Feature

Inside Outside, op de grens tussen binnen en buiten

In het kader van Capital Selecta, het lezingenprogramma van de Academie van Bouwkunst, vertelde Petra Blaisse (Inside Outside) donderdag 7 december over haar werk. De lezing was onderdeel van het programma ‘Body/Space’ waarin Artist in Residence choreograaf Krisztina de Châtel de relatie tussen lichaam, ruimte en architectuur onderzoekt. Blaisse was een perfecte gastspreker omdat zij met haar ontwerpen deze relaties kritisch bevraagt.

Stel, je hebt een stapel losse A4-tjes met een geïllustreerd verhaal en het begint te waaien. Blad voor blad dwarrelt door de lucht en de stapel komt verspreid door de ruimte te liggen, at random. Hoofdstuk één vermengt zich met hoofdstuk vier en beelden strijken op willekeurige plekken her en der neer. Er ontstaat een associatief patchwork van ideeën en beelden. Zó was de lezing van Petra Blaisse. Gedeeltelijk vanwege een mankement in techniek – de laptop werkte niet zoals gepland – blies de beamer een veelheid aan beelden op het scherm terwijl Blaisse een thematisch gestructureerde tekst uitsprak. De prachtige beelden liepen zo nu en dan synchroon met de inhoud van de tekst, maar even zo vaak deinden de beelden op eigen golven verder. Dat was niet erg, want het zorgde voor een fris geheel en gaf een gelaagd beeld van het toch al zo gelaagde werk van Inside Outside.

Met haar bureau Inside Outside ontwerpt Blaisse gordijnen, vloeren, plafonds, muren, tuinen, parken en zelfs gehele landschappen. De naam van het bureau, Inside Outside, doet denken aan inside-out (binnenstebuiten) en dat zal geen toeval zijn. Inside Outside werkt vaak op het snijvlak van binnen- en buitenruimtes, maar het bureau is ook goed in het binnenstebuiten keren van ruimtes, meestal op belevingsniveau. Blaisse gumt als het ware grenzen tussen binnen en buiten vaag, met als gevolg dat deze gaan bewegen. Bijvoorbeeld door een semi-transparant flapperend gordijn te hangen op de vaak harde grens tussen interieur en exterieur. En welk product dat deze grens zowel aangeeft als beïnvloedt werkt hier beter dan… het gordijn.

Blaisse spreekt over de emancipatie van het gordijn en bij het zien van haar projecten begrijp je dat een gordijn bij haar geen saaie lap stof is. De fascinatie voor de eigenschappen van het gordijn spreekt uit heel haar oeuvre. Een gordijn bedekt, laat licht door, houdt licht tegen en zorgt voor beweging in een architectuur die vaak hard en statisch is. Een gordijn zorgt voor afstand of juist intimiteit, het beschermt en schermt af. Blaisse goochelt met materiaal, transparantie en lichtinval. Zo maakt ze openingen in gordijnen of geeft ze gordijnen kleur, kiest ze voor dikke stugge stoffen, pluizig materiaal, bonte prints of voile. Door het toevoegen van een wel overdacht ontworpen gordijn transformeren ruimtes rigoureus. Vandaar dat ze vaak nauw samenwerkt met architecten. Zoals met OMA, ze bepaalde mede de sfeer van de Casa Da Música, de Nederlandse ambassade in Berlijn, de bibliotheek in Seattle en het Prada Epicentre in New York.

Voor de Pradashop ontwierp Inside Outside een enorme zilveren gebreide sok van voile. Dit object toont de complexiteit van Blaisses werk. Haar producten zijn er namelijk niet alleen om het oog te strelen. Maar, zoals ze zelfs zegt: ‘We geven [met onze ontwerpen] nieuwe antwoorden op moeilijke vragen.’ Deze ingewikkelde vragen zijn vaak technisch van aard en  gaan over onder meer akoestiek, licht, zon, klimaat, uitzicht, inkijk en beweging. De megasok voor Prada functioneert dan ook primair als bescherming voor het audio systeem in de winkel.

