo gebouwd werden, oogstte het Atomium het meeste succes. Ingenieur André Waterkeyn(1917- 2005) stelde in 1955 zijn maquette voor aan Baron Moens de Fernig, Algemeen Commissaris van de Expo 58. Het project werd aanvaard op voorwaarde dat het door de privé-sector gefinancierd zou worden en op het einde van de Expo zou verdwijnen. Gelukkig was het Atomium zo populair dat de ontmanteling werd uitgesteld. In de jaren 90 werd duidelijk dat het Atomium dringend aan vernieuwing toe was. Na twee jaar gesloten te zijn staan de deuren nu weer wijd open.
Radiaal en concentrisch
We hebben aan de binnenkant de structuur blootgelegd om het gevoel dat je in een bol rondloopt extra te versterken. We hebben de jaren 50 in ere gelaten waar we konden, zegt Sylvie Bruyninckx, vennoot van het Antwerpse architectenbureau Conix Architecten. Ze wijst op de originele groene borstweringen en rode trappen van de architecten André en Jean Polak. Om structurele openheid in de binneninrichting te handhaven werd opzettelijk met radiale en concentrische wanden gewerkt. Op geen enkele plek wordt de structuur verdoezeld. Boven in het restaurant kan je van deze stille en zachte ingreep voluit proeven.
Parvis
De negen bollen zijn vandaag weliswaar klaar voor gebruik, de omgeving van het Atomium daarentegen is nog lang niet af. Ook hier stond het team van Conix paraat om een en ander bij te spijkeren, met name de enscenering van het Atomium in het stadsbeeld. Voorlopig staat het geïsoleerd op een rond plein. Voor de expo58 functioneerde dit als een sokkel waarop het gebouw, netjes afgeschermd door het expositiepark, zich presenteerde aan de wereld. Dat ronde plein verdwijnt straks voorgoed. We hebben een doorlopende laan ontworpen die breeduit loopt tot aan de voet van het Atomium waar zich een parvis uitstrekt. Het woord parvis klinkt voor mij sterker dan voorplein want het benadrukt de stedelijke context, legt Bruyninckx uit.
Supersonisch
Kon je in 58 een ticket kopen in de inkomhal van het Atomium, straks wordt dat anders. Conix Architecten ontwierp een vederlicht en bijna supersonisch paviljoen in glas en staal naast het blinkende wereldwonder.
Behoudens de hand van het huis Conix kom je in het gloednieuwe Atomium de lichtsculpturen van Ingo Mauer tegen. De vzw Atomium nodigde de Duitser uit om zijn creatieve geest op de bollen los te laten. Resultaat: een stel barokke lichtarmaturen. Heel wat amusanter en speelser is ongetwijfeld de vrolijke Marshmallowsofa van George Nelson. De bank uit 1956 trotseert moeiteloos de tijd en werkt nog steeds als een eyecatcher en publiekskatalysator in de vestibule.
Van de negen atomen worden de drie laterale bovenste bollen niet gebruikt. Dat is altijd zo geweest omdat ze geen extra pijler hebben die ze met de grond verbindt en dus niet stabiel genoeg zijn. Spectaculair is de lift die je met 5 meter per seconde, destijds de snelste in Europa, naar de bovenste bol brengt. Nergens in Brussel vind je een barkruk met een fraaier panorama.
En dan is er nog de meest kunstige bol. Om de zes maanden is hier een nieuwe tentoonstelling te zien. Op de tweede verdieping van deze bol toont kunstenares Marie-Françoise Plissart de video’s die ze maakte van de renovatie van het Atomium. Met haar opnamen treedt ze in het spoor van de neodadaïst Marcel Broodthaers, ook al zon nationaal embleem. Hij gaf zich destijds uit voor arbeider om de hele opbouw vanaf de eerste rij te fotograferen.
Mooie tijden, mooie meiden
In de bol waar het áltijd 1958 blijft is er een permanente tentoonstelling te zien met veel manshoge foto’s en memorabilia. De sfeer van de voorbije wereldtentoonstelling is er compleet. We zien een nog jonge en verlegen Koning Boudewijn poseren naast de wulpse filmdiva Gina Lolobrigida. Mooie tijden, mooie meiden. Uiteraard gaat in dit deel veel aandacht naar de opbouw van het Atomium. Een klus die destijds zonder kranen werd geklaard. Ook al lokte de expo in ’58 meer dan 40 miljoen bezoekers, tot nu toe was er in België geen enkele plek waar de herinnering aan het evenement levend werd gehouden. Helemaal verboden terrein voor volwassenen is de kinderbol. In gigantische bolvormige watermoleculen, opgehangen in de nok, kan het grut hier overnachten. De aankleding van het kinderhotel is van de Spaanse kunstenares Alicia Framis. Zij liet zich inspireren door wateratomen of beter nog door het regenachtige klimaat van bij ons.
Jammer is wel dat de in oktober 2005 overleden bedenker van het Atomium André Waterkeyn de heropening niet meer heeft kunnen meemaken. Hij had het nochtans goed voor. De ingenieur zag het Atomium niet alleen als symbool van vooruitgang en wetenschap maar evenzeer als een symbool van macht door eendracht. Die symboliek weegt nog altijd door. In het Atomium wordt iedereen weer een beetje Belg. Een blije Belg welteverstaan!