En toen waren er twee: Design Models en Buy me a Mercedes-Benz. Het eerste boek is een klassieke monografie van en over UN Studio, het tweede behandelt slechts één gebouw van dit bureau, het onlangs opgeleverde Mercedes-Benz Museum in Stuttgart. Beide boeken laten zien dat UN Studio steeds beter wordt in het maken van opwindende architectuur, dat ze niet te beroerd zijn hun ontwerpersmening te geven over van alles en nog wat en, tenslotte, dat ze ook steeds beter worden in het maken van boeken.
Al vanaf het begin van hun carrière, toen UN Studio nog gewoon Van Berkel en Bos heette, behoort het maken van boeken tot één van de kernactiviteiten van het architectenbureau. Niet onverstandig, de geschiedenis leert immers dat er slechtere manieren zijn om de carrière te beginnen of te ondersteunen. Het papieren oeuvre van UN Studio is nu met twee pillen verrijkt de monografie telt 400 paginas, de Mercedes-special zelfs 575. In Design Models staan alle projecten van het bureau, het ene project natuurlijk wat uitgebreider dan het andere. Zo is er naast nieuw werk ook aandacht voor de Erasmusbrug en het Möbiushuis. Die stonden ook al uitgebreider in eerdere boeken, maar het is handig om het complete overzicht in één band bij elkaar te hebben. De projecten zelf worden voorbeeldig belicht, met treffende fotografie, de juiste tekeningen, relevante ontwerpuitgangspunten en gebruikte modellen. Dat laatste blijkt van groot belang voor UN Studio: design models represent a new approach to architecture. Buildings and projects no longer matter [ ], our focus is on models that are able to generate whole series of projects [ ]. Ferme taal, gebouwen doen er niet meer toe, maar gelukkig houdt UN Studio zich niet al te letterlijk aan de eigen teksten. Opvallend zijn ook de als reclameblokken door het boek gestrooide positive notes. Deze aforistische tekstjes zijn relativerend, soms zelfs grappig en vooral eerlijk. Zo beweert UN Studio dat Ludwig Mies van der Rohe de meest overschatte architect van zijn tijd was (Positive note 10b). De onderbouwing is tweeledig: Mies van der Rohe heeft nooit meer gedaan dan het keer op keer herhalen van één idee, én hij heeft te weinig gezegd. Klopt dat? Nee. Mies van der Rohe deed tot het eind van zijn leven uitvindingen en schreef meer dan het beroemde artikel Die Neue Zeit (1930). Daarbij: één goede slogan – die van Mies: architectuur is bouwen kan net zoveel of zelfs meer effect hebben dan een vuistdik boek.
De monografie over het Mercedes-Benz Museum (MBM) is perfect. Alles staat er in, vanaf het moment van het eerste idee, via het bouwproces, het projectmanagement en de indrukwekkende logistiek van de bouwplaats, tot en met de voorbeeldige tentoonstellingsinrichting van HG Merz. Meer Nederlandse inbreng kwam in de inrichtingsfase overigens nog van Concrete en Petra Blaisse. Als dit boek iets duidelijk maakt, is het wel dat buildings and projects er nog altijd ontzettend veel toe doen: het is één lang bewijs dat Mies van der Rohe het met zijn slogan bij het rechte eind had; bouwen, daar gaat het om. Alleen al het feit dat er tijdens de bouw dagelijks talloze nieuwe tekeningen werden geproduceerd (het werden er uiteindelijk 36.000), die door alle medewerkers in real-time in 3D konden worden bekeken waanzinnig. Dát is bouwen anno 2006. Alle fotos van tijdens de bouw vertellen hetzelfde verhaal; een foto van een drukke mierenhoop in vol bedrijf is er niks bij. Opvallend is verder dat Mies van der Rohe nota bene zelf als een van de inspiratiebronnen voor het MBM wordt genoemd. Diens Neue Nationalgalerie (Berlijn, 1968) had namelijk in elkaar overvloeiende tentoonstellingsruimtes en die zien we hier ook. Ook van een overschatte architect is het blijkbaar lekker citeren. Andere inspiratiebronnen waren natuurlijk het Guggenheim van Wright (cirkelende route) en het Centre Pompidou, waar de installaties de status van architectuur hebben gekregen. Dat heeft UN Studio ook bij het MBM gedaan, niet door de installaties in beeld te laten, maar door ze in één moeite door mee te ontwerpen.
Het gebouw als machine: UN Studio heeft voorlopig het laatste woord met deze overtuigende tentoonstellingscentrifuge, die moeiteloos miljoenen bezoekers paar jaar kan verwerken; bezoekers die zich al ronddraaiend kunnen vergapen aan talloze Mercedessen. Voor mij heeft het merk Mercedes-Benz met dit gebouw een flinke imago-boost gekregen: van proletenbak tot reisdoel in Stuttgart, een hele prestatie. En dat zal voor de autofabrikant toch wel design-target nummer één zijn geweest