Nieuws

Foto”s van lekkere huidjes

Eind vorig jaar verschenen er twee boeken over materialen: Material World 2 van Frame Magazine en Birkhauser, en Material Connexion, materialenboek van BIS. Daan Schipper bestudeerde ze en liet zich verleiden tot enkele overpeinzingen.

De huid der dingen wordt steeds belangrijker. Kennis nemen van de functie of status van een persoon of object door het inschatten van de huid is een van onze eerste instincten. Het daarop inspelen door onze huid te voorzien van individualistische toevoegingen, is derhalve een natuurlijk gevolg. Deze aandacht is ook in alle vormgevingsdisciplines steeds meer voelbaar. De zorg die architecten besteden aan de tactiele en visuele kwaliteit van de huid van hun gebouwen is terug te vinden aan de binnenkant, in de inrichting van het interieur. De toename van het gebruik van grafische en illustratieve elementen op deze huiden is onderdeel van de terugkeer van het ornament. Een mooi voorbeeld uit de beeldende kunst zijn de getatoeëerde varkens van de Belgische kunstenaar Wim Delvoye die daarmee het belang van de unieke huid onderzoekt.

Ik heb nooit langer scheikunde gevolgd dan strikt noodzakelijk was en heb mijn binas tabellenboekje slechts twee keer open gehad. De formules kreeg ik met geen mogelijkheid in mijn hoofd. Ik ben dan ook geen technische opleiding gaan doen, wat mijn vader graag had gewild, maar ben vormgever geworden met een opleiding aan de kunstacademie. Voor één ding hoef je niet gestudeerd te hebben: twee nieuwe boeken over materialen, gaan niet over materialen. Dat is te zeggen, niet in de puurste zin van het woord. Gelukkig voor de schrijvers beweren ze dat ook niet, de titel kwam waarschijnlijk gewoon wat leuker uit. Material World 2 (Frame magazine en Birkhauser) en Material Connexion, materialenboek (BIS) zijn kleurrijke boeken met veel foto's – vooral veel close-ups – van moderne materiaaltoepassingen. Toch moet u zich geen vademecum voorstellen; hout, steen, staal en dierlijke huiden en haren in pure vorm komen er niet in voor. Halfproducten zijn het, verwevingen van verschillende materialen, producten met een duidelijke nieuwe huid. Het is natuurlijk ook niet sexy om een glamourboek te maken over een nieuwe slagvaste kunststof waarvan de tandwielen in een portable harddisk worden gemaakt. Dat is namelijk chemisch een interessante moleculaire verbinding, maar daar hebben ontwerpers niet zoveel mee. Ik ben waarschijnlijk niet de enige vormgever die niet van scheikunde hield.

Waar komt onze huidige fascinatie met de buitenkant van dingen vandaan? Sex sells, dat weten wij vormgevers maar al te goed, maar vallen wij nu dan ook ten prooi aan de media die alles graag per doelgroep inpakt en ons voor veel geld naar huis stuurt met een stapel hypnotiserende plaatjes, waar je vervolgens net iets te snel op uitgekeken bent, waardoor je de dag erop weer naar de winkel rent voor meer. Frame werd al 'porno voor vormgevers' genoemd maar nu komen ze wel heel dicht bij de fetisj van vormgevers: de huid van mooie dingen. Vormgevers herken je dan ook altijd aan het eeuwige wrijven over objecten die ze graag willen bekijken. Of dat nou een nieuwe auto, sapcentrifuge, een balie of een vliegtuig is. We stellen ons tweede zintuig, de tast, graag even tevreden als ons eerste, de ogen.

De hoeveelheid van nieuwe toepassingen in beide boeken is overdonderend. Waar Material World vooral een telefoonboek voor professionals wil zijn – hét probleem met materialen is: 'waar krijg je die mooie kunststof nou ook al weer' – heeft Material Connexion zich tot doel gesteld om mensen bekend te maken met moderne en innoverende voorbeelden. Beiden hebben een eigen systeem van ordenen ontwikkeld. Material Connexion verwijst bij elk product met een cijfercode naar een bibliotheek die vervolgens helaas niet wordt gegeven. Logisch is de keuze om de materialen te ordenen naar belangrijkste component (›51%), ook al is dat moeilijk te visualiseren. Samengevoegde materialen laten veelal niet meer zien wat de grootste component is. Material World heeft zich in de gehele grafische notatie laten inspireren door het eerder genoemde Binas boekje. Opsommingen van veelgebruikte woorden, het kleuren van thematische termen midden in teksten en het gebruiken van een niet gewone boekopbouw geven het boek een mysterieuze onderlaag voor ingewijden. Ik heb echter het vermoeden dat alleen de grafische ontwerper hier ingewijde is. Gelukkig heeft Material World ervoor gekozen om één materiaal op één pagina uit te lichten. Dat schept hoognodige duidelijkheid.

Wat ik een beetje mis is het ontsluitende karakter van beide boeken. Ze zijn heel erg aanstekelijk op een manier die tegelijk ook dodelijk is voor mij als ontwerper, namelijk: ze willen compleet ogen, maar dat kan niet en dat weten ze. Het lijkt me dan ook goed dat opleidingen en producenten onze interesse voor innovaties op het gebied van producten en materialen blijven prikkelen. Ik vind het de verantwoordelijkheid van de ontwerper om daar enig toegepast graafwerk voor te doen. Geholpen door bijvoorbeeld de NBD, de Fsb en het overleg met fabrikanten en leveranciers. Boeken als deze zijn aanzetjes in het ontwerptraject. En ondanks mijn povere scholing qua scheikunde ben ik tegenwoordig meer voorstander van het polytechnisch handboekje dan van dit soort sex-apeal aanjagende 'tijdschriften'.

Laten we wel wezen: dit zijn boeken voor de koffietafel, dit zijn de leeuwen aan de poort met daarachter een ellenlange oprijlaan alvorens we bij het huis aankomen.