Sinds de zomer van 2005 werkt Josse Popma met een aantal collega’s van het Dordrechtse architectenbureau EGM aan een kinderziekenhuis in Arequipa, Peru. Eind april was hij met projectcoördinator Roelof Krijgsman in Peru om de plannen over te dragen aan locale partners.
Dat het een lange reis zou worden was duidelijk, maar ik begin me nu na 30 uur reizen te realiseren wat voor afstand ertussen Dordrecht en Arequipa ligt. Door onze werkzaamheden voor het Erasmus MC in Rotterdam, zijn we door de Nederlandse stichting Paz Holandesa benaderd voor deze opdracht. Paz Holandesa is al jaren actief in Arequipa met onder meer operatieprojecten, en heeft daar een eigen polikliniek. Ze wil nu een eigen ziekenhuis oprichten om het hele jaar door zorg aan te kunnen bieden. EGM heeft opdracht als sponsorproject aangenomen, wat voor een groepje enthousiastelingen veel overwerk betekende, maar ook een geweldig avontuur.
23 april – Op het vliegveld van Arequipa worden Roelof en ik tegen een prachtig decor van sneeuwbedekte bergtoppen in een heerlijk zonnige omgeving verwelkomd door onze opdrachtgeefster Marjan van Mourik en haar projectleider Arjan de Jager. We verblijven met zn allen in het huis dat Paz huurt voor haar medewerkers.
Tijdens de piscos sour (een lokaal drankje, dat als limonade drinkt maar het stiekem niet is) ontstaat de eerste discussie over de balans tussen ontwerpen naar een (gewenste) eigen manier van doen en Peruaanse gebruiken. De keuze tussen voorzichtig de culturele verschillen in acht nemen, of een eigen visie vormgeven, zal nog vaker aan de orde komen.
27 april – Elke dag mooi weer, zou je het ooit zat worden? We beginnen de dag in de tuin met een stapeltje folders die Rayner mee heeft gebracht. Vandaag staat in het teken van een locaal materialenonderzoek. Het is duidelijk dat we het hier niet van de industrie moeten hebben. Daar tegenover staan on-Nederlandse mogelijkheden en het is zaak die zo goed mogelijk te benutten. Dus geen deuren uit een catalogus, maar op maat gemaakt naar ons ontwerp. Eigenlijk zoals je het altijd wel zou willen, maar zonder HTS en niet al te veel kennis van Peruaanse zaken nog best een opgave.
De steenleverancier neemt ons mee naar, zo lijkt het, de uiterste rand van de stad waar zijn bedrijf gevestigd is. Asfalt is overgegaan in een stoffige weg en ik heb het idee dat de groeves zelf niet ver weg kunnen zijn. Stapels prachtige natuursteen liggen hier voor het kiezen en ik mag meneer-de-architect spelen! We zijn het allemaal eens dat het typische witte vulkanische steen dat zo specifiek is voor deze stad, de bekleding voor de gevel moet worden. En voor de prijzen hier is het ook mogelijk om het binnenterrein met echte steen te bestraten.
Onze volgende bestemming is de casa de construction om een indruk te krijgen van sanitair en tegelwerk. Gelukkig is Arjan in overleg met Geberit om al het leidingwerk te leveren en aan te leggen, de kwaliteit van het materiaal is te zwak voor een ziekenhuis om op te vertrouwen. Ik hoop dat Geberit ook maar meteen een partij kranen en sanitair meebrengen.
Arjan en ik gaan samen verder richting terrazzo fabrikant die ons weer een stuk vrolijker stemt en het keramiek snel doet vergeten. Hier kunnen we mooie dingen mee maken!
De dakbedekking blijft problematisch. Vanuit de taxi zagen we wel een aantal hallen met golfplaten dakbedekking, dus we maken een wandeling om ze wat beter te bekijken. We komen niets tegen dat echt overtuigd. Als het zou lukken iets zwaardere kwaliteit platen te vinden, kan het een alternatief voor het koper zijn. De associatie met hutjes en loodsen vind ik wel interessant, om er dan met een mooie detaillering een draai aan te geven.
Arjan is nog niet helemaal overtuigd. Gelukkig geeft hij niet snel op en gaat thuisgekomen, nog maar eens rondbellen om te zien of er toch geen mogelijkheden zijn de koperen bedekking ergens vandaan te halen.
Zon week van s ochtends tot s avonds laat samen met je opdrachtgever over een project nadenken is uniek, en door de onderlinge klik, heel productief en inspirerend.
