Recensie

De wereldverbeteraars

Design like you give a damn: Architectural Responses to Humanitarian Crises is een uitgave van Architecture for Humanity. Het klinkt veelbelovend voor de hedendaagse wereldverbeterende architect, maar gaat het ook over Architectuur? Dat wil zeggen een in materialen vertaald esthetisch bevredigend pragmatisch antwoord op een ruimtelijk vraagstuk, dat wordt uitgelegd door een theoretisch conceptueel verhaal?

In de zeer persoonlijke introductie beschrijft Cameron Sinclair de ontstaansgeschiedenis van Architects for Humanity.  De oprichter van deze organisatie had er op een gegeven moment genoeg van om een CAD-aap te zijn voor het zoveelste geld verspillende winkelinterieur. Hij ging onder meer prijsvragen organiseren, maar kwam er al snel achter dat er meer nodig is dan het verzamelen van goede ideeën om werkelijk iets voor de mensheid te betekenen. Tegelijkertijd blijkt uit het gepresenteerde historische overzicht van humanitaire architectuur dat de mensheid geen verbetering kan worden opgelegd. Zonder interactie met de lokale bevolking en omstandigheden blijven de ideële initiatieven een persoonlijke zelfvervulling van de ontwerper.

Na de inleiding passeert een bonte stoet van totaal tachtig projecten de revue: van industrieel ontwerp,  kunst- of ‘knutsel’ projecten tot Architectuur. De projecten binnen de thema’s Water, energie en sanitair, en Politiek, beleid en planning zijn minder relevant vanuit architectonische perspectief. Hetzelfde geldt voor de tentprojecten voor tijdelijke opvang van vluchtelingen. Architectonisch valt over deze projecten dan ook weinig te zeggen, de begeleidende teksten lezen meer als een fondsenwervingbrochure van een ontwikkelinghulp organisatie.

Het wordt interessanter wanneer ‘stedenbouwkundig’ ontwerpen zijn intrede doet in vluchtelingenkampen om sociale coherentie tot stand te brengen. Ontwerpers blijken een positieve bijdrage te kunnen leveren aan de veelal benarde en onveilige situaties in de kampen.

Wat maakt het boek interessant? Het Super Adobe project van de Iraanse architect Nader Khalili voor vluchtelingenkampen in Iran en Pakistan, bijvoorbeeld. De bouwtechniek is ontwikkeld ten behoeve van een door NASA uitgeschreven prijsvraag voor woningen op Mars. De beschikbare materialen voor de bijenkorfhuizen zijn de tools of war: zandzakken en prikkeldraad, afgepleisterd met leem. De vluchtelingen werden bij de bouw ingezet. Dit leverde hen inkomen op en hield de bouwkosten omdat er minder beroepskrachten nodig waren. Deze werkmethode wordt niet altijd door lokale overheden gewaardeerd. Het gaat immers ten koste van de omzet van lokale aannemers en ‘premies’ voor ambtenaren.

Het Quinta Monroy Housing in Chili, doet niet onder voor een Verantwoorde Vinexlocatie. Dat bewoners bezit nemen en verandering aanbrengen blijkt uit de foto’s. Twee jaar na oplevering is er bijgebouwd, aangebouwd, geschilderd….

Het Rufisque Vrouwen Centrum in Senegal van Hollmén Reuter Sandman Architects  heeft een sereniteit en soberheid vergelijkbaar met de architectuur van Luis Barragán. De vrouwen waren van af het begin betrokken bij het ontwerp waar zoveel mogelijk lokale en hergebruikte materialen zijn gebruikt.

Het meest in het oogspringende project is de Gando Basis School in Burkina Faso van Diébédo Francis Kéré. Als architectuurstudent in Berlijn nam hij het initiatief een school te bouwen in het dorp van zijn jeugd om de kinderen betere onderwijsvoorzieningen te geven. Het ontwerp is gebaseerd op passieve energie efficiency en vermengt de lokale traditie. Het gebouw bestaat uit kleistenen muren met daarboven een stalen ruimtelijk vakwerk dak. De lokale bevolking was intensief betrokken bij de bouw van de school. Aanvankelijke leidde de voorgesteld traditionele metselwijze tot weerstand vanwege onderhoud. Het uitkragende dak beschermt echter de adobe stenen (stenen van in de zongedroogde klei) voor de regen en draagt tevens bij aan de verkoeling van de klaslokalen.  Dit project werd in 2004 bekroond met de Aga Khan Award voor architectuur, een stimuleringsprijs voor projecten met een sociale betekenis in islamitische gemeenschappen.

De vraag die het boek stelt is of architectonisch ontwerp een luxe of een noodzaak is. Met de boven genoemde projecten in gedachten een noodzaak, zou ik zeggen. Zonder de inbreng van de architecten was het bereikte niveau niet gehaald. Echter architectuur doet het niet alleen, de meerwaarde van de projecten zit in de relatie die wordt aangegaan met de gebruiker of lokale gemeenschap.

Design like you give a damn geeft stof tot nadenken over de maatschappelijke verantwoording van de architect. De nadruk die gewoonlijk op de architectonische esthetiek wordt gelegd kan worden gerelativeerd, evenals de verbeteringen voor de mensheid door architecten. Tegelijkertijd kan de architect kan meer voor de mensheid betekenen dan leuke gebouwtjes ontwerpen. Hij kan een kader creëren voor activiteiten en ontwikkeling juist door het creatieve denkproces. Architectuur is uiteindelijk een goed gevoel en als dat opgewekt wordt door maatschappelijk verantwoord projecten, moeten architecten dat vooral blijven doen.