“Traditional design practices do not work anymore”, curator Emiliano Gandolfi heet ons welkom in het auditorium van het NAi op 25 maart 2006 tijdens het openingsymposium van de tentoonstelling Dynamicity, tactics for a changing metropolis. De vier deelnemende ontwerperscollectieven zijn Actar Arquitectura, Chora, Stalker/ON en Atelier Bow-wow.
Het moet anders en het kan anders! is de boodschap van de tentoonstelling. Aaron Betsky vertelt ons waarom. De wond blijkt diep, we moeten ruim twintig jaar terug in de tijd, naar het moment dat Manfredo Tafuri de architectuur van haar legitimiteit beroofde en tot vormoefening degradeerde. Zij was niet langer in staat zich te meten met de grote maatschappelijke krachten, concludeerde Tafuri. Hoewel er de afgelopen twintig jaar meer en spectaculairder dan ooit gebouwd werd, kwam niemand met een werkelijk weerwoord. Maar langzaam keert het tij. Met technieken van buitenaf moest de crisis worden overwonnen: mapping, collage, performance. Technieken waarmee méér en complexere informatie in het ontwerpproces kon worden betrokken. Hoewel de Architectuur met een grote A verdween, was er immers nog altijd íets aanwezig: het landschap. En in het bestuderen, in kaart brengen en vervolgens transformeren van het landschap, daarin lijkt het vak zich nu te hebben hervonden, betoogt Betsky. Het landschap, stedelijk of ruraal, wordt voorgesteld als nieuwe, legitieme onderlegger voor een ingebedde architectuur.
Voor Momoyo Kaijima en Yoshiharu Tsukamoto van Atelier Bow-wow, bestaat dat landschap voornamelijk uit lelijke gebouwen, zo bleek al uit hun liefkozende publicaties Made in Tokyo en Pet Architecture. De lelijkheid maakt hierin plaats voor charme en leidt Bow-wow en passant tot heldere probleemanalyses. Hun observaties zijn slim en gevat. De kleine gebouwtjes van pet-architecture bijvoorbeeld zijn 100% customized; ze zijn geen architectuur, maar konden in al hun klungeligheid niet beter toegerust zijn op hun functie. Deze les wordt door Bow-wow als invoer gebruikt in hun ontwerppraktijk. Er ontstaat een loop, die ook in de getoonde projecten consistent naar voren komt. Op hun beurt laten de furnicycle, de White Limousine Yatai, en de Manga Pod zien hoe kleine ingrepen gebeurtenissen worden en de stad veranderen. Al is het maar voor even.
Chora met voorman Raoul Bunschoten is al jaren bezig met het ontwikkelen van nieuwe tools om de toenemende complexiteit van de stad mee te kunnen begrijpen en beïnvloeden. In deze poging ontkomt Chora niet aan een hoge mate van abstractie, bleek ook vandaag. Bunschoten heeft er een paar dikke stiften en een flap-over bij gepakt om dan maar eens en public zijn diagrammen op te tekenen. We krijgen niet de projecten maar de werkwijze van Chora te zien. Die bestaat uit bean tables, prototypes, scenario games en action plans. Inmiddels is Chora betrokken bij grootschalige stedelijke planningsoperaties in Azië en Europa. Een succesvolle esthetisering van het poldermodel, plaagt Betsky?
Stalker, het collectief uit Rome, trekt er het liefst zelf op uit om de stad in ogenschouw te nemen, met een voorkeur voor het verwaarloosde deel ervan. Zij proberen de problematiek van de Corviale te begrijpen, een gebouw aan de rand van Rome van negen lagen hoog en een kilometer lang. Ze wijten het slechte functioneren niet aan de iets te heroïsche architectuur of de eenzijdig negatieve belichting in de media, maar concluderen dat slecht onderhoud en management, en het ontbreken van een gemeenschap de leefbaarheid ondermijnt. Een door Stalker opgezette tv-kanaal Corviale Network, en een reeks aan workshops en evenementen moet hier verandering in brengen. Stalker hamert hiermee op de mogelijkheid van sociaal gedrag, hoe bizar de ruimte eromheen ook is.
Manuel Gausa, van het Catalaanse Actar Arciteqtura, lijkt een gekooide leeuw. Hij benadrukt dat hem slechts twintig minuten spreektijd zijn gegund en hij ons zo graag zoveel wil vertellen. Over collisions, encounters, intersections, open logic, multi-escalar conditions, disposition, meshing. En over de projecten van Actar in Catalonië of Brussel. Het meest concreet van de vier bureaus lijkt Actar het landschap als uitgangspunt te nemen, en probeert het samen te knopen met allerlei informatielagen, zoals infrastructuur en ecologie. Met zwierige visualisaties probeert Actar de dynamiek in kaart te brengen, zo ontstaan beelden die moeiteloos worden doorgetrokken naar kleurrijke ontwerpvoorstellen.
Dat er iets nieuws gaande is, kan niet vaak genoeg gezegd worden. Er wordt gesproken van new urbanity, (Chora) new publicness, (Stalker) geo-urbanity (Actar) en micro-public space (Bow-wow). Het NAi noemt de vier bureaus representanten van een nieuwe stroming, met een geheel eigen, guerrilla-achtige werkwijze. De boodschap is duidelijk, we moeten de stad anders en beter begrijpen. En dat zou moeten lukken als we zorgvuldiger om ons heen kijken, alvorens de wereld te bestoken met enkel maar hippe gebouwen. Al kun je je afvragen in hoeverre dit voor Actar opgaat. Want als gezegd, het spektakel spat er van af. En je zou je kunnen afvragen of Chora niet juist al twintig jaar in een consistente lijn aan de problematiek van complexiteit werkt. En of Stalker en Bow-wow in feite niet teruggrijpen op de werkwijzen van de Situationisten, of Team Ten.
Nieuw of niet, de vraag is of de gepresenteerde groepen erin slagen om uit al die complexiteit een zinnige ontwerppraktijk te voeren, en of de stad daar baat bij heeft. Wat mij betreft is dat hier en daar warempel het geval. Hoewel de verschillen tussen de vier groepen groot zijn, is hun blik verfrissend, hebben zij oog voor zowel het hele grote als het hele kleine verhaal en zijn zij niet bang voor abstractie, humor, of bluf. Nog tot 11 juni te zien in het NAi. Doen.