26 april – Peru Politics. De eerste ronde van de presidentsverkiezingen zit er op en de Peruanen kunnen de komende ronde kiezen tussen Humala Allante en Alan Garcia. De eerste is, zo wordt mij verteld, een dictator in spe die zegt, los van de uitslag de macht naar zich toe te trekken. De tweede is een oud president die het land eerder door wanbeleid in crisis leidde.
Aangezien de landelijke uitslagen indirect invloed hebben op de regionale en locale overheden is het van belang alle vergunningen rond te hebben en aan het bouwen te zijn voor de machtswisseling in december. Vandaag staat een presentatie aan de deelgemeente op het programma, wiens burgermeester de bouwgrond voor Paz Holandesa aangekocht heeft.
Bij de deelgemeente worden we enthousiast ontvangen door een dame van de grotere gemeente, die naar later blijkt de bijeenkomst zal filmen. De heren houden zich wat meer op de vlakte, al is het duidelijk dat dit alles voor hen net zo spannend is als voor ons; in Arequipa komen nooit buitenlandse architecten.
Ik hou een praatje in het Engels dat vertaald en aangevuld wordt door Marjan. Ik denk dat ze het wel wat vinden, maar echt goed inschatten lukt niet. Als de mannen vragen beginnen te stellen neemt Arjan het soepel over en weet met een charmante glimlach en hier een daar wat gespeelde naïviteit het spel te spelen. Want er wordt slechts gepraat over relatief onbelangrijke regelgeving. Het complex mag geen ziekenhuis genoemd worden maar kliniek, er moeten een x aantal vierkante meters keuken per patiënt komen en er is sprake van een bepaald zonering tussen gebouwen en straat waar nooit iemand ons iets over verteld heeft. Maar hoe de regels voor deze zonering nu precies gelden weet men niet.
Als we drie kwartier Spaans op hoge toon verder zijn, neemt de laatste van het rijtje op aangenaam rustige wijze het woord. Het blijkt de machtigste van de groep en stelt dat ook in de regels staat dat hij plannen hoe dan ook goed mag keuren. En vindt dat we niet naar de regeltjes moeten staren maar er voor zorgen dat we vooruit kunnen. Adios reglementos! We gaan met zijn allen, behalve de grootste schreeuwer, op de foto en dat was dat.
25 april – Back to reality. De arbeidskosten mogen hier dan laag zijn, maar kwaliteit en mogelijkheden van bouwmaterialen liggen net zo min op Nederlands niveau. En dat kan flink confronterend zijn, wat een dag.
s Ochtend vertrekken we weer naar de kliniek om kennis te maken met de locale, van oorsprong Duitse architect Rayner Ptach die mogelijk onze Peruaanse partner wordt. Rayner introduceert een aannemer want aanbesteden doen ze hier niet, alles draait om contacten en vertrouwen.
We presenteren de plannen en de bekende problemen over toiletten, privacy en gemeente reglementen komen langs. Wat zwaarder valt is de bevestiging van onze bange vermoedens: koperen dakbekleding is ondenkbaar, wordt nergens gemaakt en is belachelijk duur. En dat terwijl 90% van het koper in de wereld uit Peru en Chili komt! Erg veel alternatieve metalen dakbedekking lijkt er ook niet te zijn. Over het hout, dat we voor kozijnen, luifels, en gangpaden willen gebruiken, wordt sceptisch gedaan. In Arequipa blijken nauwelijks goede timmermannen te zijn, goede lak of beits in is slecht voorhanden, laat staan een grote partij droog hout. En het gekleurde (Spaanse) tegelwerk waarmee we de vloeren wilden opfleuren, schijnt ook nogal wat te gaan kosten, want van voorbije tijden. Al is iedereen het er over eens dat de nieuwe tegels die je hier overal ziet (in de laatste trend worden er hele gevels mee behangen) afschuwelijk zijn.
Ach ja, het zijn maar materialen, probeer ik me maar voor te houden.
Uit Nederland ontvangen we aangepaste situatietekeningen, zodat we morgen tijdens de presentatie aan de gemeente de laatste stand kunnen tonen. We gaan nog even op de foto voor dagblad Arequipa del Dia. Marjan had vanochtend een interview met een van de journalisten. We hebben alle steun nodig om door het vergunningentraject heen te komen dus wat publiciteit kan geen kwaad.