Blaisse begeeft zich niet alleen op het gebied van interieur, maar ontwerpt ook buitenruimtes. Ze wijst in haar lezing op overeenkomsten tussen landschap en gordijn. Beide worden gedefinieerd door elementen als licht, duisternis, wind en energie. Daarnaast kan de mens zowel het landschap als de bewegelijke kwaliteit van gordijnen niet geheel sturen. Zoals Krisztina de Châtel haar dansers uitdaagt bezit te nemen van de ruimte en deze te vullen met spanning; zo vult Blaisse de ruimte met spanningverhogende elementen. De mens maakt vervolgens de ruimtes af. Verschillen tussen interieur en exterieur benoemt Blaisse ook. Het meest in het oog springt het schaalverschil. Een landschap strekt zich fysiek meestal verder uit dan het speelveld van de meeste interieurvraagstukken. Daarmee samenhangend speelt bovendien tijd een belangrijke rol. Een gordijn bijvoorbeeld heeft zodra je het ophangt invloed op de ruimte, terwijl landschapsarchitectuur pas wat wordt na een jaar of tien, nadat het ontwerp (letterlijk) gerijpt en volgroeid is. De grenzen tussen wat was en wat toegevoegd is zijn dan pas onzichtbaar geworden.

boven: ontwerp Giardini di Porta Nuova, Milaan

onder: tapijt en gordijn, bibliotheek Seattle

klik vergroting

Met een team waarin architecten Mirko Zardini, Michael Maltzan, landschapsarchitect Piet Oudolf, grafisch ontwerper Irma Boom en technisch bureau Ro'dor plaatshadden participeerde Inside Outside in een wedstrijd voor de invulling van de Giardini di Porta Nuova in Milaan. Tien hectare aan urbaan tapijt ontwierp het team en won daarmee de eerste prijs. Of het park uiteindelijk gerealiseerd gaat worden is overigens nog maar de vraag. Met een wisseling van de wacht in de politieke top van het gemeentebestuur van Milaan is uitvoering onzeker geworden. Aan het experimentele niveau van het ontwerp ligt het niet. Inside Outside ontwierp een web van paden dat connecties legt tussen diverse delen van de stad. Het web verbindt de verschillende stedelijke functies. Op de paden werden woorden aangebracht. Alsof in de publieke ruimte een boek opengeslagen wordt. Een levensgroot boek weliswaar, waar je doorheen kunt lopen en dat vertelt over wat er zoal groeit. De woorden infiltreren het landschap. Het levert een nieuwe verbeelding op, die op haar beurt weer invloed heeft op de woorden. Ook in dit ontwerp moesten antwoorden gegeven worden op technische vragen. Zo moest bijvoorbeeld een oplossing bedacht worden voor de stedelijke verkeerscongestie. Verschillende ontwerplagen, esthetisch en technisch, intiem en stedelijk, vloeien hier in en door elkaar. Op een soortgelijke manier werd omgegaan met het programma voor de bibliotheek in Seattle. Wederom worden verschillende sferen met elkaar verweven. Hier raakt het groen van de buitenbeplanting welhaast de plantpatronen in de vloerbedekking binnen. Het enige dat beide elementen scheidt is het glas in de huid van de architectuur. In het auditorium werd een tuinachtige sfeer gecreëerd door materiaal, print en kleurkeuzen van gordijnen en vloerbedekking. Waar een landschapspark vaak werkt als verzachting van de urbane omgeving, zo werkt het suggereren van tuinsferen in een interieur ook verzachtend op de architectuur.

En zo toog ik na afloop van de lezing, die plaats had in de spelonkachtige aula van het Reijnwardtcollege de trap weer op de herfstklamme buitenlucht in. In mijn verbeelding waaide het ook een beetje, alsof zich in mijn hoofd een wiegend gordijn van beelden had gevormd, waaraan de woorden van Petra Blaisse zich hadden vastgekleefd.