Na de lunch pakken we de taxi naar de Max Uhle-school. Rayner heeft hier aan verschillende verbouwingen en uitbreidingen gewerkt en de kleuterschool ontworpen. De schoolgebouwen geven de nodige aanleiding voor allerlei architecten-onder-elkaar-gepraat. Ja, hout is lastig, maar de verf bladdert net zo hard van het staal, aluminium en beton. We zien en voelen verschillende gebouw-oriëntaties op de zon, waarbij alles ook wel weer zijn voor- en nadeel heeft. Verhalen over de beperkte keuzes in meubilair, onmacht zonder de opdracht voor directievoering (hoe herkenbaar), constructeurs die niet buiten hun straatje willen gaan en een met gevlochten matten bedekte overkapping alleen als betonnen dak wilden dimensioneren, etc. En dan nog het alles overheersende stof dat de hele stad bedekt met een grijzige sluier.
24 april – Het Leidsche Rijn van Arequipa grapt Arjan de Jager over onze bouwlocatie, een akker waarop straks ons ziekenhuis zal staan.
De buurt is aangewezen als een nieuw uitbreidingsgebied, een stuk landbouwgrond midden in een stedelijk gebied. Het terrein wordt omringd door maïsvelden, pas klaar gemaakte bouwgrond en onafgemaakte woningen. Het schijnt dat door de komst van het ziekenhuis de kavelprijzen intussen ruim boven gemiddeld zijn gestegen. Verderop staan een paar buurhuizen al jaren te wachten op geld om de bouw te kunnen vervolgen. Het is hier de gebruikelijke manier van bouwen; telkens als er weer wat geld beschikbaar is wordt er weer een stukje aangebouwd.
De rest van de dag gebruiken we om het plan nog eens van boven tot onder door te nemen. Op hoofdlijnen is iedereen heel tevreden al blijven er een aantal witte vlekken op tekening staan. We willen het afval bijvoorbeeld niet door de locale dienst laten dumpen, maar hoe kunnen we het wel verantwoord aanpakken? Waterpomp en opslag zorgen voor vergelijkbare vraagtekens.
28 April – De broer-van-de-president-van-de-regio blijkt plotseling naar de polikliniek te komen om ons te ontmoeten en de plannen te bekijken. Dus het overleg over de planning voor de aankomende maanden, moet even opschuiven. We ronden het ontbijt snel af en vertrekken richting poli.
Politieke figuren laten zich hier omringen door familie en vrienden die voor hen werken. Zo komt de broer-van nu dus een soort van voorgesprek houden in opmaat van het bezoek van de president zelf. De broer is enthousiast over het plan, geeft leuk commentaar en ziet natuurlijk mogelijkheden om hier goed mee voor de dag te komen. Internationale allure in de regio! We kunnen alle steun natuurlijk goed gebruiken, maar Paz Holandesa moet ook uitkijken en niet te veel betrokken te raken bij politieke spelletjes. Zo blijken onze burgermeester en de regio president elkaar niet zo goed te liggen.
De rest van de ochtend brengen we door met het doornemen van de werkzaamheden van de aankomende tijd.
Een snel bezoek aan het locale publieke ziekenhuis Hospital Goyeneche’, drukt ons op de feiten van de armoede. Marjan wordt met open armen ontvangen aangezien zij voor de weinige structurele hulp zorgt: stoelen en kasten uit Capelle, oude couveuses uit een ander Nederlands ziekenhuis, dat soort dingen. Het zijn van die momenten waarop je beseft in wat voor ongelooflijke luxe we in Nederland leven.
De laatste middag van ons verblijf komen we toch nog even onder de toeristen als we een bezoek brengen aan het Santa Catalina Klooster. Een prachtige plek, ondanks dat het echte leven hier niet langer meer aanwezig is. Het intense Peruaanse zonlicht heeft de hoofdrol overgenomen. In een heerlijke rust struinen we door het complex en overdenken onze belevenissen. Een project als dit is zo verfrissend en leerzaam. Er is betrokkenheid en enthousiasme bij ieder die meewerkt, persoonlijke winst staat even niet op de agenda. Geweldig om met je werk bij te kunnen dragen aan het tot stand komen van zulke goede zaken, terwijl ik het moeilijk vind het anders te zien dan een enorme kans die ons geboden is om een prachtig gebouw te mogen ontwerpen. Het is een vreselijke term, maar win-win situaties blijken dus toch te bestaan.